Case IH-maaidorser zit vol met sensoren

Case IH presenteerde vorige week de nieuwe 250-serie axiaalstroom maaidorsers. Vooral de uitgebreide mogelijkheden van moderne elektronica vallen op. Tot in de kleinste punten is de machine voorzien van sensoren.

Case+IH%2Dmaaidorser+zit+vol+met+sensoren
© Hendrik Begeman

De presentatie vond plaats in de omgeving van het Duitse Dresden. Op weg naar het presentatieterrein, een groot perceel tarwe, werd iedereen na twee maanden droogte verrast door een stevige onweersbui. Als door een wonder schoof de bui precies langs het tarweveld en kon er naar hartenlust wordt gedorst.

Het ging om de introductie van de uit drie machines bestaande 250-serie Axial-Flow maaidorsers (7250, 8250 en 9250) als opvolger van de 240-serie. De 250-serie komt volgend jaar op de markt.

Bij de presentatie lag het accent vooral op de mogelijkheden van de elektronica. Hiermee tracht Case IH de ervaren bestuurders de mogelijkheid te bieden om het rendement verder te verhogen en de minder ervaren bestuurder het vertrouwen te geven om het beste resultaat uit de machine te halen.

Alleen maar toekijken hoe machine zijn werk doet

De kern van het geheel is de nieuwe AFS Harvest Command, het automatiseringssysteem dat wordt bediend via de AFS Pro 700-terminal. Als de geïnteresseerden worden uitgenodigd op de bestuurdersstoel plaats te nemen, hoeven ze alleen toe te kijken hoe de machine zijn werk doet. Alles lijkt geautomatiseerd.

Boven de bovenzeef zijn links en rechts sensoren (de vier rondjes) aangebracht om de belasting van de zeven te meten.
Boven de bovenzeef zijn links en rechts sensoren (de vier rondjes) aangebracht om de belasting van de zeven te meten. © Hendrik Begeman

Vier modes

Voor het instellen heeft de bestuurder de keuze uit vier modes, net waar de prioriteit van het bedrijf ligt. Zo zal bijvoorbeeld een zaaizaadbedrijf vooral letten op de beschadiging van het graan. Dit zijn de modes:

  1. De rendementsmodus: de machine let op de rijsnelheid waarbij de graanverliezen van de rotor en het reinigingssysteem binnen aanvaardbare grenzen blijven.
  2. De constante doorvoermodus: de maaidorser past zijn rijsnelheid aan de constante doorvoer aan en stemt afstellingen af op minimale verliezen.
  3. De maximale doorvoermodus: de maaidorser werkt tot maximaal ingestelde snelheid of vermogen en stemt ook weer automatisch de instellingen af.
  4. De graankwaliteitsmodus: de maaidorser stelt de instellingen af op een zo hoog mogelijke kwaliteit, met minimale beschadiging en vervuiling van graankorrels.

Om dit laatste te signaleren, is er een camera aangebracht bij de opvoerketting die het graan naar de graantank brengt. Deze graancamera is in staat om gebroken graan en onzuiverheden nauwkeurig te signaleren op basis van vijf lichtspectrums met onder meer ultraviolet en infrarood.

Het opvoerkanaal waar het maaibord aan is opgehangen, is met 18 procent verzwaard.
Het opvoerkanaal waar het maaibord aan is opgehangen, is met 18 procent verzwaard. © Hendrik Begeman

Belasting van zeven

Verder zijn er aan beide zijden vlak boven de bovenzeef sensoren aangebracht die de belasting van de zeven in de gaten houden. Op basis van deze signalen worden de zeefafstellingen en hoeveelheid wind automatisch op elkaar afgestemd om graanverliezen te beperken. Ook bij glooiende percelen wordt bij het op- of neerwaarts rijden hiermee de hoeveelheid wind automatisch afgestemd.

Case IH kwam in 1977 (toen nog als International Harvester) als een van de eerste met de axiaalstroomtechniek waarmee het graan door een in de lengte in de machine liggende rotor wordt gedorst en waarin geen gebruik wordt gemaakt van schudders. Inmiddels hebben de meeste fabrikanten ook maaidorsers in hun programma waarin deze techniek helemaal of gedeeltelijk (hybride) wordt toegepast.

Volgens Case IH heeft deze dorstechniek meer capaciteit en minder kans op beschadiging van het graan. Op een onlangs genomen proef had deze maaidorser 0,5 procent beschadiging, terwijl een andere machine op hetzelfde perceel 2,5 procent beschadiging had.

De AFS Pro700-terminal biedt tijdens het werk een compleet overzicht over het functioneren van de machine.
De AFS Pro700-terminal biedt tijdens het werk een compleet overzicht over het functioneren van de machine. © Hendrik Begeman

Snelheid bepalen

Nieuw aan de rotor van deze 250-serie is dat de stand van de zes achterste, aan elkaar gekoppelde schoepen van de dorsrotor kunnen worden versteld, waardoor het gewas sneller of minder snel door de machine loopt. Zo kan de snelheid bijvoorbeeld omlaag worden gebracht bij een zwaarder of vochtiger gewas, om de machine de kans te geven het graan er beter uit te dorsen.

Deze schoepen zijn zowel automatisch als handmatig te verstellen. Nieuw is dat de voorbereidingsbodem en voorzeef nu ook elektrisch vanuit de cabine instelbaar zijn. Die moesten voorheen handmatig worden ingesteld.

Opvoerkanaal 250-serie van Case IH verzwaard
Een noviteit van de 250-serie is het 18 procent verzwaarde opvoerkanaal waar het maaibord aan is opgehangen. Deze was geschikt voor 4 tot 5 ton belasting, maar is nu opgewaardeerd tot 6 ton. Dit heeft te maken met het breder worden van de maaiborden, maar ook door het gebruik van zwaardere (Draper-)maaiborden.
Verder zijn de meenemers in het opvoerkanaal voorzien van kammen om het gewas sneller de machine in te werken. Als optie kan het opvoerkanaal worden geleverd met twee hydraulische cilinders waarmee de chauffeur het maaibord of maisvoorzetstuk iets voor- of achterover kan stellen.
De nieuwe hydrostatische rijaandrijving is verdeeld in twee groepen, de veld- en transportgroep. De laatste gaat tot 40 kilometer per uur. De veldgroep gaat tot 18 kilometer per uur en heeft twee snelheden. Een snelheid om te dorsen en eentje om op de wendakker te keren.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    10° / 4°
    30 %
  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer