Omschakeling naar uitloop verlaagt vleeskuikenproductie

Voor de omschakeling naar overdekte uitloop is volgens Rabobank 800.000 vierkante meter extra staloppervlak nodig bij een gelijkblijvende vraag vanuit de retail. De verwachting is dat de meeste conceptproducenten zoals Nieuwe Standaard Kip, Goed Nest Kip en langzaam groeiende kuikens kijken of zij zelf voor een overdekte uitloop kunnen zorgen.

Dit is niet bij iedereen mogelijk door de huidige ligging van de gebouwen of door vergunningen die niet worden afgegeven. Mogelijk wordt daarom ook een deel van de bestaande oppervlakte ingericht als overdekte uitloop en daalt daarmee de bezetting.

Niet iedereen zal willen of kunnen investeren in extra uitloop of ombouw van de bestaande stal. Naast de omschakeling van bestaande conceptproducenten naar 1 ster van het Beter Leven-keurmerk moeten daarom ook reguliere vleeskuikenhouders omschakelen om aan de vraag vanuit de Nederlandse retail te voldoen.

Impact in hele keten

Alles bij elkaar is de verwachting dat het productievolume van de Nederlandse vleespluimveehouderij door de aanstaande overgang naar het keurmerk met meer dan 20 procent daalt. Dit heeft grote impact op toeleveranciers en afnemers van pluimveevlees. Afhankelijk van de ontwikkelingen kan het voervolume voor pluimvee dalen met 200.000 ton. Alle schakels van de keten moeten strategische keuzes maken.

Voor de pluimveehouders is volgens Rabobank een totale investering van 200 tot 250 miljoen euro nodig. Voor deze investering ligt de terugverdientijd al snel boven de tien tot vijftien jaar. Of vleeskuikenhouders willen investeren in een overdekte uitloop, hangt voor een groot deel af van een verwacht of gegarandeerd rendement rendement op de investering, zodat er een langetermijnperspectief is. Daartoe is de samenwerking op lange termijn tussen retailers, slachter of verwerker, keurmerkhouders en andere betrokken ketenpartijen van belang. Partijen moeten samenwerken aan hetzelfde doel om zo een perspectiefvolle toekomst voor alle partijen in de keten te creëren.

Regulier krimpt

Vleeskuikenhouders die blijven produceren voor de reguliere markt, moeten dezelfde afweging maken. Het samengaan van slachterijen in het afgelopen jaar zorgt voor een grote omschakeling in de vleeskuikenmarkt. Ondernemers moeten zich afvragen of de reguliere markt voor hen voldoende toekomstperspectief biedt, nu de concurrentie steeds internationaler wordt. Zo kunnen slachterijen in Polen goedkoper werken.

Rabobank verwacht dat de sterke samenwerking in de keten en veranderende vraag vanuit de Nederlandse markt structurele impact heeft op dit deel van de keten. Ook belangrijke afzetlanden bewegen mogelijk in de toekomst meer naar andere productiestandaarden, denk aan het European Chicken Commitment. Welke impact dit alles heeft, wordt de komende jaren duidelijk. Het is wel helder dat het reguliere deel van de sector krimpt.