Bestuur LTO Nederland benoemt thema's voor 2019

Wat brengt het jaar 2019 in de belangenbehartiging voor boeren en tuinders? Die vraag legde Nieuwe Oogst voor aan het bestuur van LTO Nederland: voorzitter Marc Calon, Jakob Bartelds (ook voorzitter van LTO Noord), Léon Faassen (voorzitter LLTB) en Hans Huijbers (voorzitter ZLTO). 'Boer is en blijft het mooiste beroep dat er is.'

Bestuur+LTO+Nederland+benoemt+thema%27s+voor+2019
© Dirk Hol

Wat zijn thema's die het komende jaar zeker aan de orde komen in de landelijke en internationale belangenbehartiging van LTO?

Er is duidelijk behoefte om te laten zien hoe goed boeren en tuinders het doen

Jakob Bartelds, voorzitter LTO Noord

Bartelds: 'De uitwerking van het klimaatakkoord, van de landbouwvisie van minister Carola Schouten (LNV) en van het herstelplan voor de biodiversiteit gaat een belangrijk onderdeel vormen van de belangenbehartiging. Uiteindelijk komen die onderwerpen allemaal samen op het boerenbedrijf. Daarom zullen we ervoor waken dat we onze leden niet overspoelen met een hele hoop dingen die ze moeten.'

Calon: 'Voor de uitwerking van de landbouwvisie, waarin de kringloopgedachte centraal staat, hebben we al uitstekende plannen gereed liggen. Stop bijvoorbeeld de toekomstvisie 2040 van LTO-vakgroep Melkveehouderij en NZO erin. Die geeft een duidelijke invulling van grondgebondenheid voor deze sector.

'En neem het uitvoeringsprogramma Plantgezondheid 2030 van LTO. Dat zet voor de plantaardige sectoren de agenda om te komen tot een weerbaar teeltsysteem.'

Huijbers: 'Het zal komend jaar gaan om beperkende regelgeving enerzijds en om innovatie en stimulering van ontwikkelingen anderzijds. Controlerend beleid heeft betrekking op bijvoorbeeld het Programma Aanpak Stikstof (PAS) of fosfaatrechten. Innovatie en stimulering spelen bijvoorbeeld op het vlak van biodiversiteit en de energietransitie, een herontdekking van de agrarische sector als bron van oplossingen.'

Komen daarbij ook de verdienmogelijkheden in beeld?
Bartelds: 'We moeten met plannen komen waar de boer ook wat in ziet, waar hij kans ziet om voordelen mee te behalen. Dat kan financieel zijn, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om meer ruimte om te boeren of om meer voeding aan de bodem te mogen geven om deze in conditie te houden.

'Het is voor ons een belangrijke opgave om dat binnen te halen bij de overheid. Dat dwingt tot een goede uitvoering en tot een duidelijk verhaal aan onze leden waarom we wat doen.'

Duidelijker dan eerder weleens het geval was?
Faassen: 'Ja, we moeten beter communiceren met de achterban. Als bestuurders van LTO Nederland, de vakgroepen en de regionale LTO's. We hebben het druk met vergaderen en met het doen van de goede dingen, in onze contacten met overheden en maatschappelijke organisaties. Maar we vergeten dat nog weleens uit te leggen aan de achterban.

'Dan kan de situatie ontstaan dat leden niet begrijpen wat we aan het doen zijn. Mijn mening is dat we nog beter moeten uitleggen waar we mee bezig zijn en waarom we bepaalde standpunten innemen. Daarin kunnen we best wat assertiever zijn en proberen om de kritiek voor te zijn, zodat leden duidelijker zien wat de meerwaarde is van hun lidmaatschap.'

Geldt dat ook voor de fosfaatproblematiek?
Faassen: 'Ja, ook daarin moeten we duidelijk zijn naar onze achterban. Leden moeten weten wat wel en wat niet haalbaar is. We hadden van tevoren beter moeten uitleggen welke stappen we wilden nemen en de situatie beter moeten verduidelijken door nog eens uit te leggen waar we historisch vandaan kwamen.'

