Kansen voor boeren in ontwikkelingslanden

Anne-Marie RopsAlbert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland en van Agriterra, wees op het grote belang van georganiseerd zijn. ‘Als je als kleine boer de eerste stap op de markt zet, dan begint het pas.’ Hij wees op het belang van zo diep mogelijk aanwezig zijn in de keten en het nemen van verantwoordelijkheid als boer. ‘Wij zijn een klein land met niet de grootste boeren, maar wij tonen aan wat je met samenwerking kunt bereiken. Als een coöperatie van kleine boeren in een ontwikkelingsland hun waar op de markt wil brengen, dan moeten ze zichzelf organiseren.’
Directeur Jan van Hoogen van Agrico vertelde hoe de aardappelcoöperatie opereert in de Afrikaanse markt, een groeimarkt voor Agrico. Export van uitgangsmateriaal naar Kenia mag sinds kort, maar nu gaat het er volgens Van Hoogen om ‘hoe komen we bij de small farmers? Hoe gaan we de keten invullen?’

Infrastructuur

Agrico zette een pilot op, waarbij uitgangsmateriaal wordt geleverd en wordt vermeerderd bij een grote teler in Kenia. ‘Wij zetten de infrastructuur op om de pootaardappelen bij de kleine boeren te brengen. We leren hun hoe ze beter aardappelen kunnen telen. We brengen kennis over, geen geld. Als de boeren daar met elkaar de aardappelen afzetten naar de grote stad, verdienen ze allemaal een boterham.’
Agrico richtte voor de ondersteuning aan Keniaanse boeren een eigen Agripool van medewerkers op. Hiermee verbindt de organisatie zich aan het werk van Agriterra.
Volgens Eerste Kamerlid Ben Knapen speelt de overheid een rol in de randvoorwaarden voor Nederlandse bedrijven die hun pijlen richten op ontwikkelingslanden. ‘Die voorwaarden moeten ervoor zorgen dat het voldoende maatschappelijk verantwoord is wat deze bedrijven doen.’
Soms hebben bedrijven ook een klein duwtje nodig. Van Hoogen: ‘Wij kregen te maken met een importtax van 60 procent in Kenia, dat was niet voorzien. De Nederlandse overheid gaat hier nu aan werken, ons hierbij helpen.’
Directeur Kees Blokland van Agriterra overhandigde aan Aaltje de Roos van het ministerie van Buitenlandse Zaken een manifest, waarin aandacht wordt gevraagd voor het lokaal inbedden van het Nederlandse bedrijfsleven in ontwikkelingslanden. ‘Daar gaat onze campagne over’, zei Blokland. ‘Overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen willen we ervan overtuigen hun activiteiten te koppelen aan het lokale bedrijfsleven; de kleine boeren.’
Circa tweehonderd boeren, vertegenwoordigers van de Nederlandse agribusiness en banken en medewerkers van Agriterra waren aanwezig op de relatiedag van Agriterra. De organisatie maakte afgelopen jaar een verandering door. Van ontwikkelingshulp door middel van geld ligt de focus nu op kennis brengen. Een belangrijke rol blijft weggelegd voor boeren en tuinders die op missie gaan naar ontwikkelingslanden namens Agriterra. ‘Van boer tot boer’ kennis overbrengen en uitwisselen blijft het uitgangspunt van de organisatie.