Zachte herfst leidt vaak tot extra grassnede

Volgens Sjoerd Roelofs, adviseur rundvee bij DLV Advies, zitten veel extensieve melkveehouders niet op najaarsgras te wachten. 'Ze zitten vaak royaal in het gras, met 80 procent gras in het areaal vanwege de derogatie.'

Daarom hebben weinig ondernemers de focus op het najaar, denkt Roelofs. 'In principe zijn de eerste twee sneden voor het melkvee. Een eventuele vijfde snede kan soms een aanvulling zijn op gras met een matig ruw eiwit. Dan is het welkom. Het is geen doel op zich.'

Ieder najaar onzeker

Hendrik Nagelhoud, salesmanager bij DLF, vindt ieder najaar onzeker. 'Bij een koud najaar kan het zijn dat de groei eruit gaat, terwijl bij veel regen het betreden juist lastig wordt. Dan kan het bij een hoge temperatuur zomaar dat er in oktober nog een groeistart komt. Het gras mag niet te lang de winter ingaan. Maar wat doe je met die najaarssnede?'

Teeltadviseur Mark de Beer van Groeikracht: 'Je moet de grasgroei altijd benutten. De laatste jaren zie je relatief veel najaarsgras . Met de huidige kennis weten veel ondernemers hier een prima product van te maken. Ik kom nogal eens najaarskuilen van 900 VEM tegen.'

Eiwitrijk

Dat komt volgens De Beer doordat de najaarskuil vaak eiwitrijk is. 'Beweiden en zomerstalvoederen zijn prima alternatieven.' Roelofs vult aan: 'Door vers gras te verstrekken, is op eiwitaanvulling uit krachtvoer te besparen. Dit is ook de goedkoopst mogelijke manier van voeren. Voor anderen is het wellicht een optie om grasbrok te laten maken vanwege hetzelfde doel. Daarbij speelt de afstand tot de grasdrogerij een rol.'

De oogst als kuilgras is soms lastig, weet Roelofs. 'Het korten van de dagen bemoeilijkt de grasdroging. Daarbij komt dat het weer een gok blijft. Soms is er een warme periode in oktober met als gevolg een relatief hoge bodemtemperatuur. Dan kan het gras ineens eind oktober beginnen met groeien. Het inkuilen wordt dan nog moeilijker.'

Spreiding in bemesting

Om een najaarssnede goed te benutten, is voldoende spreiding in bemesting essentieel, stelt De Beer. Genoeg voor de eerste snede en bij voorkeur dunne fractie in de zomer. Water bij de drijfmest werkt ook goed, maar bij hogere temperaturen loopt de grasgroei toch snel terug.

Voor de nazomer kan drijfmest prima worden benut, stelt de teeltadviseur. 'Wie in de eerste helft van augustus een gift van 10 tot 15 kuub toedient, heeft met die gift ook een nawerking richting vijfde snede. Het afgelopen jaar was die vijfde snede vaak beter dan de tweede snede. '

Gericht doseren

Verder is het ook binnen het areaal een kwestie van gericht doseren en verdelen. 'Weet op welke percelen het gras harder groeit, waardoor het gras een hogere behoefte heeft. Bemest zo'n perceel meer dan een minder productief perceel', vervolgt De Beer.

Naast een goede bemestingsplanning is volgens Roelofs een goede zodekwaliteit essentieel voor een prima najaarssnede. 'Er moeten voldoende goede grassen in de zode zitten. De vertering van de eerste snede is altijd het best. Daarna loopt dit langzaam terug. Bij minder kwaliteit grassen, zoals kweekgras, ruwbeemd en straatgras, loopt die kwaliteit in de loop van het jaar harder achteruit. Hierdoor wordt het gras minder goed verteerd.'

Kroonroest

Een ander probleem is kroonroest. Er zijn rassen op de markt met een hoge kroonroestresistentie. Dat is verder te beperken door voldoende bemesting op het juiste moment of het zaaien van grasklaver. 'Sommige veehouders zetten hun bemesting volop in op de eerste en tweede snede, terwijl in het najaar door kroonroest bruingekleurde percelen ontstaan. Daar trekt zelfs het jongvee de neus voor op', stelt De Beer.