Bewaarloods met 11 kilometer aan heipalen

Het akkerbouwbedrijf van maatschap Gesink staat aan de rand van het Groningse dorp Mensingeweer. In tien maanden tijd heeft Bouwbedrijf Lont hier een nieuwe bewaarloods voor pootaardappelen gebouwd. Een architect heeft het ontwerp gemaakt. Vorige week vrijdag was er open dag.

De loods is gebouwd met spanten met een vrije overspanning van 40 meter en heeft aan beide zijden een overkapping van 5 meter. Bijzonder aan de schuur is de verhoogde nok, waardoor aan beide uiteinden van de schuur ruimte is gemaakt voor ventilatieluiken. In het middengedeelte geeft de verhoogde nok extra lichtinval.

De nieuwe bewaarschuur heeft een oppervlakte van 0,4 hectare, maar door de zwarte kleur en de relatief lage daklijn (door de overkapping) lijkt de schuur minder groot. De uitbouw aan de voorzijde draagt daar ook aan bij. Hierin zijn onder andere de kantine en de sanitaire voorzieningen ondergebracht. De dakhelling van de uitbouw is gelijk aan de oude schuur.

Regenwater

Aan de kant van de kantine liggen naast de schuur drie betonputten in de grond met een totale opslagcapaciteit 70.000 liter regenwater. Dit water gebruikt maatschap Gesink voor gewasbescherming. Door de totale oppervlakte van het dak van 4.000 vierkante meter zorgt 1 millimeter neerslag voor 4.000 liter water voor de veldspuit.

In de schuur zijn twee koelcellen gebouwd met elk ruimte voor ongeveer 750 kuubskisten. 'Twee koelcellen zorgen voor kortere rijen kisten en dat maakt het makkelijker om kleinere partijen te bewaren en te verwerken', zegt Derk Gesink. Aan de andere zijde van de schuur is ruimte voor nog twee koelcellen.

In het middelste gedeelte van de schuur wil maatschap Gesink binnen enkele jaren pootgoed gaan sorteren. In de vloer ligt ruim 4 kilometer vloerverwarming. Dit zorgt voor een droge vloer en een aangenaam werkklimaat. De benodigde energie wordt geleverd door de restwarmte van de koeling.

Minisymposium

Tijdens de open dag van het akkerbouwbedrijf is er in een van de koelcellen een minisymposium. Frank van der Werff van HZPC wijst erop dat aardappelen, na mais, tarwe en rijst, wereldwijd het vierde gewas is. Nederland exporteert jaarlijks zo'n 800.000 ton. 'Het gewas gebruikt relatief weinig water en dat is een gunstige uitgangspositie voor de toekomst', zegt Van der Werff.

De 2.250 ton pootgoed van maatschap Gesink is volgens Van der Werff goed voor de teelt van circa 1.000 ton consumptieaardappelen. Bij een gemiddelde opbrengst van 35 ton per hectare is dat goed voor 35 miljoen kilo consumptieaardappelen. Bij een gemiddelde consumptie van 35 kilo per hoofd van de bevolking kan Gesink dus 1 miljoen mensen voeden met aardappelen.

Maatschap Gesink teelt zo'n 100 hectare pootaardappelen. Van de totale opbrengst gaat 1.025 ton naar afnemers in Nederland en België. Noord-Afrika is goed voor 525 ton en het Midden-Oosten/Azië 180 ton. Andere belangrijke afzetgebieden zijn Oost-Europa (75 ton), Spanje (70 ton), Oezbekistan (45 ton), Frankrijk (10 ton) en Engeland (5 ton).

Akkerbouw 2025

Het symposium stond in het teken van 'Akkerbouw 2025'. Van der Werff verwacht dat digitalisering de komende jaren steeds belangrijker wordt. Hij denkt dat de elektronische aardappel, ontwikkeld door HZPC-dochterbedrijf Solentum, een belangrijke rol gaat spelen.

'De elektronische aardappel kan metingen verrichten in de grond en in de koelcel. Daardoor kunnen telers meer grip krijgen op de teelt en bewaring van pootgoed.'

3D-printen

Geert Horlings van het HLB vraagt zich af hoelang we nog aardappelen eten. Hij wijst op de ontwikkelingen rond 3D-printen van maaltijden. Dat scheelt verpakking, land, water en energie. Via internet zijn de ingrediënten te bestellen. Bij het 3D-printen kan iedereen rekening houden met zijn of haar smaak. Het menu is altijd vers en gezond.