Bob Keurentjes: 'Wij helpen jonge boeren een krachtig verhaal te vertellen'

In de bijeenkomsten, die het Overijssels Agrarisch Jongeren Kontakt (OAJK) en het Gelders Agrarisch Jongeren Kontakt (GAJK) gezamenlijk organiseren, willen zij jonge boeren stimuleren om hun eigen eerlijke verhaal te vertellen. Bestuursleden Merel Straathof van het OAJK en Bob Keurentjes van het GAJK verwachten dat daar behoefte aan is.

Jonge boeren staan meer open voor gesprekken met burgers dan hun ouders

Merel Straathof, bestuurder van het OAJK

Waarom denken jullie dat er belangstelling is voor deze bijeenkomsten?

Straathof: 'Jonge boeren staan meer open om in gesprek te gaan met burgers dan hun ouders, maar het ontbreekt hun vaak aan de juiste handvatten. Bij de boerenprotesten kregen jonge boeren bijvoorbeeld plotseling een microfoon onder hun neus gedrukt. Soms merkten ze dan dat ze niet sterk genoeg in hun schoenen stonden om de vragen te kunnen beantwoorden.

Keurentjes: 'Zo'n microfoon kan bij jonge boeren een schrikreactie oproepen, waardoor ze niet goed kunnen reageren. Juist daarin zit 'm de crux.'

Wat maakt het zo moeilijk om een goede reactie te geven?

Keurentjes: 'De maatschappelijke feeling met de agrarische sector is afgenomen. Dat komt doordat er vroeger meer boeren waren en de kans daarom groter was dat er in een familie iemand boer was. Daarnaast hebben we te maken met framing die suggereert dat boeren die niet goed voor hun dieren en hun land zouden zorgen. Daardoor ontstaan twee kampen, waarbij tegenstanders volgens mij vaak niet weten hoe het er in het echt aan toegaat.'

Straathof: 'Ik heb op verjaardagen weleens te maken met vragen die niet positief zijn en soms bijna als een bedreiging overkomen. Als jonge boeren zulke vragen krijgen, brengt dat het gevaar met zich mee dat ze zich op de kast gejaagd voelen en in de verdediging schieten.'

Waarom is het belangrijk dat jonge boeren hun verhaal kunnen vertellen?

Straathof: 'Het belang is dat de jonge boeren voor reële opgaven staan en niet weten hoe ze die op moeten lossen. Ze doen stuk voor stuk hun uiterste best om te zorgen voor het welzijn van hun dieren en om zo weinig mogelijk stikstof uit te stoten. Wat mij betreft moeten burgers en boeren met elkaar optrekken en elkaar niet bevechten.'

Keurentjes: 'Om het boerenverhaal succesvol over te brengen, moeten jonge boeren niet her en der wat roepen, maar het goed vertellen aan burgers. Ook zouden ze gericht vragen moeten stellen aan bijvoorbeeld scholieren, politici en ambtenaren. Als GAJK en OAJK willen we onze leden daarbij helpen.'

Hoe komt het dat het OAJK en het GAJK hierin samen optrekken?

Straathof: 'Dat komt voort uit de bijeenkomsten die vanwege corona online hebben plaatsgevonden. Daarin hebben we als OAJK en GAJK afgelopen jaar al samengewerkt in informatie- en discussiebijeenkomsten over de intensieve veehouderij. Ondanks dat de betrokken bedrijven behoorlijk verspreid lagen, was het juist door online te vergaderen gemakkelijk om samen op te trekken en kwam van het een het ander. We kwamen erachter dat de doelstellingen voor beide provincies niet ver uit elkaar liggen.'

Keurentjes: 'Wat betreft landschap hebben beide provincies veel overeenkomsten. En we vinden het fijner om een bredere dekking en grotere omvang te hebben om aan de diverse problemen te werken.'

Voor welke agrarische bedrijfstakken zijn de bijeenkomsten bedoeld?

Straathof: 'Jonge boeren uit alle agrarische sectoren zijn van harte welkom. Als bestuurslid van het OAJK heb ik gemerkt dat veel leden afkomstig zijn van veebedrijven en dat er weinig akkerbouwers lid zijn. Ik heb met mijn vriend en zijn stiefvader een kleine melkveehouderij in Bornerbroek, waarop we ook wat vleesvee hebben. Daarnaast werk ik bij bureau Aveco De Bondt als adviseur van het landelijk gebied. Ook bij het GAJK zijn de veehouders in de meerderheid, naast een handjevol akkerbouwers en is de tuinbouw nauwelijks vertegenwoordigd.'

Keurentjes: 'Ik werk zelf bij veevoederonderneming ForFarmers op de afdeling Nutritie & Innovatie en in mijn vrije uren op het vleesveebedrijf in de Achterhoek waarop ik ben geboren en opgegroeid. In de landelijke organisatie voor jonge boeren, NAJK, hebben we een paar maanden geleden afgesproken om andere sectoren dan de veehouderij meer te betrekken bij de activiteiten van de verschillende afdelingen. De bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle jonge boeren, dat wil zeggen tot ongeveer 35 jaar, uit de hele agrarische sector. Ons doel is vooral om avonden te organiseren die hen helpen om anderen te inspireren met hun eigen krachtige verhaal.'

Hoe zag de eerste bijeenkomst in Heeten er concreet uit?

Straathof: 'De eerste groep bestond uit tien jonge vrouwen en mannen, melkveehouders en akkerbouwers, sommigen al eigenaar en anderen nog in de fase van al dan niet overnemen van het ouderlijk bedrijf. Na een voorstelronde door persvoorlichter Malkis Jajan en hoofd communicatie Johannes Dolislager van LTO Noord mochten de deelnemers zichzelf voorstellen voor de camera. Daarna hebben we alle filmpjes nagelopen. Het was leuk om te zien dat er wel verbeterpunten waren, maar dat veel ook goed ging. De deelnemers waren zo enthousiast dat we gaan kijken of we er een vervolg aan kunnen geven.'