Twee soorten knelgevallen fosfaatrechten

Minister Carola Schouten (LNV) ziet twee extra soorten knelgevallen voor fosfaatrechten. Het gaat daarbij om nieuw gestarte bedrijven en die door omstandigheden op de peildatum minimaal 5 procent minder vee op basis van fosfaatrechten hadden.

Twee+soorten+knelgevallen+fosfaatrechten
© Johan Wissink

Het kortingspercentage is definitief vastgesteld op 8,3 procent. Dit is één procent méér dan zonder knelgevallenregeling was berekend. Om in aanmerking te komen voor die knelgevallenregeling moet een ondernemer wel zelf aantonen dat het bijvoorbeeld gaat om een nieuw gestart bedrijf. Het mag niet gaan om de voortzetting of doorstart van een bestaand bedrijf.

Dit nieuwe bedrijf moet wél vóór 2 juli 2015 onomkeerbare financiële verplichtingen zijn aangegaan. Verder moet het bedrijf tussen 1 januari 2014 en 2 juli 2015 aantoonbaar zijn gestart met het produceren van melk voor consumptie of verwerking en op 1 januari 2018 minimaal 15 melk- en kalfkoeien hebben.

Lager fosfaatrecht

Een tweede knelgeval is er voor bedrijven die op 2 juli als gevolg van omstandigheden minimaal 5 procent minder vee op basis van fosfaatrechten heeft. Oorzaken hiervan zijn bouwwerkzaamheden, diergezondheidsproblemen, ziekte dan wel van een direct familielid of een persoon van het samenwerkingsverband.

Bij deze knelgevallen wordt het fosfaatrecht bepaald aan de hand van het aantal stuks melkvee waarover deze melkveehouder zonder deze buitengewone omstandigheden zou beschikken.

Bedrijfsverplaatsing

Verder zijn er bedrijven aangemerkt als knelgeval wanneer ze afspraken hebben gemaakt waardoor ze geen volledige veebezetting hadden. Dat kan bijvoorbeeld vanwege een bedrijfsverplaatsing vanwege natuurontwikkeling of infrastructurele projecten of bedrijven die zijn geëxtensiveerd ten behoeve van natuurontwikkeling en hierdoor op 2 juli 2015 om deze reden geen of een onvoldoende veebezetting hadden.

Ook dit moet worden aangetoond middels van documenten die deelname aan publieke natuurontwikkelingsprojecten of publieke infrastructuurprojecten bewijzen. Hieruit moet blijken dat er sprake was van een wijziging van de bestemming van landbouwgrond in gebruik bij het bedrijf in verband met een natuurontwikkelings- of infrastructuurproject.

Direct verband

Hierbij dient er een direct verband te zijn tussen de vermindering van de grond in gebruik op het bedrijf en deze wijziging van de bestemming van (een deel van) de landbouwgrond op het bedrijf, ofwel een verkleining van de veestapel die het rechtstreeks gevolg is van een natuurontwikkelings- of infrastructuurproject.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    14° / 7°
    70 %
  • Zaterdag
    15° / 7°
    70 %
  • Zondag
    15° / 5°
    20 %
Meer weer