Bufferzone Beerzerveld kan van de kaart

Het Beerzerveld maakt deel uit van het Natura 2000-gebied Vecht en Beneden Regge. In de gebiedsanalyse voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) werd ervan uitgegaan dat een buffer nodig was om de grondwaterstand in dit natuurgebied te verhogen. Dat zou nodig zijn om de Natura 2000-doelen te kunnen halen.
In de analyse was echter ook aangegeven dat nader onderzoek nodig was om nut en noodzaak van de buffer aan te tonen.
Uit het onderzoek, uitgevoerd door de Unie van Bosgroepen in opdracht van de verschillende gebiedspartners, blijkt nu dat er een dichte scheidende laag in de bodem aanwezig is. Deze scheidende bodemlaag ligt aaneengesloten onder een groot deel van het Beerzerveld en ligt veel minder diep dan voorheen gedacht. De waterstand binnen het natuurgebied blijft daardoor voldoende hoog om de kwaliteit van het herstellend hoogveen te behouden.

Geen relatie

Op basis van het onderzoek en de circa 200 uitgevoerde grondboringen is gebleken dat er in het grootste deel van het Beerzerveld geen relatie is tussen het ondiepe grondwater boven de scheidende laag en de regionale grondwaterstand. Voor het herstellend hoogveen boven deze scheidende bodemlaag is een buffer dus niet nodig.
In het uiterste westen van het Beerzerveld is geen scheidende bodemlaag aanwezig. De grondwaterstand is hier echter voldoende hoog voor de daar aanwezige natuur. De aanleg van een buffer is dus ook voor dit deel van het Beerzerveld niet nodig. De grondwaterstand mag niet verder dalen volgens het onderzoek.
Op basis van het onderzoek stelt GS voor om de bufferzone te schrappen bij de eerstvolgende herziening van de provinciale Omgevingsvisie. Gedeputeerde Maij kwam het de boeren dinsdag persoonlijk vertellen.
Die toonden zich zeer opgelucht dat de buffer van de kaart gaat. 'De aanleg van de bufferzone zou nogal wat gevolgen hebben voor een tiental bedrijven', zegt Bert Zandman, die het Natura 2000-dossier in portefeuille heeft bij de afdeling Ommen van LTO Noord. 'Eén bedrijf zou verplaatst moeten worden, en andere bedrijven zouden in meer of mindere mate last hebben gehad van vernatting van hun percelen.'
Boeren zouden weliswaar schadeloos worden gesteld voor vermindering van gewasopbrengst en waardevermindering van de grond, en verlies van grond zou indien mogelijk ook met grond gecompenseerd worden. Maar volgens LTO Noord willen boeren rond Beerze daar gewoon door blijven boeren.
De afdeling Ommen pleitte daarom al in 2012 voor extra onderzoek om de hydrologische knelpunten in het Natura 2000-gebied nader te onderzoeken. De afdeling wilde vooral dat er gekeken zou worden naar alternatieven voor de aanleg van de bufferzone. Zo werd er gedacht aan een scherm tussen natuurgebied en omringende landbouwgrond. Dat blijkt dus niet nodig.
De onderzoekers van de Unie van Bosgroepen geven aan dat er twee extra maatregelen in het natuurgebied zelf moeten worden uitgevoerd, die de bestaande zijwaartse afstroming van water moeten verminderen.
Als eerste wordt de Mariënbergerdijk plaatselijk opgehoogd en afgedicht. Daarnaast worden enkele grote plassen in het gebied minder diep gemaakt om de drainerende werking ervan te verminderen. Deze aanvullende interne maatregelen komen naast de maatregelen die al in de PAS-gebiedsanalyse zijn voorgeschreven: het dempen van de aanwezige sloten en greppels en waar nodig kappen van delen van bos.

Deskundigheid

Net als de betrokken agrariërs is ook directeur Jacob van Olst van Landschap Overijssel blij met de duidelijkheid die het onderzoek biedt. 'We hebben vertrouwen in de deskundigheid van het uitvoerende onderzoeksbureau. Het onderzoek is in goed overleg en in nauwe samenwerking met de verschillende partijen uitgevoerd.'
Dat is in 'Samen werkt beter' ook zo afgesproken, geeft hij aan. 'We zijn dus opgelucht dat de nu voorgestelde maatregelen geen verdere consequenties hebben voor de boeren nabij het natuurgebied.'