Kansen voor Nederlandse tomatenteler in Noord-Europa

Nederlandse telers die overwegen een buitenlandse vestiging om de lokale markt te bedienen doen dat het beste in Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Scandinavië, Oostenrijk, Zwitserland en Rusland.

De landen in en boven de Alpen hebben een teeltperiode die overeen komt met de Nederlandse. In het zuidelijke deel ligt die anders, bovendien bestaat daar een relatief grote tomatenproductie voor de eigen consumptie.

Hogere kostprijs

Tomaten kunnen in genoemde landen in het marktsegment local-for-local een hogere prijs opbrengen dan in Nederland. Daar staan wel hogere productiekosten tegenover.

Buiten Nederland en België ligt de kostprijs hoger door de lagere kilo-opbrengst per vierkante meter en hogere energiekosten.

Afzetkosten

De afzetkosten voor het buitenlandse product zijn door kortere transportafstanden meestal lager. De hogere kosten voor de productie worden echter niet gecompenseerd door lagere afzetkosten.

Het local for local-product zal daardoor een hogere opbrengstprijs moeten opleveren in een duurder marktsegment. Voor een dergelijk marktsegment met een hogere prijs zijn er mogelijkheden in genoemde landen. De omvang van het local-for-local marksegment kent echter wel grenzen.

Europeanisering

Het onderzoek is uitgevoerd om meer kennis te verkrijgen over Europeanisering in de glasgroenteteelt, als antwoord op de steeds moeizamere export uit Nederland.

Veel Nederlandse glastuinbouwondernemers oriënteren zich op een stap naar het buitenland, daarom liet het ministerie van Economische Zaken dit onderzoek uitvoeren in kader van de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen.