Son en Breugel remt intensieve veehouderijen

Aanleiding voor dit rigoureuze besluit van het college van B en W is de uitkomst van het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Universiteit Utrecht, Wageningen UR en Nivel. Dat meldt Omroep Brabant donderdag.

Uit het onderzoek, dat begin juli openbaar werd, blijkt dat mensen die in de buurt van intensieve veehouderijen wonen, vaker longontsteking, eczeem en darmontstekingen dan anderen hebben. Daarentegen komen astma en allergieën minder vaak voor in de directe omgeving van veehouderijen.

Eerste gemeente

Son en Breugel is voor zover bekend de eerste gemeente in Noord-Brabant, die op deze manier reageert op de resultaten van het onderzoek. Reeds verstrekte vergunningen worden niet ingetrokken, verduidelijkt een woordvoerster van gemeente. Ze zegt verder dat er met de indiener van één aanvraag een afspraak wordt gemaakt, dat één aanvraag wordt gehonoreerd, omdat die tot minder uitstoot leidt, en dat er nog twee aanvragen lopen.

'We nemen de gezondheid van onze inwoners serieus en willen dus dat er pas op de plaats wordt gemaakt', verklaart wethouder Tom van den Nieuwenhuijzen van Son en Breugel het aanhoudingsbesluit. Vergunningaanvragen worden minstens een maand aangehouden.

Overgangsgebied

'Wij zitten in een overgangsgebied tussen het stedelijk gebied van Eindhoven, diverse snelwegen en bijvoorbeeld ons industrieterrein Ekkersrijt aan de ene kant en landbouwgebied aan de andere kant. Volgens het RIVM kan ook hier fijnstof gezondheidsproblemen veroorzaken.'

Begin september komen gemeenten uit Zuidoost-Brabant bij elkaar om over de ontstane situatie te praten. De bijeenkomst komt er op initiatief van de Peelgemeenten. Hier zijn nog geen beperkende maatregelen genomen, terwijl in die regio veel varkens- en pluimveehouderijen staan.

Zonder overleg

B en W van Son en Breugel hebben het besluit eigenhandig genomen. Ze hebben inmiddels wel contact gehad met buurgemeente Sint-Oedenrode. Van den Nieuwenhuijzen vond het nog te vroeg om ook te gaan praten met de GGD Brabant-Zuidoost en de ZLTO.