Bartelds: 'Het zijn soms processen van jaren, waarbij we niet altijd helemaal tevreden zijn over de uitkomst. Welke keuzes we daarin moesten maken en wat daarvan de resultaten waren, zouden we beter moeten uitleggen.'

Terug naar 2019. Wat staat er meer op de agenda?
Calon: 'We koersen nu snel af op het vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie. Als het komt tot een harde brexit, kan dat de Nederlandse boeren en tuinders midscheeps raken. Het gaat wel om onze derde exportbestemming. Met name voor de export van bloemen en planten kunnen de gevolgen pijnlijk zijn.'

Faassen: 'En zeker ook voor de boomkwekerij, de sector waar ik zelf actief in ben. Groot-Brittannië is een gigantisch belangrijke markt voor ons, in grootte de tweede exportbestemming na Duitsland. Een harde brexit zou ons enorme schade opleveren.'

Wat kun je daar als belangenbehartiger aan doen?
Faassen: 'We hebben er uitvoerig over gesproken met de politiek. We zijn met LTO ook enkele keren in Groot-Brittannië geweest. Maar het enige wat we zelf concreet kunnen doen, is ervoor zorgen dat onze achterban goed voorbereid is op de mogelijke gevolgen. Dat hebben we gedaan, maar desondanks maak ik me echt zorgen.'

In mei zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement en in november treedt een nieuwe Europese Commissie aan. Hoe kijkt LTO daartegen aan?
Calon: 'Wij zouden graag willen dat Phil Hogan terugkeert als landbouwcommissaris. Hij heeft het goed gedaan voor Nederland. We weten wat we hebben met Hogan en niet wat we krijgen met een ander op die post.'

De grote lijnen voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) lijken uitgezet. Wat heeft daar prioriteit?
Calon: 'Belangrijk is dat er een goed meerjarig financieel kader komt. Vanwege het vertrek van de Britten zal er extra geld bij moeten.

'Belangrijk is ook hoe Nederland het nieuwe GLB, dat meer bevoegdheden geeft aan de Europese lidstaten, gaat toepassen. Ons voorstel is om een menukaart te maken met maatregelen waaruit de boeren kunnen kiezen om te voldoen aan de doelstellingen van het GLB. Per maatregel stel je een puntenaantal vast en wanneer een boer een minimumaantal punten haalt, heeft hij recht op de hectaretoeslag.

'Dat systeem moet zo worden opgezet dat het haalbaar is voor elke boer, met een zo simpel mogelijke uitvoering. We willen geen systeem waarbij bij elke boer een ambtenaar en een politieagent moeten worden gestationeerd.'

Wat zijn de LTO-prioriteiten op het gebied van het sociaal-economisch beleid?
Calon: 'We zullen blijven inzetten op aanpassing van de voorgestelde Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Als die in zijn huidige vorm per 1 januari 2020 van kracht wordt, gaat er zowel voor vaste als voor tijdelijke arbeid nogal wat veranderen. Dat pakt niet altijd in het voordeel van de ondernemer uit. Boeren en tuinders dreigen er fors nadeel van te ondervinden.

'Neem alleen maar de plannen om tijdelijke arbeidscontracten flink duurder te maken om werkgevers te bewegen meer werknemers in vaste dienst te nemen. Maar voor seizoengebonden oogst- of plantwerkzaamheden kunnen werkgevers geen werknemers in vaste dienst nemen. Deze maatregel schiet echt zijn doel voorbij. Boeren en tuinders dreigen keihard getroffen te worden. Daarom blijven we ons met alle kracht inzetten voor een effectieve regeling voor seizoenwerk.'

Werkgevers krijgen steeds meer last van de krapte op de arbeidsmarkt. Dat lijkt nog wel even zo te blijven.
Calon: 'Ja, ik verwacht dat dat verder doorzet. Dat betekent dat werkgevers zich maximaal moeten inzetten om bestaand personeel vast te houden en aantrekkelijk te zijn en te blijven voor nieuwe werknemers.

'Binden en boeien van werknemers, daar zal het de komende jaren op aankomen. LTO staat leden daarin zoveel mogelijk bij, onder meer met behulp van de Werkgeverslijn. Die vervult een onmisbare rol. Steeds meer leden maken gebruik van deze telefonische ondersteuning in alle werkgeverszaken.'

