Alternaria minder gevoelig voor fungiciden

Onderzoek van Wageningen University & Research toont aan dat nieuwe isolaten van de aardappelschimmel Alternaria solani minder gevoelig zijn voor enkele specifiek werkende fungiciden.

Alternaria+minder+gevoelig+voor+fungiciden
© Nieuwe Oogst

Het onderzoek onder laboratoriumomstandigheden is uitgevoerd in 2015 met vijftien verschillende isolaten die vanuit aardappelpercelen zijn verzameld in de periode van 2006 tot en met 2014. Er is onder meer gekeken naar de effectiviteit van strobilurinen en SDHI-fungiciden. Verder is de werking beoordeeld van bedekkingsfungiciden op basis van mancozeb.

Uit de resultaten blijkt dat fungiciden die specifiek werken op bepaalde schimmels bij standaardconcentraties op het aardappelblad, minder effect hebben op de meest recente isolaten van Alternaria solani. Bij middelen op basis van mancozeb blijft het effect op nieuwe isolaten echter wel gelijk aan dat op de oudere isolaten.

Veldproeven

Deze resultaten vanuit het laboratoriumonderzoek worden bevestigd in veldproeven van onder meer Agrifirm Plant op de proeflocatie in Valthermond in 2015 en 2016. Daar is aangetoond dat in de objecten met mancozeb-bevattende middelen de eerste aantastingen van alternaria minimaal twee weken later zichtbaar worden in vergelijking met objecten waar geen mancozeb is toegepast. Ook blijft het aantastingsniveau in de objecten met mancozeb uiteindelijk een stuk lager.

Wij adviseren om na het sluiten van het gewas in een blok zes tot acht keer een mancozeb-bevattend middel preventief in te zetten om de infectiedruk van het begin laag te houden

Marcel van Doorne, technisch directeur UPL Benelux

Alternaria solani is een schimmel die de laatste tien tot vijftien jaar actiever is op aardappelpercelen in Nederland. De eerste vlekken ontstaan in de periode dat het aardappelgewas sluit. Meestal gaat het dan om kleine vlekken die onder in het gewas moeilijk zijn te vinden.

Opbrengstderving

Bij een zware aantasting zorgt Alternaria solani voor een versnelde loofafsterving en daardoor opbrengstderving. Vooral in de bewaring kan alternaria incidenteel ook knolaantastingen veroorzaken in de vorm van ingezonken plekken.

Naast isolaten van Alternaria solani worden in aardappelen aantastingen gevonden waarop het soort Alternaria alternata in laboratoria is vastgesteld. Dit soort is veelal een secundaire schimmel en van minder belang dan Alternaria solani.

Verschil in gevoeligheid

Net als bij phytophthora is er ook bij Alternaria solani in aardappelen sprake van verschil in gevoeligheid tussen rassen. Toch kunnen aantastingen in alle rassen voorkomen.

Een andere overeenkomst tussen beide aardappelschimmels is het ontstaan van steeds weer nieuwe genotypen die ervoor zorgen dat de schimmel lastiger te bestrijden is. Dit was ook de aanleiding voor het onderzoek van Wageningen University & Research.

Prominente rol

Technisch directeur Marcel van Doorne van middelenfabrikant UPL Benelux vindt dat het onderzoek laat zien dat aardappeltelers mancozeb een prominente rol moeten geven in hun bestrijdingsschema's. 'Wij adviseren om na het sluiten van het gewas in een blok zes tot acht keer een mancozeb-bevattend middel preventief in te zetten om de infectiedruk van het begin laag te houden.'

Vanaf augustus kunnen aardappeltelers volgens Van Doorne eventueel kiezen voor de specifiekwerkende middelen.

Zomer

De technisch adviseur waarschuwt er verder voor dat ook in de zomer, als het lange tijd warm en droog is, alternaria gemakkelijk kan infecteren. 'Deze schimmel heeft maar twee uren bladnat nodig voor een infectie. Het is daarom riskant om onder relatief droge omstandigheden de spuitintervallen te veel op te rekken, ook al is er in die periode nauwelijks druk van phytophthora.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer