‘Wij moeten voorbeeld zijn voor duurzame voedselproductie’

Naam: Fatma Koser Kaya (48)
Kamerlid: September 2004 tot sept. 2012 en sinds augustus 2015
Woonplaats: Den Haag
Portefeuilles: Onder andere Landbouw, Visserij, Dierenwelzijn, Natuur

En nu een gemotiveerd landbouwwoordvoerder in de Tweede Kamer?

‘Ja, als je bent opgegroeid op de boerderij blijft dat in je genen zitten, waar je later ook terechtkomt. Ik geniet enorm van deze portefeuille waarin alles van boer tot bord langskomt. Het staat echt heel dicht bij me.’

Uw partij kan behoorlijk kritisch zijn als het gaat over de situatie in de agrarische sector.

‘Maar die kritiek is geen doel op zich. Mijn uitgangspunt is dat je zonder kritiek niet tot vooruitgang komt. Daarbij moet je wel aangeven waarom je kritisch bent en wat er zou moeten veranderen. Dat mis ik bij andere partijen soms.
‘Aan de rechterzijde vindt men alles wat de boer doet goed. En de andere kant van het politieke spectrum meent dat er helemaal niets van deugt. Wij vinden dat de Nederlandse boeren en tuinders het in principe heel goed doen, maar dat je ook moet durven kijken waar we nu staan en waar we naar toe gaan. Als je de toekomst een warm hart toedraagt, moet je zaken als verduurzaming en innovatie aan de orde durven stellen.’

Hoe doet u dat?

‘Bij de begrotingsbehandeling in november hebben we de voedselvisie van D66 gepresenteerd. Het thema daarvan is ‘Duurzaam, kwalitatief en gezond’. Nederland moet het voorbeeld worden op het gebied van duurzame voedselproductie. Wij kijken daarbij naar de langere termijn en schetsen een toekomstbeeld waar stap voor stap naar toe moet worden gewerkt. Het gaat om de transitie naar een ecologische voedselproductie die de bodem niet uitbuit, die rekening houdt met de eindigheid van grondstoffen en die in evenwicht is met de natuur.’

Waar de boeren ook wat aan kunnen verdienen?

‘Zeker. Wij pleiten voor meer transparantie in de keten en een eerlijke prijs voor de boer. En als je de boeren steun geeft, moet dat gekoppeld zijn aan verduurzaming en innovatie. Dat geldt zeker ook voor het Europees landbouwbeleid, dat moet veel sterker gericht worden op de toekomst. Nu gaan de Franse boeren de straat op en ze krijgen meteen weer extra geld. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?’

U hamert er geregeld op dat zowel boeren als consumenten bij de discussie betrokken moeten zijn.

‘Ik wil af van de veronderstelling dat wat de boer wil iets anders is dan wat de consument wil. Boeren en consumenten hebben elkaar nodig en de politiek moet dat in goede banen leiden.
‘Daarbij moeten we geen discussie voeren over de hoofden van de betrokkenen heen. Zowel de boeren als de consumenten zijn een onderdeel van onze voedselvisie.’

De voedselvisie van D66 ligt er, maar verandert er nu ook echt wat?

‘Het gaat soms langzamer dan je zou willen. Als je daardoor gefrustreerd raakt, moet je weggaan uit de politiek. Maar als je er in gelooft, dan ga je er voor. Vasthouden en goed luisteren wat de mensen willen, dat is en blijft mijn uitgangspunt.’

Wilt u na de volgende verkiezingen weer terugkomen als Kamerlid?

‘Ja, en dan ga ik ook graag door als landbouwwoordvoerder. Want het is een schitterend dossier.’