Ongerustheid over pacht BBL-grond

Jacomien Voorhorst‘We vangen ongeruste signalen op over de verpachting van de BBL-gronden’, zegt bestuurslid Peter Schrijver van LTO Noord Gelderland. ‘Of die onrust terecht is zal de praktijk uitwijzen. Wij hadden liever gezien dat provincie Gelderland deze grond voor een getaxeerde waarde in de markt had gezet.’
Schrijver doelt op de verpachting van landbouwgrond die door de voormalige DLG is aangekocht voor gebiedsprocessen zoals de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), landbouwstructuurverbetering of het Deltaplan Grote Rivieren.
Bij de opheffing van DLG zijn de provincies verantwoordelijk geworden voor de BBL-grond. In Gelderland gaat het om ongeveer 1.000 hectare grond die nog geen eindbestemming heeft omdat gebiedsprocessen nog niet zijn afgerond. Daarom wordt deze grond kortlopend verpacht, meestal van jaar tot jaar.

Criteria

‘LTO Noord is voorstander van het verpachten van deze percelen’, stelt Schrijver. ‘Wij hebben de provincie dit najaar geadviseerd welke criteria leidend moeten zijn bij de uitgifte van deze grond.’
De organisatie vindt het belangrijk dat de gronden worden verpacht aan boeren in het gebied. Dit draagt bij aan de betrokkenheid van de boeren bij het gebiedsproces. ‘BBL-gronden fungeren als smeermiddel. Dat is een belangrijk argument om deze gronden te verpachten aan boeren die partij zijn in het gebiedsproces.’
Ook vindt LTO dat pachters een volwaardig agrarisch bedrijf moeten hebben en zich in het verleden als goed pachter hebben gedragen. Gelderland honoreerde deze wens door de gronden te verpachten aan volwaardige agrarische bedrijven die binnen een straal van 15 kilometer van het pachtobject zijn gevestigd.
Aan een andere wens van LTO Noord, aanbieden voor een faire prijs, is de provincie niet tegemoet gekomen. Gelderland gaat de BBL-grond verpachten bij inschrijving. ‘Dat kan een prijsopdrijvend effect hebben’, zegt Schrijver. ‘Het is volgens ons niet de bedoeling dat de hoogste prijs bepaalt wie de grond gaat pachten. De provincie hoeft geen winst te maken.’
Schrijver wijst er op dat het prijsopdrijvend effect van de verpachting bij inschrijving ook mee kan vallen. ‘Vorig jaar was er minder behoefte aan BBL-grond. Dan vallen de pachtprijzen niet zo hoog uit. Aan de andere kant weten we ook niet wat de gevolgen van de AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij voor de grondmarkt zijn. Het blijft gissen’, aldus de LTO Noord-bestuurder.