'Telers nodig voor droogbloemen'

Het huidige areaal droogbloemen van 8 hectare staat niet in verhouding tot de 25 hectare die Abko Bruggenkamp (54) uit Bovensmilde in 1996 en 1997 heeft geteeld. De vraag naar droogbloemen liep op een gegeven moment sterk terug en van de circa 150 telers die er in en rond Smilde zijn geweest, is hij als enige overgebleven.

Sinds vorig jaar neemt de belangstelling voor droogbloemen weer toe. 'We telen dit jaar soorten die we in jaren niet hebben gehad', vertelt Bruggenkamp. 'We zitten qua areaal aan het maximum en zoeken daarom telers die volgend jaar droogbloemen willen zaaien. Bij voorkeur in de regio in verband met begeleiding en vervoer.'

Lisse

De droogbloemen van de maatschap Bruggenkamp gaan naar Koos Lamboo Dried & Deco in Lisse. 'In de winter komen we bij elkaar en overleggen we hoeveel bossen er zijn te verkopen. Op basis daarvan zaaien we uit. Lamboo neemt de bossen af voor een vaste prijs.' Van alle drogerijen die in het verleden de droogbloemen afnamen, is alleen Lamboo overgebleven. 'Dat bedrijf heeft altijd onze droogbloemen afgenomen. Een belangrijke reden waarom wij nu nog droogbloemen kunnen telen.'

Er is nog een belangrijke reden waarom de ondernemer steeds is doorgegaan met droogbloemen: 'Voor veel telers was het een neventak op het akkerbouwbedrijf. Op ons kleine bedrijf was het de hoofdteelt. Daar kwam bij dat we alle machines zelf hadden. Voor ons lag stoppen minder voor de hand.'

Kerstbomen

Omdat de handel in droogbloemen terugliep, is Bruggenkamp in 2000 begonnen met de teelt en verkoop van kerstbomen. 'We proberen ons te onderscheiden met kwaliteit. We snoeien regelmatig voor mooi gevormde kerstbomen. Voor de kerst verkopen we aan huis achthonderd kerstbomen aan particulieren ondanks onze minder gunstige locatie', vertelt hij.

Naast de kerstbomen is zijn vrouw Klaudia als leerkracht in het onderwijs begonnen. 'We hebben de afgelopen jaren niet kunnen leven van de droogbloemen', zegt Bruggenkamp, die een bedrijf heeft van 15 hectare, waarvan 12 hectare eigendom.

Geen boerenzoon

Bruggenkamp is bij toeval droogbloementeler geworden. Hij is geen boerenzoon en werkte als timmerman in de bouw. In de vrije tijd werkte hij bij een buurman die droogbloementeler was. Toen het in de bouw minder ging, heeft hij een hectare land gehuurd en is hij begonnen met de teelt van droogbloemen.

De oogst van droogbloemen begint eind juni en loopt door tot in augustus. 'We maken gebruik van vakantiewerkers en dan moet het in september zijn afgelopen. Het koppen van de strobloemen zonder steel moet nog gebeuren. Dat doen we op de zaterdagen.'

Geen Polen

Veel andere telers met arbeidsintensieve gewassen maken gebruik van Poolse medewerkers. 'Dat is alleen mogelijk als je de mensen voor langere tijd aan het werk kunt houden. Wij hebben typisch seizoenswerk en maken daarom gebruik van vakantiewerkers. Vakantiewerk is er vrij weinig. Op een advertentie kregen we negentig reacties, terwijl we maximaal veertig vakantiewerkers nodig hebben.'

Bruggenkamp is 35 jaar geleden begonnen met droogbloemen. Hij merkt een duidelijk verschil tussen vakantiekrachten nu en bijvoorbeeld twintig jaar geleden. 'Voor hetzelfde werk heb je nu meer jeugd nodig. Gemiddeld genomen houden ze minder van aanpakken. Dat collega's vaak Polen inschakelen, is niet omdat veel jeugdigen zo flink zijn.'

Soorten

De hoeveelheid vakantiekrachten is vooral afhankelijk van de soort droogbloemen en in welke mate de teelt is geslaagd. 'Een beperkt aantal soorten is geschikt om te drogen. Denk aan riddersporen, papavers en juffertjes-in-'t-groen. Riddersporen moet je per stengel snijden. Dat vraagt meer werk dan soorten die je met de sikkel kunt oogsten.'

Veel teelten zijn gevoelig voor extreme weersomstandigheden. 'Vorig jaar kregen we twee dagen voor de oogst te maken met een zomerstorm. In één keer waren vierduizend bossen bloemen weg, terwijl je al het werk en de kosten hebt gehad. Bij droogbloemen moet je er rekening mee houden dat je niet alles kunt oogsten. Het kan dan alleen maar meevallen.'

Bedrijfsopvolger

Dochter Tina (22) is mogelijk de bedrijfsopvolger. 'Ze pakt het werk goed op en met plezier. De omgang met de scholieren gaat goed. Daar heb je geduld voor nodig en dat heeft ze', constateert Bruggenkamp tevreden.