Onrust bij pachters over eigendom fosfaatrechten

Nieuws Melkvee Jacomien Voorhorst 30 maa 2019 om 08:50uur

De uitspraak van de pachtkamer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over het eigendomsrecht van fosfaatrechten zorgt voor veel reuring bij pachters. Zij moeten bij het beëindigen van de pacht wellicht toch hun fosfaatrechten delen met de verpachter.

Onrust+bij+pachters+over+eigendom+fosfaatrechten

'LTO is er altijd van uitgegaan dat fosfaatrechten van de melkveehouder en dus ook van de pachter zijn,' zegt Alfred Jansen, LTO-portefeuillehouder Veiligheid en Pacht. 'Dat vinden we nog steeds, maar we moeten de uitspraak van de rechter in de LTO-vakgroep Melkveehouderij goed bestuderen voordat we definitief iets over de uitspraak kunnen zeggen.'

Bij een eerste blik op de uitspraak van het hof valt het Jansen op dat het gerechtshof in een toelichting aangeeft dat de pachters niet verplicht zijn om ook hun betalingsrechten over te dragen aan de verpachter.

Geruststellend

'Dat is in ieder geval geruststellend. Wij hebben ons ook in andere situaties altijd op het standpunt gesteld dat betalingsrechten bij de pachter horen.'

Opvallend vindt Jansen ook dat de rechter stelt dat de minister en de staatssecretaris zich in het verleden nooit hebben uitgesproken over het eigendomsrecht van de fosfaatrechten. 'Dat gaan we checken.'

Verrassend

Adviseur Dries van Rozen van de Bond van Landpachters en Eigen Grondgebruikers (BLHB) noemt de uitspraak van de pachtkamer in de kwestie fosfaatrechten zeer verrassend. Volgens Van Rozen ontbreekt bij veel onderdelen de onderbouwing. Zo stelt de rechter dat er sprake moet zijn van hoevepacht of pacht van minimaal 15 hectare grond of pacht van een gebouw.

'Waar is die 15 hectare op gebaseerd? Je zou ook uit kunnen gaan van 40 hectare gezien de schaalvergroting in de huidige melkveehouderij.'

Andere verdeling

De verdeling van 50 procent voor de pachter en 50 procent voor de verpachter is nergens op gebaseerd, vindt BLHB. 'Waarom geen andere verdeling? Deze uitspraak is zwak, vooral omdat steekhoudende argumenten geheel ontbreken.'

Opmerkelijk is volgens Rozen dat de rechter zich alleen in algemene zin uitspreekt over de verdeling van fosfaatrechten na het einde van de pacht. Over het specifieke geval tussen ASR en de betreffende pachter wordt pas eind april meer duidelijk. Pas daarna kan de pachter beslissen of hij in cassatie wil tegen de uitspraak.