Ploeg blijft, maar komt minder vaak uit de schuur

Bijna 90 procent van de Duitse boeren ploegt nog steeds, blijkt uit recent onderzoek. Slaat de niet-kerende grondbewerking dan niet aan? Het is meer dat extensieve en intensieve bewerkingen naar elkaar toe groeien, zoals ook te zien is op de mechanisatiebeurs Agrotechniek Holland, deze week in Biddinghuizen.

Ploeg+blijft%2C+maar+komt+minder+vaak+uit+de+schuur
© Lemken

Ook in Nederland is dat het geval.Akkerbouwers in Duitsland gaan hun percelen steeds intensiever te lijf met een nieuwe generatie machines. De alom aanwezige compact-schijveneg wordt vervangen door een exemplaar met grote schijven, omdat die schijven-de organische stof in het volledige bodemprofiel te brengen.

Eenzelfde trend speelt bij cultivatoren. Naast een vlakke, snijdende, werking kunnen ze diep mixen en met veel gewasresten overweg.

Het blijkt uit een enquête van het Duitse DLG onder 274 boeren, samen goed voor 67.000 hectare, gemiddeld 244 hectare per bedrijf. Slechts 12 procent van de boeren gaf aan geen ploeg meer te bezitten. Redenen om de ploeg niet aan de wilgen te hangen zijn het onderwerken van gewasresten, wat de ziektedruk verlaagt, en het voorkomen van slakken- en muizenschade. Wel wordt de ploeg steeds vaker ingewisseld voor andere grondbewerkingen.

Bij vastetand-cultivatoren zijn het vooral machines met drie balken die de Duitse akkerbouwer inzetten. De trend over de laatste vijftien jaar is dat de machines meer werkzaamheden combineren, veelzijdig zijn en ook intensief kunnen werken. Vooral het inmengen van plantenresten is essentieel.

Bescheiden werkbreedtes

De schijveneg is op driekwart van de Duitse bedrijven aanwezig. Het overige kwart zet liever een cultivator in voor ondiepe grondbewerking. Bijzonder is dat de werkbreedtes voor grondbewerking relatief bescheiden zijn. Een ploeg met vier tot zes scharen, 4 meter schijveneg en 3,7 meter cultivator zijn gemiddeld. Wel is het gebruikte trekkervermogen in vijftien jaar tijd verdubbeld: Van 100 naar 200 pk per machine.

Sommige discussies en ontwikkelingen rond grondbewerking die in Duitsland spelen, zie je ook in Nederland. Water- en winderosie zijn een issue, net als stromanagement na de oogst. Ook richten de Duitse akkerbouwers zich meer en meer op mechanische onkruidbestrijding als alternatief voor glyfosaat.

Intensievere grondbewerking

Hans Hoogland, area salesmanager bij Lemken, bemerkt dat ook in Nederland intensieve grondbewerking de trend is. 'In ons productprogramma wordt de Smaragd-cultivator met twee balken opgevolgd door de Karat met drie balken. De Rubin 11 en 12 schijveneggen hebben grotere schijven om dieper mee te werken en meer gewasresten in te mengen.

'Daartegenover staat dat we ondieper zijn gaan ploegen. Een Nederlandse boer zet zijn ploeg niet snel aan de kant. In tien jaar tijd is de ploegenproductie bij Lemken verdubbeld. De spitmachine is het enige vergelijkbare alternatief dat in de buurt komt. Het gebruik van spitmachines wisselt. Naast het verschil in grondsoort is het succes sterk afhankelijk van de omstandigheden.'

'Tien jaar geleden stond iedere bijeenkomst in het teken van niet-kerende grondbewerking. Momenteel is dat veel minder', merkt Hoogland op. 'Technieken als niet-kerend, spitten en ecoploegen hebben ook op gangbaar ploegen een effect gehad. Zo wordt kritischer gekeken naar de omstandigheden. Waar voorheen 30 centimeter werkdiepte standaard was, is dat nu 24 tot 27 centimeter.

'Niet meer door de voor rijden, het bovenoverploegen, is ook bezig met een opmars. De interesse hierin is groter dan verwacht. Het is een typisch Nederlands fenomeen. In Duitsland, België en Frankrijk is de interesse hiervoor miniem.'

