Export van kennis betaalt zich terug

De export van en investering in kennis is de beste ontwikkelingshulp die Nederland kan bieden. Het betaalt zich dubbel en dwars terug.

Luc Groot Mensen zoeken de Europese grenzen, gaan deze over of stuiten erop. Waarschijnlijk is dit nog maar het begin. Kijk naar de dooretterende conflicten in het Midden-Oosten, de klimaatveranderingen en de enorme bevolkingsgroei en je kunt op je vingers natellen dat nog veel meer mensen onze grenzen opzoeken.
Hoe kunnen we hen een voettocht van duizenden kilometers besparen? Wij moeten ze daarvoor een stukje tegemoet lopen, met het Nederlandse bedrijfsleven voorop. Uiteindelijk worden we daar allemaal beter van.
Wij hebben onze voeten droog weten te houden door onze welvaart; we kunnen dijkversterking en investeringen in klimaatadaptatie betalen. In veel landen kan dit nu niet. Toch is het economisch perspectief in ontwikkelingslanden niet slecht.
De ambitie van Nederland en het agrarisch bedrijfsleven moet dan ook zijn dat we meehelpen bij het duurzaam produceren van agrarische producten binnen de nieuwe klimaatgrenzen, en economische groei in de landbouw vergroten, door te investeren in de kennis en vaardigheden van de lokale organisaties daar.
Wij kunnen door het geven van advies en training veel betekenen. De driehonderd agrarische experts die we jaarlijks uitsturen, maken écht het verschil voor boerenorganisaties en coöperaties daar. Niet alleen onze kennis, maar juist onze capaciteit om het productieproces efficiënt en doelgericht te organiseren in ketens en coöperaties maakt ons model zo sterk. We vloeken wel eens op elkaar, maar laten elkaar niet los als we gezamenlijk vooruit willen.
Het Nederlandse bedrijfsleven kan dan ook een grotere rol spelen. Het exporteren van kennis geeft het bedrijfsleven niet alleen een podium om invulling te geven aan haar MVO-beleid, maar geeft ook toegang tot nieuwe afzetmarkten en handelspartners. Onze handel met ontwikkelingslanden is al verdrievoudigd in de afgelopen tien jaar. Daaruit blijkt dat voor beide partijen winst te halen is.
We kunnen nog zoveel meer doen dan alleen onze uien, zaden of melkpoeder naar de andere kant van de wereld sturen. Wij hebben het organisatievermogen en de kennis om producten het beste tot bloei en omzet te brengen met de aanwezige hulpbronnen: water, lucht en bodem. Niemand doet dit beter dan Nederland en niemand heeft het harder nodig dan boeren in Afrika en Azië.

Verantwoordelijkheid

Toch gaan we niet allemaal de grens over om die verantwoordelijkheid te pakken. Wil je als bedrijf écht succesvol zijn in het buitenland, maatschappelijk en economisch, dan moet je een extra stap zetten. Als we iets welwillender zijn om onze kennis over gewasbescherming, zaadveredeling, productiviteit en duurzaamheid te delen met boeren, hun organisaties en coöperaties in ontwikkelingslanden, dan worden wij en die landen welvarender op de lange termijn.
Neem FrieslandCampina, dat al sinds de jaren zeventig in Vietnam zit met 15 procent marktaandeel in melkpoeders en 25 procent in verse melk. Daarnaast hebben ze veel Vietnamese boeren geholpen met het verbeteren van hun productie met Nederlandse boerenexpertise, waar zij weer van profiteren voor de levering van verse melk. Geloof me, die export van en investering in kennis heeft zich dubbel en dwars terugbetaald.
Dus voor al die bedrijven die aarzelen om in het buitenland aan de slag te gaan: verleg je grenzen en bespaar zoveel mogelijk Afrikanen en Aziaten duizenden kilometers lopen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer