Ander mestbeleid vraagt data

Nieuws 05 dec 2015 om 12:00uur

LTO Nederland wil af van het generieke mestbeleid en naar een sys-teem met meer maatwerk. Om aan te tonen dat het effect op het milieu minstens gelijk blijft, is een goede onderbouwing nodig. Goede cijfers op tafel krijgen, is echter lastig.

Han ReindsenMet drie ‘equivalente maatregelen’ wil LTO Nederland streven naar meer maatwerk: opbrengstafhankelijke stikstof- en fosfaatnormen, rijenbemesting in mais en extra stikstofnormen bij vervangen van drijfmest door kunstmest, mineralenconcentraten en/of dunne mest.
‘De huidige scherpe gebruiksnormen zijn een bedreiging voor de bodemvruchtbaarheid en de gewasopbrengsten’, stelt Harry Kager van LTO, ‘Met equivalente maatregelen zijn de normen beter af te stemmen op de opbrengsten. Boeren kunnen hier vrijwillig voor kiezen.’ Voor het mestbeleid vanaf 2018 pleit LTO voor fundamentele wijzigingen.
Kager sprak tijdens de landelijke kennisdag mest en bodem van adviesbureau Broos Water, dinsdag in Nieuwer ter Aa bij Vinkenveen, waar het vooral ging het vooral over bodemkwaliteit, denken in kringlopen en mestbeleid met meer individuele verantwoordelijkheid.

Kringloopwijzer

Adviseur Frank Verhoeven van Boerenverstand ziet de Kringloopwijzer als een eerste stap naar meer maatwerk in de melkveehouderij. ‘Er zit niets anders op dan met een extra stuk informatie duidelijk te maken dat we in Nederland de milieudoelen kunnen halen.’
De Kringloopwijzer geeft inzicht in hoe efficiënt de melkveehouder met de mineralen op het bedrijf omgaat. Vooral het deel dat te maken heeft met de grond is nog niet duidelijk, constateert Verhoeven. ‘We hebben nog te weinig cijfers over opbrengsten en gewasanalyses.’
De onderbouwing voor 2018 rond krijgen, is een hele uitdaging. En vervolgens moet de politiek in Den Haag en Brussel er nog mee instemmen. Niet iedereen kennisdag was er van overtuigd of dat wel lukt.
Met het huidige mestbeleid is de hoeveelheid nitraat in het grondwater fors gedaald. Klei- en veengrond zit ruim onder de norm van 50 milligram per liter grondwater. Boeren op löss en zand hebben flinke stappen gezet, maar vooral in het zuiden zitten die gronden nog boven de norm.
Bij oppervlaktewater is de situatie minder duidelijk. Geesje Rotgers van V-focus ontdekte dat de waterschappen werken met 34 verschillende normen bij stikstof en 42 bij fosfaat.
Bovendien is 40 procent van de normen in de periode 2007-2013 aangescherpt. ‘Als je alleen naar de overschrijdingen van de normen kijkt, lijkt het onterecht alsof de landbouw weinig doet’, constateert Rotgers.