Provincies onderzoeken biologische landbouw

De provincies brengen de gevolgen voor het milieu en de economie in kaart als er sprake is van grootschalige omschakeling naar biologische landbouw. Onderwerpen als opbrengst, werkgelegenheid, landschap en milieu- en economische prestaties worden naast elkaar gezet.
Biologisch teler Jan Willem Bakker uit het Friese Munnekezijl is er zeker van dat er markt is voor biologische teelt in Noord-Nederland. 'De markt is in jaren niet zo vragend en trekkend geweest', stelt hij.
'Soms hadden we moeite om het bouwplan vol te maken, maar nu kunnen we een keur aan gewassen afzetten', stelt Bakker. 'We zien dat er een andere generatie consumenten komt, die niet meer voor het goedkoopste eten gaat, maar een gezond lichaam belangrijk vindt.' Toch verwacht de teler dat het aantal boeren dat gaat omschakelen gering blijft. 'Hier zijn ze heel goed in pootgoed telen. Van deze corebusiness stappen ze niet snel af.'

De drie noordelijke landbouwgedeputeerden verwachten dat biologische landbouw mondiaal gezien een groeiende sector blijft. In de komende jaren zullen meer boeren voor deze methode kiezen. Maar het is nog niet duidelijk wat zo'n bredere overgang naar biologische landbouw de samenleving als geheel zal brengen, geven de provincies aan.

Avalon

Een expert van stichting Avalon gaat de effecten van biologische landbouw in het Noorden onderzoeken. Hij deed al eerder een gelijksoortig onderzoek in Wallonië.

Een van de voorlopige resultaten hieruit is dat de bruto economische meerwaarde van de biologische landbouw bij volledige omschakeling even hoog is als die van de gangbare landbouw mits er een meerprijs is van 5 tot 25 procent, zegt directeur Martien Lankester.

Ziektekosten

Bovendien is de werkelijke economische meerwaarde, na aftrek van de gerelateerde milieuschade, het dubbele van de gangbare landbouw, aldus Lankester. De ziektekostenrekening blijkt met 108 euro per per persoon per jaar te dalen. 'Dit lijkt vooral te komen doordat de biologische sector geen pesticiden gebruikt en door de vermindering van de langetermijnluchtvervuiling.'

De Drentse gedeputeerde Henk Jumelet vindt dat de provincies aan zet zijn om de biologische landbouw te stimuleren. 'Met name de melkveehouderij heeft het lastig. Een groot aantal boeren wil op een andere manier verder. Wij moeten die faciliterende rol oppakken.'

Of daar financiële ondersteuning bij hoort, daarop wil Jumelet nog niet vooruitlopen. 'Binnenkort spreek ik samen met de Groningse gedeputeerde met Triodos Bank. '
Groningen telde vorig jaar ruim 80 biologische land- en tuinbouwbedrijven, Drenthe ruim 70 en Friesland 150, meldt Skal. Het ging om een totaalareaal, inclusief de omschakelaars, van 17.050 hectare.