Op welke thema's richten de regionale LTO-organisaties zich dit jaar?
Huijbers: 'Er spelen bij ons tientallen thema's. Als ik er twee mag noemen: bedrijfsopvolging en zoetwater.

'In Noord-Brabant stopten afgelopen jaar vierhonderd boeren, voornamelijk melkveehouders. Dat aantal is veel hoger dan gemiddeld. Daarmee zijn ook ongeveer tachtig jongeren uit de sector gestapt die al in het bedrijf van hun ouders zaten. Door fout beleid stagneert nu de bedrijfsopvolging. Dat is slecht voor de sociale cohesie op het platteland. Over tien, vijftien jaar zal dat dat een probleem zijn, waardoor nieuw beleid nodig is.

'En dan is er de Zeeuwse zorg om de aanwezigheid van voldoende zoetwater. Het kan betekenen dat we misschien toe moeten naar een ander landbouwsysteem. De vraag is hoe we dat vorm gaan geven.'

Bartelds: 'In het Noorden blijven de aardbevingen een belangrijk thema. In het Oosten is dat de stop op de veehouderij, zoals bij de geitenhouderij. Ook Groningen heeft zo'n stop afgekondigd. En in het Westen wordt steeds duidelijker dat verzilting een onderwerp is waar we serieus naar moeten kijken. We moeten echt pleiten voor een sluis in de Nieuwe Maas bij Rotterdam, want er komt daar veel te veel zout water het land binnen.

'De bodemdaling in het veenweidegebied staat hoog op de agenda, ook bij de politiek. Het is schandalig dat er wordt gezegd: laat de boeren daar maar verzuipen. Dat kan ik niet accepteren. We hebben het vaak over het Groene Hart, maar als je dat onder water zet, is het daarmee gebeurd. Dan komt er geen CO2 meer uit de bodem, maar zijn er ook geen planten meer die zuurstof produceren en CO2 vastleggen. Met moderne technieken als onderwaterdrainage neem je de schadelijke effecten weg en houd je toch het landschap en de boerenbedrijven in stand.'

Faassen: 'Helaas hebben we nu ook in Limburg een stop op de geitenhouderij gekregen. Het heeft me wel verrast dat, ook wanneer je als geitenhouder dingen op je bedrijf wilt verbeteren, je daar geen gelegenheid voor krijgt. Dat vind ik onbegrijpelijk.

'Overigens hebben we goede contacten met het provinciebestuur die we na de verkiezingen van maart hopen voort te kunnen zetten. We zijn het niet altijd eens met elkaar, maar er zijn wel goede verhoudingen en we slagen erin regelmatig resultaten te bereiken. In Limburg is het glas vaak halfvol. Dat hopen we ook zo te houden met de volgende coalitie.'

Hoe staat uw regionale organisatie ervoor?
Bartelds: 'Het gaat goed. We hebben bij LTO Noord de omslag gemaakt naar drie regio's: Noord, West en Oost.

'Voorheen hadden we voor elke provincie specialisten in huis. Nu hebben we die specialisaties meer rond de belangrijke thema's georganiseerd. In de samenwerking met de regio's onderling weten we elkaar steeds beter te vinden.'

Huijbers: 'We hebben de afgelopen periode stevige besluiten genomen bij ZLTO. Er is een nieuwe directeur benoemd, het bestuur is versterkt en er komt dit voorjaar een nieuwe voorzitter.

'We hebben onze visie uitgewerkt vanuit de vraag hoe we meer kunnen handelen vanuit het idee dat de boer de oplossing heeft. Dat dwingt je na te denken over een oplossing en niet te redeneren vanuit een probleem. Die beweging is in de organisatie in gang gezet.'

Faassen: 'Ik signaleer een goede dynamiek in onze organisatie. We zijn kritisch op elkaar, maar dat mag ook. Dat houdt je scherp.

