'Wat werkgevers wilden bereiken is in WWZ-akkoord vastgelegd'

Wim van den Boomen uit het Brabantse Someren is sinds enkele maanden bestuurder Sociale zaken van LTO Nederland. Hij omschrijft die functie als het versterken van goed werkgeverschap in de agrarische sector en het ontzorgen van agrarische werkgevers in hun werkgeverschap. ‘En dat op basis van samenwerking, met ondernemers en met vakbonden, realistisch en praktisch.’

Samenwerking staat bij u hoog in het vaandel?

‘Ja. Op het terrein van het werkgeverschap spelen heel wat zaken, en vaak gaat het ook om verschillende belangen. Mijn inzet is altijd om te proberen er gezamenlijk in goede harmonie uit te komen. Dat betekent niet dat je het altijd met elkaar eens moet zijn, wel dat je respect hebt voor elkaars mening.
‘De verschillende sectoren hebben elk hun eigen regiegroep met ondernemers. Daarin worden de standpunten en inzet voor onder meer de cao-onderhandelingen besproken en vastgesteld. Deze ondernemersgroepen vormen een belangrijke schakel om de wensen uit de praktijk te vertalen in concrete voorstellen die in de belangenbehartiging worden opgepakt.'

Een forse klus was het vinden van een oplossing voor de effecten van de ketenbepaling in de Wet werk en zekerheid (WWZ). Blij dat het gelukt is om een principeakkoord te sluiten met de vakbonden?

‘Zeker, daar zijn we blij mee. De wet kunnen we niet repareren. Dan is dit dé manier om de negatieve effecten van de WWZ bij het seizoenswerk in de agrarische sector zoveel mogelijk weg te nemen. We hebben daarover intensief onderhandeld met de vakbonden. De inwerkingtreding moet geregeld worden in de nog af te sluiten sector-cao’s.
‘Wat we als werkgevers wilden bereiken, hebben we in dit akkoord kunnen vastleggen. En voor de werknemers, die ook niet blij zijn met de effecten van de nieuwe wet, wordt het beter.’

Het gaat om ingewikkelde materie. Werkgevers zullen er vast veel vragen over hebben.

‘Dat begrijp ik. Mijn advies is: bel de Werkgeverslijn. De medewerkers kunnen dit WWZ-akkoord op een begrijpelijke manier uitleggen en de juiste vertaalslag naar de bedrijven maken.'

Het ziekteverzuim in de agrarische sector is al geruime tijd erg laag. Dus daar heeft u geen werk meer aan?

'In de Nederlandse land- en tuinbouw is het ziekteverzuim 1,5 procent lager dan het gemiddelde van alle sectoren. Dat is heel mooi, maar we moeten er wel voortdurend aandacht aan blijven besteden.
'Stigas speelt een belangrijke rol bij preventie en SAZAS biedt verzuimverzekeringen. Door die ondersteuning en door het met elkaar op te pakken in een gezamenlijk ziekteverzuimbeleid moet het mogelijk zijn onze voorsprong vast te houden.'

Zijn er nog andere zaken die spelen?

‘We moeten ons de komende tijd onder meer bezinnen op hoe we verder willen gaan met de wachtgeldpremie voor agrarisch en groen. Het is nu in de praktijk zo dat de ene deelsector betaalt voor de andere. Dat is niet meer houdbaar. LTO wil verandering door de schadelast meer in lijn te brengen met de premiebetaling.
'Ook vraag ik me af hoe we kunnen komen tot cao's die goed werkgeverschap van ondernemers belonen. We zijn vaak geneigd om te straffen als iemand fouten maakt. Het zou heel mooi zijn als we daar in af te sluiten cao's positieve stimulansen tegenover kunnen zetten.'