Meer inkomen met minder melk

Meer is lang niet altijd beter, vindt oud-melkveehouder Arie van Buuren uit het Zuid-Hollandse Leerbroek. Het verlagen van de kilo's melk per koe leverde hem juist een hoger inkomen op. Met behulp van Triple-A, een goede registratie en focus op eiwit zorgde de ondernemer voor duurzame koeien en relatief dure melk.

Meer+inkomen+met+minder+melk
© Pieter Stokkermans

Arie van Buuren uit Leerbroek stopte vorig jaar om gezondheidsredenen als melkveehouder. Hij is nog altijd liefhebber van mooie koeien. Die liefhebberij komt naar voren, wanneer hij vol trots het fotoalbum uit de kast haalt. Hierin staan foto's van keuringssuccessen, onder meer in Hoornaar.

Van Buuren kwam niet alleen met rode Holsteiners, maar ook regelmatig met Brown Swiss-kruislingen in de ring. 'Het gaat niet om de kleur van de koe, maar de bouw is het belangrijkst', vindt hij. Hiervoor maakte de melkveehouder gebruik van Triple-A, een analysesysteem dat zich richt op de bouw van de koe.

Geen windeieren

Het heeft hem geen windeieren gelegd, blijkt onder meer uit een van de laatste bedrijfsinspecties, waarbij zijn dieren opnieuw werden gekeurd. 'Van de 38 koeien hadden er 19 AB of hoger, bij de 19 Brown-Swiss-kruislingen waren dit er 10.'

De melkveehouder hield zijn veestapel bewust klein. 'Toen ik na een bedrijfsongeval ruim veertig jaar geleden tijdelijk minder mobiel was, ging ik terug in het aantal koeien. Tegen de verwachting in werd mijn accountant daar blij van. Het saldo was hoger dan bij het oorspronkelijke aantal koeien.'

Fries-Hollandse koeien

Aanvankelijk had de ondernemer, zoals veel van zijn collega's, Fries-Hollandse koeien. Het inkruisen met hoogproductieve Holsteins, in de jaren tachtig, verliep niet helemaal naar volle tevredenheid.

Stieren als Superstar, F16 en Tops bevielen hem aanvankelijk goed. De hoge productie kwam niet altijd ten goede aan de diergezondheid. 'Die koeien zijn vooral goed voor de Braziliaanse sojaboer', grapt hij.

Eiwitgehalte verhogen

Van Buuren keek naar het MRIJ-ras om het eiwitgehalte te verhogen. Zo was de betovergrootmoeder van de door hem gefokte keuringsvedette Gasthuis Konvoy Suzanne een 50 procent MRIJ-koe. Vervolgens werd teruggekruist naar Holstein.

Toen er later goede Brown Swiss-stieren beschikbaar kwamen, werden bijna alle de koeien ingekruist met dit ras voor een optimaal kruislingseffect. 'Het zijn sobere dieren met een lange levensduur. Ze zijn sterk en hebben goede uiers en benen', somt Van Buuren de voordelen op.

Driewegkruising

Het leverde goede koeien en een hoog eiwitgehalte op. Een driewegkruising van Brown Swiss, Blaarkop en Holstein produceerde zelfs een voorspelde 305 dagenlijst van 10.535 kilo met 5,35 procent vet en 4,06 procent eiwit.

'We hadden zelfs koeien met een hoger eiwitpercentage dan vetpercentage. Bij een zo hoog eiwitpercentage is het lastig om een passende stier te vinden die het gehalte verder verhoogt.' De ondernemer ging nooit verder dan 75 procent Brown Swiss-bloed. Het moeten kruislingen blijven met de positieve eigenschappen van verschillende rassen, vindt hij.

Levensduur

Als voordeel van de hoge gehalten en daarmee lagere melkproductie ziet Van Buuren een betere gezondheid en daarmee een langere levensduur. Een goede registratie speelt daarbij een belangrijke rol. 'Je moet de juiste koeien selecteren. Pinken worden niet geselecteerd; daar weet je nog te weinig van omdat ze nog geen melk geven.'

Voor die selectie hield de melkveehouder jarenlang de 'Kuusmoederregistratie' bij. Hierin noteerde hij onder meer wat een koe mankeerde.

Mastitis

'Een koe die bijvoorbeeld twee keer is behandeld tegen mastitis, komt niet meer in aanmerking om de volgende generatie voort te brengen. Dat gold ook voor NRM-deelneemster Gasthuis Jo 48 (V. Jurist), die veel melk gaf', vertelt hij.

'Ik kan er wel een stier bij fokken en verkopen aan een ki-station, maar dan verkoop ik een stier waarvan ik weet dat hij niet goed genoeg is om hem zelf in te zetten. Met 88 punten voor exterieur was ze in dat opzicht mijn beste koe, maar de notitie rond uiergezondheid weegt zwaarder.'

Klauwbekapper

De ondernemer registreerde ook jarenlang de aanmerkingen van de klauwbekapper bij iedere koe om deze mee te nemen voor de selectie. 'In Scandinavië zijn ze al een stuk verder met levensproductie dan in Nederland. Dat komt ook omdat daar het medicijngebruik verplicht wordt vastgelegd. Het ondersteunt de fokkerij.'

Dat de aanpak werkt, bleek ook uit de gemiddelde leeftijd van het vee, die vorig jaar uitkwam op zes jaar en één maand. 'Ouder dan zes jaar is lastig, omdat voor iedere vaars die je aan de melk krijgt, er ook een koe van tien jaar in de stal moet lopen.'

Vervangingspercentage

Van Buuren had daarom een vervangingspercentage van 15 procent. 'Met veertig koeien moest ik dan zes vaarzen aan de melk hebben, waarvan er vijf door moeten tot een hoge leeftijd. Vanwege uitval rekende ik op jaarlijks acht vaarskalveren. Omdat de kans op een vaarskalf 50 procent is, selecteerde ik daarom ieder jaar de twintig beste koeien voor het nageslacht. Fokkerij begint immers bij de basis.'

Bekijk meer over:

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    17° / 7°
    70 %
  • Zondag
    18° / 11°
    50 %
  • Maandag
    17° / 8°
    20 %
Meer weer