'We hebben bij de LLTB nieuwe, jonge medewerkers aangesteld. Afgelopen jaar kregen we er zo'n veertig nieuwe bedrijfsleden bij en we hebben ruim zestig bedrijfsopvolgers lid gemaakt. We zijn in beeld als belangenorganisatie, bij de provinciale en gemeentelijke politiek, bij het waterschap, de samenleving en de media. Ik zeg weleens: er gaat geen dag voorbij dat de LLTB niet in de krant staat. Kortom, de LLTB is een sterk merk in Limburg.'

Wat verwacht u van de provinciale verkiezingen?
Bartelds: 'Ik verwacht te veel invloed van de landelijke politiek. Er wordt niet gekeken naar wat fracties in Provinciale Staten hebben bereikt, maar naar wat partijen landelijk presteren. Regionale onderwerpen spelen nauwelijks een rol. Dat is jammer.

'Er zijn ook positieve ontwikkelingen te benoemen in de regio's. Zo is er in Noord-Nederland veel aandacht voor innovatie in agrarische industrieën daar. In het Westen zijn de provincies via de greenports zeer betrokken bij de tuinbouw. Voor lokale kiezers zijn dat ontwikkelingen die van belang zijn voor onder meer de werkgelegenheid, ook als ze zelf geen boer of tuinder zijn.'

Huijbers: 'Door decentralisatie van beleid en de provinciale invulling van tientallen thema's zijn de provinciale verkiezingen belangrijker dan ooit. Als bepaalde coalities ontstaan, zal de drang van Provinciale Staten groter worden om zich nog meer met de landbouw te bemoeien. Afhankelijk van de kleur van de partij en de plaats kan dat gevolgen hebben voor verschillende sectoren.

'Deze ontwikkeling geeft overigens ook aan dat het belang van de regionale organisaties nog nooit zo groot is geweest als nu.'

De tweede pijler van het GLB krijgt met de inzet van POP3-gelden een steeds grotere rol in de uitvoering van het landbouwbeleid in de regio's. Wat zijn uw ervaringen hiermee?
Bartelds: 'Die zijn ronduit slecht. Het duurt erg lang. We waren twee tot drie jaar op weg in deze periode van zeven jaar, voordat er geld vrijkwam.

'Het blijkt gigantisch moeilijk om daar als boer aan te komen. Je moet in collectieven denken of je hebt bureaus nodig die zo'n aanvraag indienen. En dan komt er uiteindelijk veel te weinig geld op het boerenerf.'

Faassen: 'Inderdaad, wij moeten er nogal eens op wijzen dat het gaat om boerengeld dat op het boerenerf terecht moet komen. Daar is bij het provinciale apparaat niet iedereen het mee eens. Met andere woorden, over de toepassing in de praktijk zijn we niet onverdeeld enthousiast.'

Bartelds: 'Het toekennen van POP-gelden moet veel meer worden afgestemd op de duurzame investeringen die boeren willen en kunnen doen. Het moet ook passen in het ritme van een bedrijf. Jonge boeren met veel schulden hebben geen geld om te investeren. Als je een goed jaar hebt gehad en je kunt het nu doen, dan moet ook de subsidieregeling beschikbaar zijn.'

Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer is toch wel goed op gang gekomen?
Bartelds: 'Dat loopt goed, maar dat hebben we onder meer te danken aan de waterschappen en provinciebesturen die gezamenlijk met ons in grote projecten het geld weten te besteden. Want nogmaals, je hebt wel professionals nodig voor het schrijven en indienen van plannen en aanvragen.'

LTO Noord werkt aan een imagocampagne. Wat is daarvan de bedoeling?
Bartelds: 'Wij bereiden de campagne Onzeboeren.nl voor om de inspanningen van boeren en tuinders beter voor het voetlicht te brengen bij de consument. De gedachte is om te laten zien wat er allemaal nodig is om een bepaald product te produceren. Er is een duidelijke behoefte om te laten zien hoe goed Nederlandse boeren en tuinders het doen. Want nergens anders vind je gezondere en betere voeding met weinig residuen en een lage footprint.'

