Kemps investeert in Belgische varkenshouderij

Met zijn bedrijf CLP investeert de gepensioneerde Kemps volop in de varkenshouderij. CLP heeft naast een bedrijf in Hellendoorn grote plannen in België: een bedrijf in Halen met 3.000 vleesvarkens en 5.000 speenbiggen ombouwen tot een zeugenhouderij met 3.300 moederdieren en bijbehorende biggen.

'We nemen tegelijkertijd milieumaatregelen. Dat er dan in België veel protest is uit de milieubeweging steekt me wel, met name omdat we ammoniak en fijnstof beter beheersen dan in de huidige vergunning', zegt Kemps.

'Als Hollander word je in België met argusogen bekeken en dat maakt het niet makkelijk om een vergunning te krijgen. Zelfs niet met onze grote aandacht voor diergezondheid, milieu en kwaliteitsvlees. Het lijkt mooier dan het is, varkens houden in België.'

Eigen afzetkanaal

De Brabander wil een eigen afzetkanaal. 'Onze zuiderburen kennen van oudsher een uitgebreide vleeshandel met veel kleine en grote handelaren. Wij willen zelf alle biggen produceren, samenwerken met vleesvarkenshouders en het vlees onder label op de markt brengen.'

Een van de belangrijke voordelen van België is volgens Kemps dat de mestverwerking op een hoger plan staat en de afzetkosten fors lager liggen dan in Nederland.

Sinds 1990

De Oost-Brabantse familie Van Deursen heeft al sinds 1990 een varkensbedrijf in België. In Weelde staat een zeugenhouderij, gecombineerd met vleesvarkens.

'Het is zo ontstaan, omdat mijn vader een mooi bedrijf kon kopen', zegt zoon Karel Kemps. 'Voordelen vind ik dat de vleesvarkens op volledige roosters mogen staan, waardoor het stalklimaat beter is en er minder geuroverlast is. Ook het feit dat een zeug vast mag blijven staan tot een maand na de worp, zorgt voor meer rust en minder gezondheidsproblemen', stelt hij.

'Door het strenge Brabantse beleid zie ik op de lange termijn zeker mogelijkheden, ook voor onszelf.'