Kamermeerderheid wil andere koers veehouderij

'Dit debat gaat over het lijden en sterven van dieren in de veehouderij.' Met die theatrale uitspraak opende Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren (PvdD) vorige week een Kamerdebat over mogelijke misstanden in de Nederlandse veehouderij.

Het debat was al langere tijd geleden aangevraagd door haar fractie. Dat het nu werd geagendeerd kwam de Partij voor de Dieren niet slecht uit. De campagnes voor de komende provinciale verkiezingen draaien volop en de partij maakt zich op om de goede peilingen om te zetten in zetelwinst in de provinciebesturen. Daarbij komt alle publiciteit van pas.

Het resultaat was een ongekend felle aanval door de PvdD op de veehouderij. De dagelijkse realiteit in de sector is 'moreel volstrekt verwerpelijk' en de veehouderij is 'niet alleen moreel failliet, maar ook financieel'. In deze situatie staat de politieke meerderheid 'aan de verkeerde kant van de geschiedenis'. Aldus Esther Ouwehand.

De andere fracties hebben een wat nuchterder kijk op de veehouderij, maar kritiek klinkt er met name vanuit GroenLinks, SP en PvdA ook volop. Zij dringen aan op krachtiger ingrijpen van de overheid en krimp van de veestapel. PVV en Forum voor Democratie nemen een diffuus standpunt in. Enerzijds is er begrip voor ondernemers, anderzijds leeft bij deze fracties ook zorg om het dierenwelzijn.

De coalitiepartners zijn verdeeld. VVD en CDA verdedigen de sector en stellen onterechte kritiek aan de kaak. D66 en ChristenUnie tonen begrip voor de problemen waar veehouders mee worstelen, maar hinten tegelijk op echte veranderingen. 'We hebben gepapt en natgehouden en de belangen van zowel dieren als bewoners uit het oog verloren', stelt Tjeerd de Groot (D66) vast. Tegelijk wijzen ze op de verantwoordelijkheid van andere ketenpartijen en de consument.

Door alle emoties van het debat heen wordt duidelijk dat een aanzienlijk deel van de Tweede Kamer vindt dat het anders moet in de Nederlandse veehouderij. Extreme moties van de PvdD maken geen kans, maar een meerderheid is ontevreden over de scores van de sector op tal van aspecten. Zie de aangenomen motie van D66 om de te hoge biggensterfte krachtdadiger aan te pakken.

Omdat de coalitie zich in het veehouderijbeleid houdt aan de afspraken in het regeerakkoord, is van echt hard ingrijpen nu geen sprake. Dat kan echter snel veranderen. Als er na Rutte III een coalitie met meer invloed van veehouderijkritische fracties komt, kan dat zomaar leiden tot een beleid dat ingrijpt in de manier waarop dieren worden gehouden en ook in de omvang van de veestapel.