'Brede discussie' locaties zonneveld in Hoeksche Waard

De Hoeksche Waard heeft een wethouder in huis (Paul Bogaard, gemeente Korendijk) die enthousiast lobbyt voor de vestiging van het Foodlab als educatief belevingscentrum van de nationale land- en tuinbouw op het eiland.

Zo lijkt de lokale overheid de sector welgezind. Boeren en tuinders zijn nog altijd dominant aanwezig in het landschap van het dunbevolkte en vruchtbare eiland. Maar niets is zoals het blijft, daarom schreef LTO Noord Hoeksche Waard een Toekomstvisie voor 2030, gebaseerd op actuele ontwikkelingen in de agrarische sector en de maatschappij. Bovendien staan gemeenteraadsverkiezingen voor de deur, vanwege de vorming van de fusiegemeente Hoeksche Waard per 1 januari 2019.

Visie en beleid

'Er wordt van boeren en tuinders verwacht dat ze duurzamer gaan produceren. Ook moet het eiland klimaatneutraal zijn in 2040. Dat vraagt om visie en beleid', aldus voorzitter Johan van Driel van LTO Noord Hoeksche Waard.

Net als elders in Nederland worden momenteel ook in Hoeksche Waard veel agrariërs benaderd door projectontwikkelaars voor plaatsing van zonnepanelen op hun land. De gemeenten krijgen ondertussen de ene vergunningaanvraag na de ander binnen. 'Wij pleiten voor een ladder bij de aanleg van duurzame energieopwekking: eerst de daken vol, dan kijken naar onhandige hoekjes en dan pas naar landbouwgrond kijken', stelt Van Driel.

Natuurgebieden

De voorzitter kijkt ook al verder: 'Laat de discussie over waar die zonnepanelen uiteindelijk komen nu goed en breed worden gevoerd. Daarbij hoort ook serieus onderzoek naar zonnevelden in natuurgebieden. Waarom zou dat niet kunnen, als blijkt dat dit de natuurdoelen niet schaadt?', aldus Van Driel.

Terugkerende thema's voor LTO Hoeksche Waard zijn de beschikbaarheid van voldoende zoetwater op het eiland en de agrarische structuur. 'Dat betekent naast wegen ook digitale structuur, dus snel internet in het buitengebied.'

Innovatieve koplopers

De regio staat bekend om zijn innovatieve koplopers in de akkerbouw en wil dat graag blijven. 'Naast de innovatieve landbouw moeten we de wat kleinere familiebedrijven niet vergeten. Ook die kunnen innovatief zijn, met soms een diversiteit aan arbeidsintensieve teelten, of andere verdienmodellen', zegt Van Driel.

Zulke bedrijven zijn ook nodig om de weg van natuurinclusieve landbouw in te slaan. 'Om natuurinclusiever te worden, heeft de sector ook de gemeente en provincie nodig. Denk aan financiële compensaties voor de inspanningen die wij doen.'