'Middelenkeus aardappelteelt komt in gedrang'

Op dit moment zijn er in Europa nog twintig actieve stoffen beschikbaar voor de bestrijding van phytophthora en twaalf actieve stoffen voor de bestrijding van alternaria. 'Dat lijkt vooralsnog voldoende', stelt Albert Schirring, aardappelspecialist bij Bayer CropScience. 'Maar de toelating van veel middelen staat onder druk en het ziet er niet naar uit dat er op korte termijn veel nieuwe middelen bij komen.'

Schirring sprak vorige week namens ECPA tijdens een kennismiddag voor de aardappelteelt bij Aeres Hogeschool in Dronten. De organisatie van de Europese agrochemie vreest dat het huidige proces van herregistratie van gewasbeschermingsmiddelen in de Europese Unie ten koste kan gaan van 60 procent van de actieve stoffen.

'Het betekent ook voor de aardappelteelt dat op den duur het aantal beschikbare middelen aan de krappe kant gaat zijn. Dit is niet goed voor een efficiënte gewasbescherming in aardappelen en ook niet voor de verdere ontwikkeling van geïntegreerde teeltsystemen', aldus Schirring.

Boosdoener

Grote boosdoener is volgens ECPA de Europese verordening op basis waarvan vanaf 2011 onder meer de herregistratie plaatsvindt van toegelaten actieve stoffen. Dit proces verloopt zeer traag. Bovendien worden de eisen steeds verder aangescherpt. Schirring noemt als voorbeelden de nieuwe richtlijnen voor hormoonverstorende stoffen en voor de gentoxiciteit van dieren.

Deze aanvullende eisen vragen om nieuwe dossiers en bewijzen dat middelen veilig zijn, zegt Schirring. Als toelatingshouders hieraan niet kunnen voldoen, vervallen toelatingen en verdwijnen middelen. Schirring voegt eraan toe dat naast de omslachtige procedure de zonale toelating van actieve stoffen niet functioneert, omdat lidstaten niet goed met elkaar communiceren.

Om te schetsen welke invloed de Europese verordening heeft op nieuwe toelatingen, meldt Schirring dat sinds 2011 in Europa slechts zes nieuwe actieve stoffen zijn toegelaten. 'En dat terwijl voor 49 stoffen aanvragen zijn ingediend. Van de nieuwe actieve stoffen kunnen we er maar twee gebruiken voor de aardappelteelt.'

Niet gunstig

Schirring wijst erop dat in dezelfde periode in de Verenigde Staten voor de aardappelteelt maar liefst twaalf nieuwe actieve stoffen op de markt zijn gekomen. 'Dit is niet gunstig voor de concurrentiepositie van de Europese aardappellanden.'