Vlag kan nog niet uit voor wolf in Noorden

De wolf leeft, dat blijkt niet alleen nu hij inmiddels vanuit Duitsland regelmatig door Nederland trekt, maar ook in de harten van veel mensen. Een publieksdebat over het onderwerp in de schaapskooi van Balloo trekt al snel enkele honderden belangstellenden en verloopt geanimeerd.

Hoewel de terugkeer van dit grote roofdier uit natuuroogpunt waardevol kan zijn, is de stemming er niet onverminderd positief. Nadat een wolf afgelopen weken in Drenthe een vijftiental schapen dood beet, vragen deelnemers aan de bijeenkomst zich ook af hoe het nu verder moet.

Niet relevant

De wolf is niet te stuiten. In Duitsland loopt inmiddels een duizendtal exemplaren vrij rond en als jonge dieren de roedel verlaten, zoeken ze leefruimte elders. De grote vraag is of Nederland die leefruimte kan bieden. Maar voor Henk Jumelet, Drents gedeputeerde landelijk gebied, is de vraag of de wolf wel welkom niet relevant. 'Hij komt gewoon en we houden hem ook niet tegen. Ook omdat in Europees verband is afgesproken deze diersoort te beschermen.'

Het is dan wel zaak de komst van de wolf beheersbaar te houden. Jumelet: 'Ik maak mij wat dat betreft zorgen over schade voor bijvoorbeeld schapenhouders. Als we een diersoort bescherming bieden, hoort daar ook compensatie bij.'

Stress

Voor bestuurder Ingrid van Huizen van LTO Nederland kan de vlag dan nog niet uit. 'Directe schade wordt wel vergoed, maar wat doen we met de stress die het veroorzaakt onder schapen als zo'n wolf rondloopt. Bijvoorbeeld met verwerping als gevolg.'

Het geeft volgens Van Huizen twijfel of we zo'n dier wel moeten willen hebben. 'Eigenlijk is Nederland te klein als je ziet hoeveel confrontaties één wolf al oplevert.' Ze wijst er fijntjes op dat het aantal schadegevallen in Duitsland vorig jaar met 70 procent is gestegen ten opzichte van 2016.

Volgens LTO Nederland moet het huidige draaiboek hoe om te gaan met wolven in Nederland op de schop. Naast de schadeafhandeling moet ook de steun bij preventie beter worden omschreven. 'Voordat het tot gevestigde wolven komt, moet er duidelijkheid komen, ook over verjagen', aldus Van Huizen.

Knuffelen

Ook voormalig staatssecretaris Henk Bleker vindt dat ordentelijk met de gevolgen van de terugkeer moet worden omgegaan. 'Ik ben niet van het knuffelen van de wolf, maar hij hoort er wel bij. Dan moet je dat ook op een goede manier begeleiden. Ik denk bijvoorbeeld aan een overheidsbijdrage van 50 procent in de kosten van rasters.'

Roofdierenspecialist Glenn Lelieveld plaatst de onrust die wolven geven bij mens en dier in perspectief. Volgens hem leveren loslopende honden vele malen meer schade op onder schapen dan wolven. En zodra een wolf zich vestigt, eet hij voornamelijk wild, verzekert hij.

Lelieveld: 'Maar het agrarisch belang moet worden geëerbiedigd. Daarom moeten we samen kijken hoe we de problemen rond de wolf oplossen. Dat vergt wel een inhaalslag bij de provincies. Goed beleid zorgt voor draagvlak en geeft ook de boer een kans.'

Weidebedrijven

Schapenfokker Gijsbert Six uit Benneveld verwacht dat de meeste schapenhouders zich wel weten aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. 'Maar de zogenoemde grotere weidebedrijven, schapenhouders die met hun schapen rond trekken en ze 's nachts dus niet binnen kunnen halen, hebben een probleem. Twee draadjes stroom rond je koppel is dan niet genoeg. Als je kunt kiezen tussen eten bij de snackbar of alles zelf koken, kiest ook de wolf voor de makkelijkste weg.'

Ook Van Huizen vindt dat er niet te simpel moet worden gedacht. 'Alleen afrasteren is onvoldoende. De kosten staan ook niet in verhouding tot de schade. Je moet je afvragen of een vergoeding van 50 procent in de preventie dan wel voldoende is.'