Grote rol hulpstoffen bij beperken drift

De inzet van hulpstoffen in de gewasbescherming groeit. Inmiddels zijn zo'n honderd hulpstoffen toegelaten. Het gebruik gaat een grote rol spelen bij het beperken van drift en het effectief kunnen inzetten van groene middelen, zo werd vorige week vrijdag duidelijk op een informatiedag in Gorinchem. 'De hulpstof maakt vaak het verschil.'

Grote+rol+hulpstoffen+bij+beperken+drift
© Han Reindsen

Hulpstoffen kunnen de verdamping van een gewasbeschermingsmiddel op het blad verlagen, de hechting en spreiding van de druppels verbeteren en de opname van een middel in het blad versnellen. Wie hulpstoffen op de juiste manier toepast, kan de werkzaamheid van een middel verbeteren en kosten besparen. Welk middel, waar en op welke wijze inzetten is voor telers en voorlichters niet eenvoudig.

Om hier meer duidelijkheid over te krijgen hield SurfaPlus vorige week vrijdag in Gorinchem een informatiedag over de perspectieven van hulpstoffen in gewasbescherming.

Werkzaamheid verhogen

'Een hulpstof is een product dat de werkzaamheid van een middel of een (blad)meststof verhoogt zonder zelf een effect te hebben op het functioneren van de plaag of het gewas', zegt Hans de Ruiter, oprichter van SurfaPlus. Het bedrijf ontwikkelt, test en verkoopt hulpstoffen.

Een gewasbeschermingsmiddel kan niet alles en daarom zijn hulpstoffen van belang

Ronald Vermeer, Bayer CropScience

In het algemeen is er sprake van een matige opname van de zuivere werkzame stof, geeft De Ruiter aan. 'Zonder hulpstof is de opname vaak minder dan 50 procent. En als de 50 procent wordt bereikt, dan is dat pas na twintig tot zeventig uur. Met een hulpstof is de opname te verbeteren. Daarmee maak je vaak het verschil.'

Windtunnel

Michael Houbraken van de Universiteit Gent heeft in een windtunnel onderzoek gedaan naar de vervluchtiging van gewasbeschermingsmiddelen na toepassing. 'De vervluchtiging van de zuivere actieve stof was in een proef na 48 uur tot 90 procent. Met een hulpstof was slechts 50 procent verdwenen. Het beeld is niet altijd zo scherp, maar de hulpstof heeft wel steeds meerwaarde.'

De vraag is hoe de resultaten uit de windtunnel zijn te vertalen naar de praktijk. 'In het veld heb je opname door de plant. De fractie die niet snel wordt opgenomen, daarvan is de verdamping met een hulpstof te beperken en dat deel is in een windtunnel te onderzoeken.'

Vier groepen

Han Rieffe van Croda Nederland schept enige orde in de hulpstoffen. Hij verdeelt ze in vier groepen: polymeren (anti-drift), surfactanten (verlagen oppervlaktespanning, uitvloeiers), oliën (opname verbeteraars), zouten (waterverzachters) en buffers (pH-regelaars).

Ondanks deze indeling is het niet makkelijk om het juiste middel te kiezen. Er is veel kennis nodig om onder bepaalde (wisselende) weersomstandigheden de juiste keuze te maken. 'Er zit een kloof tussen fundamenteel onderzoek en de praktijk. Adviseurs moeten steeds de brug opzoeken', zo werd opgemerkt.

Uitvloeiers

Elwin Dirkse van Modify maakt duidelijk dat er nogal wat verschil zit tussen uitvloeiers. Bijvoorbeeld als het gaat om de vraag hoe sterk en hoe snel ze werken. Superuitvloeiers, zoals Zipper, vergroten het oppervlak extreem en dat zorgt voor een betere opname van het middel. Het middel Certain zorgt voor een snellere reactie dan Zipper.

Ronald Vermeer houdt zich bij Bayer CropScience bezig met gewasbeschermingsmiddelen en hulpstoffen. Hij wijst erop dat een gewasbeschermingsmiddel aan verschillende eisen moet voldoen en de finale keuze altijd een compromis is. 'Een gewasbeschermingsmiddel kan niet alles. Daarom zijn hulpstoffen van belang.'

Hulpstoffen

De oplosbaarheid van nieuwe werkzame stoffen zijn volgens Vermeer over het algemeen laag. Voor een goede werking zijn hulpstoffen nodig. Daarnaast zijn hulpstoffen van belang om de werking van biologische middelen te verbeteren.

'Drift is een belangrijk aspect om een product registreerbaar te krijgen en of een product veel in de praktijk zal worden gebruikt', zegt Vermeer. 'De uitdaging is om middelen samen te stellen die geen nadelige gevolgen hebben voor de omgeving. Geen drift is dan belangrijk.'

Grote uitdaging

Daar is Daniël Bonn van GreenA het mee eens. 'Drift is de grote uitdaging.' Dat betekent beperken van kleine druppels bij het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. GreenA heeft daarvoor het polymeer Squall ontwikkeld. Vorig jaar is in Nederland met dit middel 200.000 hectare besproeid.

Uit onderzoek blijkt dat Squall zorgt voor minder drift, een betere hechting en het middel waarschijnlijk ook regenvaster maakt. Voor één spuitdop en één spuitdruk heeft Squall een officieel een driftreducerende werking. Voor alle spuitdoppen wordt dit te duur.

Co-formulering

Bonn is in gesprek met een groot chemisch bedrijf om Squall als co-formulering in nieuwe middelen op te nemen. 'Dit kan helpen om nieuwe werkzame stoffen in de markt te zetten.' Uit concurrentieoverwegingen wil Bonn niet te veel kwijt over het middel Squall. 'Het gaat om relatief grote polymeren die zorgen voor de specifieke werking.'

Directeur Johan Kos van Proeftuin Zwaagdijk wijst op de toenemende druk op gewasbeschermingsmiddelen door overheid, milieuorganisaties en supermarkten. De inzet van hulpstoffen en de opkomst van groene middelen vindt hij daarom belangrijk. 'Maar als daardoor het aantal bespuitingen omhooggaat, is dat misschien moeilijk te verkopen.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 2°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer