NVWA blijft kritisch op pluimveeslachterijen

Ondanks de problemen bij het transport van de dieren ziet de NVWA ook verbeteringen. Zo werd in het afgelopen jaar bij meer dan 90 procent van de steekproeven geen enkele verontreiniging aangetroffen op kippenvlees. Voorheen was dit bij 74 procent nog het geval.

Sinds april 2015 voert de inspectiedienst intensievere controles uit bij pluimveeslachterijen. Deze nieuwe aanpak is onderdeel van het Plan van aanpak NVWA uit 2013, waarin het intensiveren van het toezicht een van de speerpunten was. Staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) deed donderdag per brief verslag van aan de Tweede Kamer over de inspecties die tot eind 2016 zijn uitgevoerd.

Boetes

Van Dam schrijft dat het aantal opgelegde boetes vorig jaar fors is gestegen van 94 in de periode 2010-juni 2015 naar 259 in de periode juli 2015-december 2016. Het aantal schriftelijke waarschuwingen nam toe van 122 in 2010-2014 naar 802 in 2015/2016.

Naast de boetes en waarschuwingen werden slachterijen na inspecties zo'n 900 keer gemaand om bij lichte overtredingen direct herstelwerkzaamheden uit te voeren. De controles wijzen uit dat er nog veel valt te verbeteren aan het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen, het schoonhouden van bedrijfsruimten en apparatuur en de persoonlijke hygiëne van medewerkers.

Onenigheid

Ook bij de naleving van de regels voor dierenwelzijn zijn verbeteringen nodig, stelt Van Dam. Ondanks het intensievere toezicht is de naleving hier gedaald. Aandachtspunten zijn het uitladen van de kippen, het kantelen van de kratten en de waterbadbedwelming.

De pluimveeverwerkende Industrie, verenigd in NEPLUVI, is op hoofdlijnen positief over NVWA rapportage. De organisatie wijst op het hoge aantal metingen: 25.000, en het hoge percentage waarbij geen afwijkingen zijn geconstateerd: 83 procent.
Bij een deel van de overtredingen plaatst NEPLUVI vraagtekens. Hierover is al langer onenigheid over de controlesystematiek van de NVWA. Hierover worden momenteel juridische procedures gevoerd.