Handen ineen voor aanwas nieuw personeel

Het aantal afgestudeerden dat jaarlijks op mbo-niveau van de groene vakopleidingen van Zone.college afkomt in Oost-Overijssel, is gedaald tot enkele tientallen. Dit terwijl de vraag naar goed geschoolde vakkrachten juist alleen maar toeneemt. Zo zijn er momenteel in Oost-Overijssel en de regio Doetinchem vijftig tot zestig vacatures voor fulltimers in dit werkgebied.

Om aan die scheefgroei wat te doen, hebben het agrobedrijfsleven en de mbo-opleiding met steun van het ministerie van Onderwijs een vierjarige campagne opgezet.

'We willen meer en betere leerlingen afleveren. Daarbij moeten we concurreren met andere vakopleidingen in de techniek, bouw, zorg en ICT. Onze wens is meer leerlingen vanuit de 'grijze' vmbo-opleidingen naar onze groene opleidingen zien te krijgen', zegt projectleider Gerben Kleine Haar van Zone.college.

Uitzendorganisatie

Regiomanager Maurice Workel van uitzendorganisatie Abeos (voorheen AB Oost) in Heeten windt er geen doekjes om. 'Als je mij morgen honderd man stuurt, heb ik hen zo aan de slag.'

Workel zit te springen om goed opgeleide vakkrachten in het groene werkveld. Bedrijfsverzorgers, klauwbekappers, maar ook werknemers die vaste uren willen draaien op land- en tuinbouwbedrijven, zijn bij hem van harte welkom. En hij is zeker niet te enige.

Broodnodig

Het aanbod aan geschikte medewerkers is krap, ervaart ook varkenshouder Els Bruns uit Saasveld. 'Nieuwe aanwas is broodnodig. We hebben doorgaans twee parttimers op het bedrijf aan het werk, maar er zijn veel verschuivingen.'

De situatie kan verbeteren, als opleidingen en bedrijfsleven nauwer samenwerken. 'We merken het aan stagiairs. De opleidingen zouden hen beter voorbereid naar ons kunnen sturen. Dat kan door meer praktijkonderwijs vooruitlopend op hun stage of meer lessen op de bedrijven zelf geven. En biedt hun inzicht in de keten. Met verdiepend onderwijs kun je hen breder inzetten', zegt de varkenshouder.

Imago

Bruns en haar man René ontvangen regelmatig klassen op hun bedrijf en staan ook zelf voor de klas. Een mooie ervaring vindt zij. 'Al doende leer je. Het gaat ook om imago en enthousiasmeren. Dat kun je als ondernemer zelf het beste overbrengen. Haal de leerlingen naar de stal of ga zelf naar de school toe.'

Mededirecteur Gert-Jan Poppink van Gebr. Poppink in Reutum zegt het als agrarisch loonwerkbedrijf met tevens activiteiten in de wegenbouw en het grondverzet iets makkelijker te hebben.

Stoer werk

'Wij kunnen de jongens van het AOC nog wel krijgen. Het is immers stoer werk. Maar we zien hen graag breder opgeleid, dat ze dus ook weten wat er op een boerderij gebeurt, hoe gps werkt en straks ook met drones kunnen omgaan. We werken hier met dure machines en die willen we wel zo goed mogelijk benutten.'

Om die breder opgeleide medewerkers, bedrijfsverzorgers of trekkerchauffeurs te krijgen, moet zowel de opleiding als het bedrijfsleven flink aan de bak. Samen werken aan het bijstellen van de beeldvorming over de agrarische sector bijvoorbeeld.

Net pak

'Als je geen zoon of dochter van een boer bent, is een agrarische opleiding niet altijd logisch. Veel jongeren lopen later liever in een net pak en willen een auto van de zaak', zegt Poppink.

Maar de land- en tuinbouw heeft jongeren die met de handen willen werken, juist hard nodig, benadrukt Kleine Haar. 'Samen laten we zien dat de agrarische sector niet meer alleen een zaak is van stallen uitmesten en koeien voeren. Met alleen een open dag op school red je het dan niet. Je moet hen ook meenemen naar de bedrijven.'

Daarom wordt komend jaar bijvoorbeeld een 'toer de boer' georganiseerd. Niet alleen bedoeld voor jongeren van de 'grijze' vooropleidingen, ook zijinstromers en herintreders zijn welkom, stelt Workel. 'We zien hier bijvoorbeeld graag moeders die weer willen gaan werken.'

Praktijkles

De leerlingen die een groene opleiding doen op mbo-niveau, krijgen meer dan voorheen praktijkles op bedrijven, belooft Zone.college. Dat is uiterst welkom, reageert Nicole Scholten Linde die met haar melkveehouderij in Hezingen aan het project is verbonden.

'Boeren en tuinders maken zich zorgen over de juiste aansluiting van de opleidingen op de praktijk. Alhoewel wij de laatste tijd verbetering ervaren, is die zorg terecht. Je kunt als jongere na het AOC niet meer stoppen met je opleiding. Voor goed functioneren heb je meer nodig. Wij willen op ons bedrijf een medewerker die zoveel mogelijk kan.'