Natuurinclusieve landbouw bundelt landbouw en natuur

Landbouw en natuur vinden normaal gesproken naast elkaar plaats. Maar ze kunnen ook gecombineerd worden in ‘natuurinclusieve landbouw’. Dat is niet iets wat alleen boeren zich moeten aantrekken, maar ook het overige bedrijfsleven, consumenten en overheden zijn daarvoor verantwoordelijk. Onderzoeker dr. Ir. Marlies Sanders van Alterra legt uit hoe het werkt.

Uitgangspunt is dat de landbouw in Nederland niet alleen meer kan gaan voor productieverhoging. ‘Dat is in deze tijd niet meer gerechtvaardigd’, stelt Sanders.
Waarom niet? ‘De zeer hoge landbouwproductie heeft een keerzijde: de in Nederland resterende biodiversiteit is het laagste van alle EU-lidstaten. De landbouw heeft ook gevolgen voor de natuur en de omgeving’, antwoordt de onderzoeker. ‘Bestrijdingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld in het grondwater terecht komen en de natuur heeft hinder van mest. Het gaat niet alleen om de landbouw zelf. Er zijn meer functies
die profiteren van verduurzaming
landbouw.’
Het punt is alleen dat het de boeren
geld kost en meestal niets oplevert.
‘De kosten en baten zijn niet in
evenwicht’, stelt Sanders vast.
Gelukkig zijn er diverse kleine maatregelen die boeren kunnen nemen, die nauwelijks geld kosten, maar wel positief zijn voor de biodiversiteit. Sanders noemt als voorbeelden het van binnen naar buiten maaien van grasland, om weidevogels te sparen, het langer laten staan van een graanstoppel en het voeren van kruidenrijke grassen aan de koeien in plaats van alleen hoogproductieve grassen.
Dat laatste is een voorbeeld van een maatregel die boeren ook voordeel kan opleveren. Want het bijvoeren van kruidenrijk gras, naast het hoogproductieve gras kan op de langere termijn beter zijn voor de gezondheid van de koeien, denkt Sanders.
Zijn boeren zich er zich wel onvoldoende van bewust dat relatief kleine aanpassingen veel kunnen opleveren? ‘Sommigen doen zulke dingen al lang’, antwoordt Sanders. ‘Anderen weten het nog niet. Er zijn ontzettend veel verschillende soorten boeren.’

Bal ligt niet alleen bij boer

Sanders pleit voor een gedragscode voor zulke maatregelen. Veel andere sectoren en grote bedrijven hebben al een gedragscode, geeft ze aan. ‘Als een groot bedrijf als Heijmans een nieuwe weg gaat aanleggen, onderzoekt het eerst wat de gevolgen daarvan zijn voor de biodiversiteit in die route. Dat is volgens hun gedragscode.’ Als tweede voorbeeld noemt ze de bosbouw.
Voordat de zaag gaat in een stuk bos, moet eerst vaststaan welke schade dat kan opleveren voor de biodiversiteit.
Sanders ziet voor de landbouw het label Natuur-plus als mogelijk label dat zou kunnen uitgroeien tot zo’n gedragscode. Diverse partijen zijn nu bezig met de ontwikkeling van dat label, onder andere het NAJK en de Rietgors, de stichting voor agrarisch natuurbeheer in de Hoeksche Waard.
Meestal betekent meer aandacht voor biodiversiteit minder opbrengst voor boeren. ‘Agrarische ondernemers moeten de kar wel kunnen en willen trekken’, zegt Sanders. Maar de bal ligt niet alleen bij de boeren.
Er is een financiële stimulans nodig om hen te motiveren hun bedrijf natuurinclusief te ontwikkelen, geeft ze aan. Er zijn ook veranderingen nodig in het bedrijfsleven rond de boerenbedrijven, in het gedrag van consumenten en in de strategie van de overheid. In de brochure die ze met anderen maakte (kader) staat een overzicht van wat de overheid en de omgeving, zoals erfbetreders, de ketenpartijen en maatschappelijke organisaties, kunnen doen ‘om de last te verlichten en het karrenspoor te effenen.’

Zuivelketen

Er zijn al diverse initiatieven die boeren daarbij helpen. Boeren, hun afnemers en de overheid zitten niet stil. Sanders noemt de zuivelketen
die biodiversiteit als een van de
doelstellingen heeft opgenomen.
Zuivelcoöperatie Friesland-Campina onderzoekt bijvoorbeeld de mogelijkheden om agrarisch natuurbeheer mee te laten tellen bij uitbetalingsprijs van melk, als onderdeel van het programma Focus Planet. Veel akkerbouwers doen mee aan het duurzaamheids-
programma Veldleeuwerik, dat
destijds samen met grote afnemers
als Heineken en Unilever is gestart.

Meerprijs

Zulke initiatieven leveren meestal nog geen meerprijs op die de kosten compenseert van de extra maatregelen die boeren nemen voor meer biodiversiteit. Een meerprijs voor zulke producten kan een goede stimulans zijn. Boeren laten zich immers liever sturen door de markt dan door de overheid.
Het Natuur-pluslabel heeft dat ook als doel. De initiatiefnemers willen met het label ‘marktkansen creëren voor agrariërs om te komen tot een nieuw verdienmodel waarbij de markt meebetaalt voor ‘groen’ natuur- en landschapsbeheer.’
Volgens Sanders zijn de meerkosten per eenheid product relatief klein. Consumenten kunnen nu echter nog nauwelijks producten kiezen die beter zijn voor de biodiversiteit. Alleen bij de keus voor biologische producten is dat duidelijk.
Daarnaast kan de overheid zo sturen dat de maatschappelijke kosten van de productie, zoals biodiversiteitsverlies, terugkomt in de winkelprijs, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Dat moet dan ook gelden voor producten uit het buitenland, betoogt Sanders. Anders is er geen gelijk speelveld.

Foto’s: Peter van Houweling en

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer