Praktijk telt mee in zesde nitraatplan

'Door de focus te leggen op goede landbouwpraktijk spreek je boeren en tuinders aan op hun vakmanschap', reageert Hans Huijbers, LTO-portefeuillehouder Duurzaam Ondernemen. Positief is hij ook over de inzet op regionaal maatwerk via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer en de bereidheid van het kabinet om te zoeken naar aanvullende derogatiemogelijkheden.

Van Dam presenteerde deze week de lijn die hij wil volgen bij de onderhandelingen met Brussel over een nieuw Actieprogramma Nitraatrichtlijn. LTO kan instemmen met het hoofddoel van het programma: verbetering van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Maar niet alle maatregelen waaraan de bewindsman denkt, kunnen rekenen op instemming van LTO.

Aangescherpt

Een pijnpunt is met name de mogelijkheid dat de gebruiksnormen voor dierlijke mest in het zuidelijk zand- en lössgebied verder worden aangescherpt. De staatssecretaris sluit niet uit 'dat aanpassingen van gebruiksnormen nodig zullen zijn om waterkwaliteitsdoelen te realiseren', schrijft hij in een uitvoerige brief aan de Tweede Kamer.

'Dat vinden wij een heilloze weg', aldus Huijbers. 'De focus moet worden gelegd op bodemverbeterend beleid. Bodemverbetering is wat boeren en tuinders bezighoudt. Het heeft niet alleen positieve effecten op gewasopbrengst, maar gaat ook uitspoeling van nutriënten tegen. Bodem centraal, dat is onze focus.'

Andere uitrijdperiode

Van Dam wil nadenken over verschuiving van de uitrijdperiode van drijfmest op bouwland. Het zou erop neerkomen dat ondoelmatige aanwending van mest in het begin van het jaar verminderd wordt. Daar staat tegenover dat er in de nazomer meer ruimte is om de ontwikkeling van een goed vanggewas te stimuleren. 'Die voordelen weeg ik af tegen het risico op extra uit- en afspoeling.'

LTO noemt dat bespreekbaar. 'Van Dam sluit in zijn redenering veel meer aan bij de huidige praktijk. En het geeft duidelijkheid aan ondernemers. Dat waarderen wij', zegt Huijbers.

Groenbemesters

In de Kamerbrief benadrukt de staatssecretaris dat bouwland zonder gewas vanuit de doelstelling van het zesde Actieprogramma niet wenselijk is. Bevorderen van groenbemesters en vanggewassen onder bijvoorbeeld mais ziet hij als een gewenste ontwikkeling. In zijn ambities is ook ruimte voor precisiebemesting en equivalentie.

'De Kamerbrief ademt duidelijk een andere route: minder generieke normering, en veel meer aandacht voor goede landbouwpraktijk en ruimte voor specifieke maatregelen waar het vakmanschap van boer en tuinder aan de orde is. Dat is wat ons betreft een prima lijn', stelt Huijbers.

Bij de actualisering van de fosfaatgebruiksnormen zal het kabinet rekening houden met bodemanalyses en de stijgende gewasopbrengsten.

Huijbers: 'Dat is wat met name akkerbouwers graag zien en waar LTO steeds op gehamerd heeft. Er zijn gewassen die meer fosfaat onttrekken dan toegediend mag worden. Daar gaat Van Dam nu iets aan doen, zo lezen wij zijn brief.'