Maagzweren bannen door met grondstoffen te spelen

Is de varkensmaag een ingewikkeld orgaan?

De maag is grofweg in te delen in vier zones. In het eerste deel komt het voer binnen. Het tweede part is de voeropslag. In het derde gedeelte komen de maagsappen erbij. De zuurgraad kan dalen tot pH 3,0 waardoor een groot deel van de ziekteverwekkers in het voer wordt afgedood. De lage pH helpt enzymen die eiwitten afbreken om hun goed werk goed doen. In het vierde maagdeel loopt de zuurgraad weer wat op en stroomt het voorverteerde voer naar de darm.

Waar en hoe ontstaan maagzweren?

Meestal ontstaan zweren in het eerste deel van de maag waar de slokdarm uitmondt. Op die plek is de maagwand het meest gevoelig voor de inwerking van het maagzuur. Het agressieve zuur uit het derde deel van de maag bereikt dat eerste deel niet zomaar. Als de maaginhoud echter te weinig grote deeltjes en vezels bevat, dan mengt de gehele maaginhoud. Daarom zijn deeltjes groter dan 1,4 millimeter nodig. Ze blijven langer in de maag en ze voorkomen dat het orgaan te snel leegloopt én de zuurgraad te snel kan stijgen na een voerbeurt. Bovendien binden vezels maagsap wat de kans op irritatie van de maagwand vermindert.

Komen maagzweren vaak voor?

Cijfers van de Gezondheidsdienst voor Dieren geven aan dat ongeveer 2,5 procent van de vleesvarkens ernstige maagzweren heeft. Deze dieren lopen een flinke groeivertraging op en hebben een slechtere voederconversie. Circa 55 procent heeft een 'lichte tot matige' score wat betreft maagaantasting. Bij zeugen scoort 18 procent 'ernstig' en ook ongeveer 55 procent 'licht tot matig'.

Minder fijngemalen voer is de oplossing?

Het is vaak zoeken naar de juiste balans tussen meer structuur en verteerbaarheid. Dat bereik je niet zomaar door grover te malen. Fijn malen heeft positieve effecten op de vertering van het voer en dus de groei en voederconversie. Ten minste 10 procent van de voerdeeltjes dient groter te zijn dan 1,4 millimeter. Schothorst Feed Research adviseert verschillende maalfijnheden per grondstof en het gebruik van grof gemalen producten, zoals doppen van zonnebloem, haver en gerst.

Wat voegen die gemalen 'doppen' toe?

Die bevatten inerte vezels, die kan het varken niet verteren en zijn in de dikke darm ook niet te fermenteren. 3 tot 5 procent van die grove inerte vezelbronnen in het rantsoen helpt om het aantal en de ernst van maagzweren terug te dringen.