Speculatie met voedsel discutabel

Moet het speculeren in agrarische grondstoffen door banken, verzekeraars en pensioenfondsen aan banden worden gelegd? Daarover spreken Zwitserse burgers zich uit in een referendum op 28 februari. Wat zijn de argumenten voor en tegen? Wat is de waarde ervan, en welke regels hanteert Europa eigenlijk?

Al sinds jaar en dag komt het voor dat agrariër en afnemer een prijs vooraf afspreken. Bijvoorbeeld vanwege risico's op een mislukte oogst. Hiermee bleef de markt overzichtelijk: viel de oogst tegen, dan stegen de prijzen. Viel de oogst mee, dan daalden de prijzen.
Sinds ruim vijftien jaar, na de liberalisering van de wereldvoedselmarkt, zijn er echter in toenemende mate partijen actief op de voedselmarkt die helemaal geen voedsel kopen en dat ook niet echt willen kopen. Deze partijen met veel geld gaat het om het op papier vastleggen van grondstoffen voor een bepaalde prijs, om het later weer door te kunnen verkopen voor een hogere prijs.
Het effect hiervan kan zijn dat er forse prijsschommelingen ontstaan. Veel grotere schommelingen dan op basis van het werkelijke aanbod en de vraag te veronderstellen is.
De Verenigde Naties becijferden al in 2011 dat 80 procent van de voedselmarkt in handen is van partijen die er niets mee te maken hebben. Toen al lieten die 300 miljoen dollar omgaan in de wereldwijde voedselmarkt. Niemand gelooft dat deze enorme vinger in de pap geen invloed heeft op de prijsvorming.
De gevolgen daarvan worden gevoeld in ontwikkelingslanden. Waar wij in het Westen nog geen 10 procent van ons budget aan voedsel besteden, is dit in deze landen vaak 50 tot 70 procent. Langdurig hoge prijzen kunnen daarom desastreuze gevolgen hebben. Dat is althans waar tegenstanders van de voedselspeculatie op wijzen.

Maat vol

Toen zich in 2011 opnieuw een voedselcrisis door torenhoge prijzen voordeed, was de maat vol voor een aantal linksgeoriënteerde Zwitsers. Zij richtten de organisatie 'Bündnis gegen Spekulation mit Nahrungsmitteln' op. Het initiatief startte in 2012 en groeide uit tot een breed verbond van socialistische partijen, kerken én boerenorganisaties.
Campagneleider Oliver Heimgartner: 'Het gevolg van voedselspeculatie is dat mensen in ontwikkelingslanden zich amper voedsel kunnen veroorloven en honger lijden, zelfs als de prijspieken alleen voor een korte termijn gelden. Landbouwgrondstoffen zijn niet een product als elk ander. Voor levensmiddelen moeten strengere regels gelden. Het gevaar dat speculatie de prijzen en honger veroorzaakt moeten we niet accepteren.'
De organisatie kreeg de benodigde 100.000 handtekening rond om een referendum uit te kunnen schrijven en wil wetgeving afdwingen tegen de voedselspeculaties. Die wetgeving zou dan inhouden dat er een verbod komt voor bedrijven als banken, vermogensbeleggers en pensioenfondsen om te handelen in voedsel gerelateerde grondstoffen.
De biologische boerenorganisatie Bio Suisse, die 12 procent van de Zwitserse boeren vertegenwoordigt, is medestander. Stehan Juan, woordvoerder van Bio Suisse, stelt dat dat een principieel standpunt is. 'Onze boeren zullen in directe zin niet veel beter worden van een verbod op voedselprijsspeculaties. Maar onze overtuiging is: met voedsel speel je niet.'
Juan verwacht echter niet dat de meerderheid van de stemmers voor een verbod stemt. Hoewel de peilingen geen duidelijk beeld schetsen, is dat het algemene idee onder analisten. De veronderstelling is dat de meeste Zwitsers zich de lobby aantrekken van de tegenstanders, die stellen dat de belangrijke bankwereld veel te lijden krijgt van beperkende wetgeving.

Beperkingen

Binnen de EU kan op dit moment elke partij handelen in alle grondstoffen, voedsel niet uitgezonderd. Onder de naam MiFID II gaat volgend jaar een wet in werking die stelt dat een speculant maximaal 35 procent van een partij grondstoffen in handen mag hebben.
Dit lijkt een forse beperking, maar de wet schrijft niets voor over het maximum aantal speculanten dat op een markt actief mag zijn. Als drie partijen alle drie 30 procent beheersen, wordt de markt bijna volledig gedomineerd door speculanten. Het risico op grote prijsschommelingen wordt hierdoor niet ingedamd.
Vanuit de organisatie SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) volgt Myriam van der Stichele dit dossier op de voet. Haar organisatie tracht strengere restricties af te dwingen omtrent voedselprijsspeculaties. 'De materie is erg complex. De wetgeving is Europees, maar de implementatie moet worden verricht door nationale lidstaten.'
De handel in voedselgrondstoffen in Europa vindt grotendeels plaats op de markten van Parijs en London, geeft Van der Stichele aan. 'De Fransen stelden een restrictie van 34 procent in voor het aandeel dat een speculant mag bezitten. In onze ogen nog veel te ruim, maar beter dan de Britten. Die willen niets van restricties weten. Dit wordt sterk beïnvloed door een sterke lobby van grote energiebedrijven en financiële instellingen.'
Volgens Van der Stichele is het wat dit betreft in de Verenigde Staten beter geregeld dan in Europa. Daar gelden al restricties voor speculanten. En ze zijn scherper. Voor de meeste grondstoffen betekent dat 5 tot 10 procent maximaal.
'In de VS is een regel aangenomen dat banken niet meer mogen speculeren met voedsel. Partijen als Shell speculeren nu zelf. Maar ook Cargill verhandelt niet alleen fysiek voedsel, maar doet ook volop mee met speculaties. Opnieuw een voorbeeld van hoe complex dit vraagstuk in elkaar steekt.'

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer