LTO betwist omvang leegstand

Dat stelt LTO Noord Utrecht in reactie op het rapport 'Vrijkomende Agrarische Bebouwing', dat provincie Utrecht vorige week presenteerde. In dit rapport kijkt de provincie echter alleen naar bedrijfshoofden ouder dan 55 jaar, zonder bedrijfsopvolger. Op basis daarvan kun je geen conclusies trekken, vindt LTO Noord.

Veel meer is nog mogelijk met beter inzet van bestaande beleidsinstrumenten, vindt LTO. De omvang van vrijkomende agrarische bebouwing blijkt de laatste jaren groter te zijn dan de historische trend, vanwege de economische crisis en de vergrijzing in de sector. Diverse partijen proberen die omvang nu in beeld te krijgen.

Ontwikkelruimte

'Vrijkomende agrarische bebouwing hoeft geen groot te probleem te worden', zegt Bert van Donselaar, voorzitter van LTO Noord Utrecht. 'Zeker als je bedrijven ontwikkelruimte biedt.

Daarnaast zal een goed werkend instrumentarium de meeste kans geven op behoud van ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied, asbestsanering en verduurzaming van de sector.'

Beleid

Van Donselaar: 'Er is goed beleid nodig voor ondernemers die willen uitbreiden en daarbij kansen krijgen als er oude stallen van stoppers worden gesloopt.' Hij doelt op onder meer het ruimte voor ruimte-beleid.

'Ook een goede route is het VAB-loket van gebiedscoöperatie O-gen. Dat ondersteunt agrariërs door samenwerking te zoeken met initiatiefnemers en/of projectontwikkelaars.'

Kleiner

LTO Noord raadt aan niet te rigoureuze stappen te zetten. 'Het probleem is kleiner dan de provincie voordoet. Voor een deel zal het zichzelf oplossen door ondernemerschap en effectief beleid', stelt Van Donselaar.

Hij verwijst naar onderzoek dat LTO Noord in 2016 uitvoerde in de gemeenten Houten, Oudewater en De Bilt. LTO Noord kwam hier uit op 80.000 vierkante meter vrijkomende bebouwing (tot 2030). Dat is slechts 40 procent van de 202.000 vierkante meter die de provincie had becijferd.