'Kleinere voetafdruk en een groter draagvlak'

Als LTO-bestuurder met plantgezondheid in zijn portefeuille is Joris Baecke verantwoordelijk voor de belangenbehartiging in alle plantaardige sectoren. Daarnaast is hij in het dagelijks leven akkerbouwer in Nieuw-Namen (Zeeuws-Vlaanderen). Op zijn bedrijf teelt hij aardappelen, suikerbieten, tarwe, gerst, graszaad, vlas en bruine bonen.

Hoe ecologisch is de Nederlandse landbouw in 2025?

'Eerst en vooral wil ik stellen dat ik niet geloof in een scherpe tegenstelling tussen chemische en ecologische gewasbescherming. Uiteindelijk willen we als sector met een goed pakket maatregelen en middelen gewassen telen. De inzet is een hoogwaardige productie met minder input en minder emissie.'

Welke mogelijkheden zijn er om de input terug te dringen?

'We kunnen een efficiencyslag maken door gebruik te maken van techniek, big data en kennis over ziekten en plagen. Met precisielandbouw en sensorgestuurde technieken lukt het om middelen daar toe te passen waar ze echt nodig zijn. Verder leren we dankzij gewas- en rekenmodellen meer over de ontwikkeling van ziekten en plagen en dus over hoe en wanneer bestrijdingen nodig zijn.'

Wat is in 2025 nog de rol van de chemie?

'Chemische middelen die streng beoordeeld zijn voor toelating en dus veilig en betrouwbaar, zullen we nog steeds toepassen. Afgelopen decennia zijn er flinke stappen gezet in het terugdringen van het gebruik. Die ontwikkeling gaat door. Toeleveranciers verkopen in 2025 niet meer op basis van kilo's en liters, maar bieden gezondheidspakketten aan op basis van kennis, maatregelen en noodzakelijke middelen.'

LTO pleit voor een systeembenadering van gewasbescherming. Wat houdt dat in?

'Minder input bereiken we door de inzet van meer biologische bestrijdingsmethoden en groene middelen. Via een Green Deal stimuleert de overheid de beschikbaarheid van deze middelen.
'Binnen IPM (Integrated Pest Management) moeten we een lagere werkzaamheid van groene bestrijdingsmaatregelen accepteren. Het houdt wel in dat soms correctie nodig is. We moeten dan wel over de juiste middelen kunnen beschikken.'

Welke rol kan de overheid als regelgever daarbij spelen?

'Als LTO vinden we dat systeembenadering vraagt om een aangepast toelatingsbeleid. Het Ctgb moet het risico voor mens, dier en milieu van een totaal teeltproces beoordelen en niet op middelenniveau. Als we bepaalde middelen niet meer gebruiken vanwege de groene alternatieven, dan zou dat ruimte moeten bieden voor correctiemiddelen die alleen in uiterste gevallen worden ingezet.'

Waar staan we in 2025?

'Ik ben ervan overtuigd dat we groeien naar een gewasbescherming met een kleinere voetafdruk en een groter draagvlak. Voor een systeem zonder chemie is 2025 nog te vroeg. Wel hoop ik dat ecologen willen meedenken over het inrichten van intensieve teeltsystemen met optimale voedselproductie en zo min mogelijk negatieve effecten. Tegenstellingen in het debat over gewasbescherming helpen de vooruitgang niet.
'Op de lange termijn verwacht ik dat de gangbare landbouw zover doorgroeit dat er nauwelijks meer onderscheid is met biologisch.'