Tweede Kamer stemt in met Diergezondheidsfonds

Als ook de Eerste Kamer akkoord gaat, liggen er duidelijke afspraken over de manier waarop het fonds voor bestrijding en preventie van dierziekten wordt gevuld. Na de opheffing van de productschappen nam de rijksoverheid het Diergezondheidsfonds over.

Inmiddels wordt al twee jaar gewerkt met een verouderd heffingensysteem. De aanpassingen zorgen er volgens staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) voor 'dat de financiële druk op het bedrijfsleven op een aanvaardbaar niveau kan worden gehouden'.

Financiële risico's

Tegelijkertijd zijn de budgettaire risico's voor het rijk te overzien. 'Het wetsvoorstel leidt tot een balans in de financiële risico's en financiële druk', vat de bewindsman de effecten samen.

Onder druk van VVD en CDA is de wetstekst zodanig aangepast dat de veehouderij een formele rol krijgt bij het vaststellen van de heffing. De overheid moet de veehouderij er vooraf bij betrekken.

Motie VVD

Een motie van de VVD om duidelijk te verantwoorden waar het geld van het Diergezondheidsfonds is uitgegeven, kreeg eveneens brede steun. Alleen de Partij voor de Dieren stemde tegen.

Een amendement van GroenLinks is verworpen. Deze fractie wilde in de wet opnemen dat voortaan ook eventuele vergoedingen aan slachtoffers van uitbraken van zoönosen uit het Diergezondheidsfonds betaald moeten worden. Tot nu toe neemt de overheid dat voor haar rekening.

Verzet Van Dam

Van Dam verzette zich tot het laatste moment tegen dit voornemen. Zo stuurde hij kort voor de stemmingen nog een brief naar de Tweede Kamer met uitgebreide uitleg waarom dit een onverstandige beslissing zou zijn.

Uiteindelijk kreeg het voorstel van GroenLinks alleen steun van de fracties van SP, Partij voor de Dieren en 50PLUS.