Vizier op hortensia met grote bloem

'Afgelopen najaar hadden we last van trips. De pop gaat in de plant zitten. Daarom hebben we in de winter alle bladeren van de planten gehaald, zodat de tripsen niet konden overspringen op andere planten', zegt Carlo Hoogendoorn, mede-eigenaar van snijhortensiakwekerij PerlaNova in Zevenhuizen. 'Sinds twee jaar hebben we soms last van trips, die snel muteert. Daarom was het zaak alle beestjes weg te krijgen. We hebben twee maanden met drie man hard gewerkt en nu is alles weer schoon.'
Tot 2010 was het familiebedrijf een rozenkwekerij, JM Hoogendoorn & Zonen. Sinds zes jaar zijn de vier broers Carlo, Edwin, Martijn en René Hoogendoorn verantwoordelijk voor PerlaNova. Martijn houdt zich bezig met teeltmanagement en onderhoud, Edwin met administratie en financiën, René met productie en planning en Carlo met verkoop. Daarnaast heeft het bedrijf één Poolse medewerker in dienst.
'Vanwege de toenemende import en stijgende gasprijzen zijn we in 2010 van rozen en orchideeën overgestapt naar snijhortensia's. Daarvoor heb je minder gas nodig en de teelt is minder arbeidsintensief', licht Carlo Hoogendoorn toe.

Schone lei

'We wilden met een schone lei beginnen. Daarom hebben we eerst een nieuwe bedrijfsnaam bedacht: PerlaNova. Vervolgens hebben we de promotiematerialen op orde gebracht met posters en flyers voor kopers en bezoekers. Samen met mijn broer Martijn heb ik een logo gemaakt in een ontwerpprogramma, met blaadjes bij de P. Een grafisch ontwerpbureau heeft de puntjes op de i gezet, bijvoorbeeld door de parelvorm van de O een glanzend effect te geven. We hebben zoveel mogelijk zelf gedaan, bijvoorbeeld zelf teksten geschreven, om de kosten laag te houden.'
De kwekerij beslaat zo'n 3 hectare. Bij de teelt van de hortensia's werkt PerlaNova intensief samen met veredelaars. 'We hebben veertig verschillende soorten, in allerlei kleuren. Van dertig soorten hebben we duizend tot vijftienhonderd planten en van de overige een aantal testvakken met 130 planten per soort. Vroeger had je aan tien soorten genoeg, maar nu vraagt de markt om meer diversiteit. Daar proberen we zo goed mogelijk op in te spelen door steeds nieuwe soorten te ontwikkelen', vertelt Hoogendoorn.
'Kwaliteit heeft voor ons de allerhoogste prioriteit, omdat we niet zozeer inzetten op aantallen, maar aan het hogere marktsegment willen leveren. We hebben een relatief lage productie per plant; daardoor kunnen we producten leveren met grote bloemen. Daar is veel vraag naar en de prijzen vallen niet tegen.'

Directe handel

Van de leveringen is 15 procent directe handel; de rest gaat via de klok. 'Directe handel neemt meer tijd in beslag, maar het voordeel is dat een klant ons eerder aanspreekt, we meer feedback krijgen en meer inzicht in de markt', vindt de kweker.
'In de toekomst zal de directe handel alleen maar toenemen. We willen meegaan met onze tijd en doen daarom ook mee met Floramondo, het onlineverkoopkanaal van FloraHolland, waar exporteurs hun webshop aan kunnen koppelen. Ik verwacht dat die ontwikkeling steeds verder zal gaan. Een nadeel is dat inkopers daardoor veel meer keus hebben dan vroeger, waardoor de verkoop soms wat grillige patronen vertoont.'
De levering vindt steeds meer jaarrond plaats naar heel Europa en Rusland, maar ook naar China, Japan en de Verenigde Staten. 'Ons seizoen loopt van eind februari tot vlak voor Kerstmis. De vroege soorten leveren we vanaf februari tot begin juli, met ongeveer tienduizend takken per dag, de late van half juni tot half december, met vijf- tot zesduizend takken per dag', legt de ondernemer uit.
'Alle hortensiaplanten staan in de kas, in zes verschillende afdelingen, met een computergestuurd klimaatsysteem. De bloemen gaan voornamelijk weg in veilingfusten op veilingkarren, met flyers erbij voor de herkenbaarheid.'
Hoogendoorn heeft gemerkt dat contact met de eindklant een steeds grotere rol speelt bij de verkoop van bloemen. 'Met onze website doen we niet veel, maar op Facebook zijn we redelijk actief. We hebben bijna vijfduizend vrienden. Eigenlijk zouden we nu als bedrijf een fanpage moeten starten, zodat we nog meer volgers kunnen krijgen', stelt hij.
'We bereiken met Facebook de eindklant en zetten het in om onze producten te promoten. Of we daardoor meer verkopen, is moeilijk meetbaar, maar we krijgen vaak leuke reacties vanuit de hele wereld als we melding maken van nieuwe soorten.'