Wordt dit een LTO Noord-activiteit of is een landelijke uitrol te verwachten?
Bartelds: 'Als je zo'n campagne wilt volhouden, heb je miljoenen euro's nodig. Dat kunnen we als LTO Noord niet alleen. Daarom hebben we onze collega-organisaties en de ketenpartners binnen AgriNL gevraagd daaraan bij te dragen, zowel inhoudelijk als financieel. Ik hoop dat we in 2019 kunnen starten.'

Hoe denken ZLTO en LLTB hierover?
Huijbers: 'Ik steun dit, mits het op een goede manier gebeurt. We hebben al veel campagnes gehad, met matig succes. Ik ben daarom gereserveerd over de voorgestelde uitrol. Ik ben niet tegen zo'n actie, maar de effectiviteit moet omhoog. Het zal een zoektocht worden om de impact en het effect op dat gewenste hogere niveau te krijgen.'

Faassen: 'We staan er positief tegenover. Afgesproken is dat als het lukt om een substantiële hoeveelheid geld bij elkaar te krijgen, ook uit het brede agrobedrijfsleven, dan ook de LLTB medewerking zal leveren. Wij willen het initiatief een kans geven, maar wel onder de voorwaarde dat er een breed draagvlak voor is.

LTO Nederland is ruim een jaar geleden gestart in een nieuwe en versterkte opzet. Heeft dat resultaat in de belangenbehartiging?
Calon: 'Ja, we zijn erbij en we doen mee. Neem het Deltaplan Biodiversiteitsherstel dat in december is gepresenteerd. LTO was daar vanaf het begin bij betrokken. En het klimaatakkoord waar we aan de landbouwtafel onze inbreng hebben geleverd. Daarbij traden we op in het verband van AgriNL. Dankzij voortdurend vooroverleg waren we in staat als agrosector één lijn te trekken. Het heeft geresulteerd in plannen waar we als land- en tuinbouw mee kunnen leven en waar zelfs kansen in zitten voor onze sector. Dat is hoe het moet.'

Faassen: 'Ik ben benieuwd naar de nieuwe jonge directeur, Hans Van den Heuvel, die deze week is aangetreden. Zijn benoeming geeft aan hoe we erin zitten met z'n allen: jong en enthousiast.'

De afgelopen tijd was er sprake van een flinke wisseling van bestuurders. Vindt u dat een goede zaak?
Faassen: 'Ik vind dat er sprake is van een gezonde doorstroming. Vroeger bleven bestuurders nog weleens lang zitten, maar destijds ging het leven ook langzamer dan nu. Nu schrijf je geen brief meer waar pas na dagen antwoord op komt, maar stuur je een mail waarop je binnen tien minuten een antwoord verwacht. Het is logisch dat besturen in deze tijd ook eerder aan verversing en verfrissing toe is en dat bestuurders minder geneigd zijn hun stoel vast te blijven houden.'

Wat is uw persoonlijke boodschap voor dit jaar?
Huijbers: 'Boer is en blijft het mooiste beroep dat er is. De passie die ik daarvoor heb en die ik zie bij jongeren, moeten we levend houden. Dat zie ik als de grootste opdracht. Hoe houden we het vak voor nieuwe generaties interessant en boeiend?'

Faassen: 'Ik kijk met gezonde nieuwsgierigheid, maar ook met enige zorg naar het nieuwe jaar. Dat zal nieuwe kansen bieden, maar er is wel werk aan de winkel. Dat is goed. We hebben een mooie sector met een mooie achterban. Laten we dat met z'n allen uitstralen.'

Bartelds: 'Waar wij ons veel zorgen over maken, is dat sommige boeren en tuinders het water echt tot de lippen staat. Als ze daardoor moeten stoppen met het bedrijf is dat al erg, maar soms is de psychische nood gevaarlijk hoog. Vanuit LTO staat iedereen op scherp om met de juiste mensen hulp te kunnen bieden.'

Calon: 'We gaan de strijd aan. We zijn niet ingehuurd om zoete broodjes te bakken, maar om te knokken voor het bestaansrecht van boeren en tuinders. We moeten een stevige lobbymachine zijn.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    10° / 3°
    50 %
  • Donderdag
    10° / 2°
    20 %
  • Vrijdag
    11° / 4°
    70 %
Meer weer