Middelenbeleid Albert Heijn stuit op onbegrip fruitteler

Dat bleek vrijdag tijdens de Kennisdag voor de Fruitteelt in Wageningen. Leon Mol, manager productveiligheid bij Ahold, gaf daar op uitnodiging van de organisatoren NFO (Nederlandse Fruittelers Organisatie) en Wageningen Plant Research een toelichting op de plannen van de supermarktketen om het agf-schap te verduurzamen.

Albert Heijn maakte deze zomer bekend dat het in afstemming met de Stichting Natuur en Milieu het gebruik van 28 middelen voor de teelt van aardappelen, groenten en fruit wil terugdringen. De groep met middelen is gebaseerd op een lijst met risicostoffen die is opgesteld door het CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu). Zeker zeven van die stoffen zijn relevant voor de fruitteelt.

Mol legt uit dat het doel is om de hoeveelheid gebruikte actieve stoffen van de bewuste lijst in volume terug te dringen. Hij vertelt dat na een inventarisatie komend jaar moet blijken waar het in de teelt mogelijk is om het middelengebruik te beperken. 'Vanaf 2018 gaan we ervan uit dat relevante maatregelen daarvoor ingevoerd gaan worden.'

Het betreft volgens Mol uiteindelijk een nee-tenzij-principe. 'Wij stellen geen zwarte lijst samen en vinden dat er ook altijd een correctie mogelijk moet zijn als de omstandigheden daarom vragen. Daarover zijn met Natuur en Milieu ook duidelijke afspraken gemaakt.'

Overdonderd en verrast

Een aanwezige fruitteler zegt in de aansluitende discussie met Mol dat hij overdonderd en verrast was door de berichtgeving over middelen die Albert Heijn eventueel in de ban wil doen. Hij vindt het vreemd dat de retailorganisatie hierover wel contact zoekt met de natuurorganisaties en niet met de primaire sector. Mol erkent dat er in de eerste fase met veel partijen overleg is geweest, maar nog niet met landbouworganisaties als LTO en NFO.

'We vonden uiteindelijk dat snel schakelen noodzakelijk was. De druk op de gewasbeschermingsmiddelen van buitenaf neemt snel toe. Bovendien is het een trend dat er steeds meer rauwe groenten en fruit geconsumeerd worden en telen we ook in Nederland nog veel producten met teveel residu aan gewasbeschermingsmiddelen.'

Mol zegt dat hij telersbijeenkomsten als de Kennisdag wil gebruiken om de primaire sectoren bij te praten en uit te leggen wat het doel is van Albert Heijn. 'Het verduurzamen van ons agf-schap is een doorlopend proces. Er is meer kennis en steeds komen er weer nieuwe technieken om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en bijvoorbeeld water en energie te beperken. Onze eerste focus ligt nu bij de gewasbescherming.'

Nog één van de bezoekende fruittelers wilde tot slot van Mol weten of de nieuwe richtlijnen van Albert Heijn ook gaan gelden voor buitenlands product. 'In principe zijn onze eisen grensoverschrijdend met daarbij een gebiedsspecifieke differentiatie', verzekert Mol. 'Maar wel richten we ons in eerste instantie op Noordwest-Europa, dat is voor de aanvoer van onze versproducten veruit het belangrijkste teeltgebied.'

Klagen heeft weinig nut

Na de inleiding van Mol werd Dick Veerman van het platform Foodlog gevraagd om zijn visie te geven op de positie van de fruitteler ten opzichte van de retailorganisaties. Veerman vindt vooral dat het klagen van de fruittelers over Albert Heijn weinig nut heeft.

'Ook voor de retail verandert de markt van bulk naar meer specificaties. Supermarkten willen zich onderscheiden ten opzichte van hun concurrenten. Albert Heijn is daarvoor ook in de fruitteelt op zoek naar voorlopers en is zeker niet geïnteresseerd in alle fruittelers', houdt Veerman zijn toehoorders voor.

Veerman voorspelt in het voedingsaanbod een strijd tussen vers en houdbaar product. In die strijd zullen supermarkten en telers volgens hem elkaar moeten opzoeken in hun strijd tegen grote concerns als Nestlé en Unilever. 'Er zijn zeker kansen voor vers. Naast de supermarkten zien we nu de opkomst van de Foodboxen en wordt ook bij fastfoodketens het aandeel verse groenten en fruit steeds groter.'