Ploegen op 18 centimeter

'We proberen aan te tonen dat met een traditionele ploeg ondiep is te ploegen, tot een minimum van 18 centimeter. Daarvoor hanteer ik de term VVD. En dan niet langer vroeg, vlak en droog, maar vast, vlak en droog. Dat gaat zeker op voor bovenoverploegen, waar je een vaste ondergrond voor nodig hebt.

Toch blijft er een belangrijk kritisch punt spelen bij ondiepe grondbewerking, stelt Hoogland. 'Oogstmachines zijn een grote boosdoener waardoor ondiep werken niet naar tevredenheid loopt. De verdichting moet worden weggenomen. Boeren worden zich gelukkig steeds bewuster van dit feit.'

Intensieve teelten in Nederland zorgen voor unieke situaties die ook doorwerken in de grondbewerking. Daarbij komt het feit dat de machines veelal niet breder dan 3 meter mogen zijn. Aan de andere kant zoekt de Nederlandse akkerbouwer machines die kostenefficiënt en veelzijdig inzetbaar zijn. Voor grote internationale fabrikanten, met focus op grootschalige graanteelt, is het een opgave die machines te ontwikkelen.

Bouwvoorlichter blijft

De bouwvoorlichter – en dan met name uitgerust met de Dent-Michel tand – is een van de machines die in tien jaar tijd een enorme opkomst heeft doorgemaakt. Toch is ook de bouwvoorlichter niet het ei van Columbus. Vooral op de zware kleigronden geeft de bewerking niet altijd een goed resultaat.

Net als de ploeg zorgt de voorzetwoeler voor veel waterberging. Daar wordt in Nederland steeds meer waarde aan gehecht.

Hoge bodemverdichting, als gevolg van zware (oogst)machines, is niet altijd te repareren met grondbewerking. Daarvoor is meer nodig. Dat vergt rigoureuze maatregelen in het totale bodemmanagement.

Tot 40 centimeter lostrekken

Een vorm van grondbewerking die elders in Europa erg populair is, combineert de schijveneg met het inmengen van gewasresten en diep lostrekken van de bodem. Onder andere Väderstad en Horsch bieden daarvoor machines aan met snijschijven, verschillende soorten tanden en aandrukrollen.

De fabrikanten streven naar afzet van de machines in Nederland maar daar is de beperkte bedrijfsomvang een nadeel. Het zijn prijzige machines die ontworpen zijn voor het bewerken van veel hectares.

Väderstad biedt de Topdown wel in een 3 meter brede uitvoering aan. Horsch begint met de Terrano MT bij 4,4 meter. Daarbij komt de enorme vermogensbehoefte: 100 pk per meter werkbreedte is niet excessief. De machines werken dan ook tot 40 centimeter diep bij een hoge rijsnelheid. De machines zijn ook bedoeld om verschillende bewerkingen te combineren en het land in één werkgang zaai- of winterklaar te leggen.

In het buitenland lukt het om met deze machines de ploeg te vervangen, zelfs voor de teelt van aardappelen of groenten. De grond wordt volledig losgemaakt, verdichting opgeheven en resten ingemengd. Een nadeel is dat bij veel neerslag de bodem soms een slappe pudding wordt. Ploegsneden drogen sneller op dan vlak land. Verder moet de akkerbouwer bij de de voorjaarsbewerkingen rekening houden met de gewasresten.

Gezien de vermogensbehoefte en het prijskaartje zal de intensieve bewerking met de schijveneg van Nederland niet snel een opmars maken. Ploegen is niet goedkoop, maar de kosten zijn beheersbaar en het resultaat betrouwbaar. Het jaarrond rendabel maken van een zeer zware grondbewerking- en zaaitrekker is een blijvend vraagstuk, ook in andere landen.

Comeback Ecoploeg

Een aantal telers kiezen voor de Ecoploeg van Rumptstad als tussenweg tussen wel en niet ploegen. Ook enkele andere fabrikanten experimenteren met dit type ploeg. De Ecoploeg behoudt de voordelen van ploegen en maar heeft ook deels de voordelen van niet-kerende grondbewerking: meer organische stof in de teeltlaag en meer mineralen bovenin de bouwvoor.

De Ecoploeg is een effectieve mechanische onkruidbestrijder, die daardoor vooral bij biologische bedrijven wordt ingezet. De methode is echter gevoelig voor sporen en een niet-vlakke bodem. Ook bodemverdichting door oogstmachines wordt er niet mee verholpen. De komende jaren zullen aantonen of de wederopstanding van dit type ploeg terecht is geweest.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 2°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer