Wintertarwe brengt minder op dan groeimodel voorspelt

YEN is een netwerk van graantelers, adviseurs en wetenschappers, die zich richt op de maximalisatie van de graanopbrengsten. Helaas is er (nog) geen generieke oplossing om de opbrengst te verhogen.

Aan deze competitie namen ook vijf Nederlandse graanpercelen deel: Koninklijke Wilhelminapolder in Wilhelminadorp met twee percelen, Novifarm in Numansdorp, WUR-proefbedrijven Westmaas en Lelystad en proefbedrijf Ebelsheerd in Nieuw-Beerta.

Groningen

De hoogste score gaat naar het perceel in Groningen met een opbrengst van 13,7 ton per hectare. Daarmee komt de opbrengst op 64 procent van de 21,4 ton per hectare die het afgelopen teeltjaar in Nieuw-Beerta mogelijk was, volgens het Britse groeimodel.

De twee percelen in de Koninklijke Wilhelminapolder scoorde 8,8 ton en 11,6 ton per hectare, respectievelijk 38 en 51 procent van het potentieel. De uitkomsten op Novifarm en proefboerderij Westmaas waren beiden 12,1 ton per hectare, 53 procent van het potentieel. Met 10,5 ton per hectare kwam de WUR-proeflocatie Lelystad uit op 47 procent van het potentieel.

De winnaar over de hele competitie, is de Britse akkerbouwer Tim Lamyman in Lincolnshire. Hij behaalde een wintertarweopbrengst van 15,3 ton per hectare, wat 72 procent van het potentieel is.

Groeimodel

CZAV is vier jaar geleden aangehaakt bij YEN, wegens het streven naar 15 ton tarwe per hectare. Ton Hendrickx, productmanager bij CZAV/CropSolutions: 'Als je naar de score van onze deelnemers kijkt, ten opzichte van het groeimodel, zijn er nog grote mogelijkheden om de tarweopbrengsten te verbeteren. En dit zijn nog de betere percelen uit ons werkgebied.'

De wintertarweopbrengst zat in het zuidwesten gemiddeld op 9,6 ton per hectare. Hendrickx 'Dat betekent dus dat er veel telers zijn die nog niet de helft dorsen van wat er op hun percelen, onder de beste condities, mogelijk zou zijn. Nog volop kansen voor verbetering dus.'

Alleen is het niet zo makkelijk. Uit de resultaten van de bijna driehonderd deelnemers aan de YEN-competitie blijkt dat er geen algemene teeltadviezen zijn af te leiden om de tarwe-opbrengst te verhogen. Er moet individueel, naar vaak kleine dingen worden gekeken om handvaten voor verbetering te ontdekken.

Verschillende aspecten

Professor Roger Sylvester-Bradley, hoofd teeltonderzoek bij het Britse onderzoeksinstituut ADAS en voorzitter van YEN: 'Wij onderzoekers pluizen de teelt uit en analyserende verschillende aspecten. Maar het is aan de individuele teler om daarna exact te doen wat in zijn specifieke situatie leidt tot een maximale opbrengst.'

Ton Hendrickx ziet aanknopingspunten na bestudering van rapporten van de zuidwestelijke deelnemers. 'Onder meer door verbetering van bodemleven. Hierdoor kunnen we de groeiomstandigheden voor tarwe te verbeteren. Kijk bijvoorbeeld naar de verhouding van schimmels en bacteriën.'