Weidevogelbeheer kwestie van lange adem

In 2016 is het Gelderse subsidiestelsel Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer in werking getreden. Daarnaast trekt de provincie extra geld uit voor het Actieplan Akker- en Weidevogels, bedoeld om het akker- en weidevogelbeheer een extra impuls te geven.

Tijdens een werkbezoek in Hedel, in de Bommelerwaard, kregen de Gelderse Statenleden onder meer een plas-drasperceel te zien van melkveehouder Ernst van der Schans van zuivelbedrijf Den Eelder. Een van de resultaten van het beleid.

Van der Schans doet zelf al bijna twintig jaar aan weidevogelbeheer. Hij vindt dat belangrijk, maar ziet wel discrepantie in het beleid van de overheid. 'Aan de ene kant worden wij enorm afgerekend op efficiëntie, bijvoorbeeld als het gaat om mineralen. Als je aan weidevogelbeheer doet, lever je in op efficiëntie. Het kost geld. Ik kan mij dat met meer dan honderd hectare veroorloven, maar voor veel jonge boeren is dat lastig.'

Wisselend beleid

Hij vraagt aandacht voor steeds wisselend beleid. 'Dat zorgt voor irritatie bij boeren. Een paar jaar terug ging er opeens deels een streep door een subsidie die wij ontvingen. Of denk aan boeren die nu met halfvolle stallen zitten door de nieuwe fosfaatregels. Deze boeren kunnen zich deze luxe, van minder opbrengst, niet permitteren.' Het is volgens hem belangrijk dat de inspanningen door boeren worden gewaardeerd.

Volgens groepscoördinator Gerard Roeling van agrarische natuurvereniging de Capreton in de Bommelerwaard, zie je dat boeren wel steeds enthousiaster worden. 'In het begin werden we lang niet altijd toegelaten op het land. Tegenwoordig komen boeren zelf vaak naar ons toe en vragen of we langs willen komen. Dat is echt veranderd.'

Last-minute

Boeren zijn ook niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden. Zo is het mogelijk om last-minute beheermaatregelen te treffen als er nog kuikens of nesten in een perceel zitten, als een boer wil gaan maaien. Hierdoor kan de boer financiële compensatie ontvangen.

Een grotere bottleneck lijkt op dit moment de beschikbaarheid van vrijwilligers te zijn. Met name jonge vrijwilligers, die vaak ook meer hebben met nieuwe technieken, zoals een weidevogel-drone, zijn moeilijk te vinden. In 2017 hebben de drie collectieven vrijwilligers geworven voor 59 hectare kruidenrijke akkerranden, 43 hectare kievitranden, 35, hectare bouwland met een rustperiode en 18,5 hectare plas-draspercelen.

Lange adem

De betrokkenen denken dat voor echt succes een lange adem nodig is. Kruidenrijk grasland heeft zeker zes jaar nodig om zich te ontwikkelen. Daarnaast is predatie een serieus probleem dat de komende jaren extra aandacht nodig heeft.