Vijf vragen over hoog kiemgetal geitenbedrijven

Hoe ontstaan problemen rond het kiemgetal?

Een hoog kiemgetal komt niet alleen voor in de melkgeitenhouderij, maar ook in de melkveehouderij. Vaak ligt het probleem bij een slechte reiniging van het melksysteem, een slechte koeling of onvoldoende hygiëne tijdens het melken. Een hoog kiemgetal is vaak te voorkomen en snel op te lossen met managementmaatregelen.

Speelt er in de geitenhouderij ook nog iets anders?

Waarschijnlijk wel. Er zijn al langer gevallen bekend waarbij geiten op onverklaarbare wijze een hoog kiemgetal hebben. In oktober is in het kader van het project een enquête gehouden onder geitenbedrijven om te zien welke factoren samenhangen met een hoog kiemgetal. Hieruit bleek dat twee derde van de geitenhouders het afgelopen jaar minimaal één keer een probleem had met een hoog kiemgetal. Bijna de helft van deze bedrijven gaf aan dat het ging om een moeilijk aan te pakken probleem, wat niet aan de manier van melken lag.'

Is er een mogelijke oorzaak?

Uit eerdere onderzoeken in het kader van dit project bleek dat een verhoogd kiemgetal bij een aantal probleembedrijven in beide uierhelften vergelijkbaar is. Volgens de onderzoekers suggereert dit dat de oorzaak van dit probleem buiten de uier ligt. Uit andere onderzoeken komt naar voren dat bij geiten een actieve passage van micro-organismen vanuit de darm naar de melkklieren kan zorgen voor een verhoogd kiemgetal.

Hoe gaat het project hiermee om?

Het lijkt erop alsof er een link is tussen voeding en het kiemgetal in de melk. Met behulp van de enquête willen de onderzoekers in kaart brengen welke voedingsgerelateerde factoren samenhangen met een hoog kiemgetal in de melk. De komende periode worden de resultaten van de enquête gekoppeld aan de melkkwaliteitsgegevens. Ook worden andere onderzoeken opgestart. De noodzaak hiervan blijkt wel uit het feit dat veel geitenhouders zich hebben aangemeld voor een vervolgonderzoek.

Is dit ook belangrijk voor andere sectoren?

De onderzoekers verwachten dat na afloop van dit project met voeding is te sturen op aantallen en soorten bacteriën in de melk. Dit heeft mogelijk ook gevolgen voor de gezondheid van andere zoogdieren en de mens, stellen de initiatiefnemers van dit onderzoek. Het leidt tot een betere uiergezondheid en daarmee voor een betere darmgezondheid voor de melk drinkende jongen.