Voerspoor is kansrijk op boerenerf

De mengvoerbranche moet fosfor in brok verminderen. Een uitdaging, maar voor de meeste bedrijven haalbaar. Het effect voor melkveehouders is waarschijnlijk minimaal. Maar ze kunnen zelf werken aan mineralenefficiëntie. Dit krijgt in de huidige wetgeving niet zoveel aandacht, maar is vanaf 2018 interessant om extra ruimte voor rundvee te winnen.

Voerspoor+is+kansrijk+op+boerenerf
© Landpixel

Het aandeel fosfor in het mengvoer moet verder omlaag. De opdracht daarvoor ligt in eerste instantie bij de mengvoerindustrie. Veel melkveehouders reageren huiverig bij het horen van deze berichten. Ervaringen op het eigen bedrijf of dat van collega's omtrent koeien die omvallen door fosfortekort worden onderling gedeeld en maken hen afwachtend.

Toch is dat niet nodig, zegt Tim van Noord van PPP Agro-Advies. 'Gemiddeld bevatten de melkveerantsoenen in Nederland 3,8 gram fosfor per kilo droge stof. De veilige grens ligt op 3,4. Dat boeren toch tegen problemen door fosfortekort oplopen, heeft diverse oorzaken.'

Werkelijke fosforaanbod

Eén daarvan is het werkelijke fosforaanbod uit graskuil, zo licht Van Noord toe. De meeste graskuilen bevatten namelijk rond de 4 gram fosfor per kilo droge stof, maar dat is niet altijd zo. 'Op fosfaatfixerende grond bijvoorbeeld kan het aandeel veel lager zijn. Voer je dan ook nog snijmais bij, dan moet je wel echt oppassen in de keuzes voor het krachtvoer. Want dan liggen risico's op de loer.'

'Als goede mineralenefficiëntie meer oplevert, kun je de voeradviseur beter daarop beoordelen'

Tim van Noord van PPP Agro-Advies

Volgens Van Noord helpt het om meerdere monsters van de graskuil te nemen. Zeker als de snedes niet evenredig zijn verdeeld over één kuil. Ook dat kan tot tekorten leiden, simpelweg door geen of het verkeerd inzicht te hanteren bij de rantsoenberekening.

Hij analyseerde afgelopen jaar ruim 2.700 Kringloopwijzers. Een belangrijke uitkomst die naar voren kwam is het grote verschil in kilo's melk per kilo fosfaat. De 10 procent van de melkveehouders die het laagst scoren, zit op 128 kilo melk per kilo fosfaat, de 10 procent die het hoogst scoort op 225. Gemiddeld ligt het cijfer op 174.

Actueel

Dit kengetal sneeuwt binnen de huidige discussie rond fosfaat de laatste maanden wat onder. Maar het wordt vanaf 2018 weer erg actueel, stelt Van Noord. 'Het GVE-reductieplan regeert nu onder melkveehouders. Dat is begrijpelijk. Maar wanneer vanaf 2018 de fosfaatrechten gelden, is er echt wat te winnen met fosfaatefficiëntie. Het kengetal verdient aandacht en waardering. Extra efficiënt produceren bespaart immers investeringskosten in fosfaatrechten.'

Nu nog spelen veel melkveehouders vaak op save. 'Daarbij speelt emotie een belangrijke rol. Een hoge melkproductie vinden veel boeren nog belangrijk, en de voeradviseur wordt daar soms op afgerekend. Daarom is die sneller geneigd om een kilo krachtvoer per koe extra te adviseren. Een goede melkproductie is wel van belang, maar het moet niet ten koste gaan van een goede mineralenefficiëntie. Als dat laatste meer oplevert, kun je de voeradviseur beter daarop beoordelen.'

Financieel voordeel

René Knook, productmanager bij De Heus, onderschrijft de uitdaging voor voeradviseurs om mee te helpen aan fosfaatefficiëntie. 'Wij zijn 2,5 jaar geleden gestart met ons FosfaatCompass. Toen was het nog minder urgent, maar we werken al langer aan bewustwording met als doel financieel voordeel te behalen door de efficiëntie te verhogen.'

Volgens Knook is het financiële voordeel wat ook voeradviseurs drijft. 'Er wordt wel eens de suggestie gewekt dat adviseurs aansturen op een beetje extra fosfor in het voer om de veilige kant aan te houden. Dat is een misvatting. Het gaat ons erom dat we voor onze klanten het meest economisch renderende rantsoen berekenen. Daarin zijn fosfaatbenutting en -efficiëntie tegenwoordig belangrijke onderdelen.'

Knook zegt daarbij dat het niet een doel op zich moet zijn te gaan voor een laag aandeel fosfor in het rantsoen. 'Het lijkt er nu wel eens op dat melkveehouders en adviseurs alleen naar het P-gehalte moeten kijken. Maar het economische rendement van het rantsoen blijft de belangrijkste pijler.'

Volgens de productmanager van De Heus is het belangrijk te sturen op drogestofopname. 'Meer drogestofopname zorgt immers bij een lager fosforgehalte in het rantsoen voor voldoende P-opname per dag voor de koe.'

Later maaien

Van Noord onderschrijft het belang van een goede drogestofopname. Hij stelt dat melkveehouders nog meer opties hebben om te sturen. 'Wie werkt met grasrijke rantsoenen doet er vaak goed aan iets later te maaien, mits de verteerbaarheid op peil blijft. Het aandeel fosfor daalt daardoor. Dat latere maaien druist bij veel boeren tegen hun gevoel in, maar kan vaak erg goed passen.'

Daarom is het aan te raden om vooraf in kaart te brengen welk ruwvoer het beste past bij de bedrijfsvoering. 'Ik weet dat het weer veel bepaalt rond maaimomenten en groei. Maar zelf kun je vaak ook goed sturen. Ga daarom met je adviseur aan tafel en bespreek niet alleen het huidige rantsoen, maar juist ook het ruwvoer dat je komend jaar wilt oogsten. Met proactief werken is nog veel te winnen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Weer

Meer weer