Dikke fractie in plaats van ruige mest

Dikke fractie is een goed alternatief voor ruige mest in weidevogelgebieden in de veenweiden. Dat concluderen het Louis Bolk Instituut en het Veenweiden Innovatiecentrum uit het onderzoek 'Bodemindicatoren voor duurzaam bodemgebruik'. Ook boeren kunnen hier iets mee.

De nieuwe ligboxenstal van Egbert de Graaff in het Utrechtse Nieuwer Ter Aa was in 2014 eindelijk gereed. De stal, die over de oude is geplaatst, heeft meer koeplaatsen en zorgt voor meer lucht en ruimte. Als boxdekking koos de melkveehouder voor dikke fractie uit gescheiden drijfmest. 'Het ligbed voor de koeien is nu geweldig. Daar kan geen matras tegenop. Dikke hakken zijn echt verleden tijd.'
De ventilatie en het klimaat in de stal zijn goed genoeg om de dikke fractie, als deze in de boxen ligt, te laten nadrogen, merkt De Graaff op. Zijn keuze voor dikke fractie zorgde wel voor een bijkomstige vraag: wat kan ik hiermee? Is deze geschikt om weidevogelland mee te bemesten?
De melkveehouder is fervent weidevogelboer. Vorig jaar had hij 92 nesten op zijn land. 'Toen ik in 2011 in maatschap kwam met mijn vrouw en schoonouders, hebben we het levenswerk van mijn schoonvader voortgezet. Ik ben iets makkelijker, want ik moet voldoende voer voor mijn koeien overhouden, maar ik zet me graag in voor weidevogels.'
De Graaff heeft 2,5 hectare aan weidevogelpercelen: kruidenrijk grasland met uitgestelde maaidatum. Alleen ruige mest mag hij hierop aanwenden. Drijfmest is verboden. Hij bemest dit perceel eens per jaar, in het voorjaar. Maar het aanbod van ruige mest staat onder druk. De grupstal is al lang verleden tijd. De melkveehouder heeft nog het geluk dat hij zijn kalveren en droge koeien in strohokken heeft en dat hij dertig schapen op stro heeft.
De Graaff is niet de enige die zoekende is naar een alternatief voor ruige mest. Veel boeren in de Utrechtse veenweiden doen aan weidevogelbeheer en elk jaar is het weer een uitdaging om voldoende ruige mest te bemachtigen. Vandaar dat er vanuit de agrarische natuurvereniging (ANV) De Utrechtse Venen de vraag rees: is er een alternatief voor ruige mest?
Het Louis Bolk Instituut (LBI) was al samen met het Veenweiden Innovatiecentrum Zegveld een 6 jaar durend onderzoek gestart naar 'Bodemindicatoren voor duurzaam bodemgebruik'. 'De vraag van de ANV haakte goed aan bij het onderzoek waar we mee bezig waren', zegt Joachim Deru, onderzoeker Veehouderij Agrobiodiversiteit bij het LBI.
De vraag van de ANV werd ingepast in het onderzoek en er werd een driejarig deelonderzoek opgezet. In Zegveld werd in het voorjaar 2013 een proefperceel aangelegd met zeven verschillende behandelingen. Elke behandeling kende een eigen mestsoort.
Parallel daaraan werd bij melkveehouders Bert de Groot in Kamerik en bij Egbert de Graaff een proefperceel aangelegd met elk vier verschillende stroken: drijfmest, dikke fractie, ruige mest en een controlestrook zonder mest. 'Bij deze melkveehouders gaat het erom een werkbaar alternatief te vinden. Daarom hebben we de plotjes met gft-compost, kunstmest en zaagsel in de praktijkproeven achterwege gelaten', legt Deru uit.

Grote verschillen

Een van de opmerkelijkste resultaten kwam nog voor de eerste bemesting. 'Hoewel de stikstofcomponent per hectare per jaar in elke meststof vrijwel hetzelfde was, zaten er grote verschillen in de koolstofhoeveelheden', zegt Deru.
'Zo bleek met drijfmest maar 800 kilo koolstof per hectare per jaar aan de bodem te worden toegevoegd, terwijl dit met dikke fractie bijna 3,5 keer zoveel is: 2.800 kilo.' Ondanks dat de verschillen tussen drijfmest en dikke fractie al langer bekend zijn, was dit toch een eyeopener, aldus de onderzoeker.
'Koolstof is voeding voor het bodemleven en trekt vocht aan, waardoor regenwormen beter bereikbaar worden voor weidevogels. Uiteindelijk bleken alle resultaten hierna een gevolg van deze bevinding te zijn.'
Met plakstrips en valletjes vingen de onderzoekers vliegende en kruipende insecten. Daarnaast zijn het aantal en de bereikbaarheid van regenwormen geanalyseerd.
De resultaten van deze proef laten zien dat het aantal regenwormen significant toeneemt bij bemesting met dikke fractie. Ook telden de onderzoekers significant meer vliegende insecten op de plot met deze meststof. Dat was niet alleen bij De Graaff het geval; in Zegveld werden deze resultaten eveneens gemeten.
Ook de grasopbrengst werd gemeten. In alle proeven kwam hetzelfde naar voren. Dikke fractie scoorde gemiddeld een 0,6 ton per hectare lagere drogestofopbrengst dan ruige mest en drijfmest.
'Dikke fractie is dus voor productie minder gunstig', concludeert de onderzoeker. 'Maar een lichtere eerste snede is wel gunstig voor de voedselvoorziening en overleving van kuikens.'

Stevige bevestiging

Voor De Graaff is de conclusie een stevige bevestiging van het gebruik van dikke fractie. 'Ik denk zeker dat het een goed alternatief is voor ruige mest. Ik zou het ook afwisselend of als mengsel kunnen aanwenden', zegt hij.
'Maar omdat je toch de verlaging van je drogestofopbrengst wilt ondervangen, kan het alleen uit in combinatie met een beheerpakket. Weidevogels zijn ook een maatschappelijke wens, dus er mag zeker subsidie tegenover staan.'
Voor de melkveehouder zelf biedt de uitkomst van het onderzoek wellicht weer nieuwe kansen. 'Momenteel laat ik mest scheiden door de loonwerker, maar misschien, als ik dikke fractie op mijn weidevogelpercelen kan aanwenden, wordt het straks interessant en rendabel om mest te scheiden in eigen beheer.'

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    12° / 4°
    30 %
  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
Meer weer