'Een Twentse boerenfamilie verkoopt niet zo snel haar grond'

Doordat boeren weigerden mee te doen aan een grote ruilverkaveling in de vorige eeuw, kent de noordoosthoek van Twente een kleinschalig coulisselandschap waar recreatie en natuur floreren, maar waar de landbouw voor uitdagingen staat. Boerin Janneke Paalhaar ziet er juist kansen.

%27Een+Twentse+boerenfamilie+verkoopt+niet+zo+snel+haar+grond%27
© Emiel Muijderman

Het is zo'n stukje Nederland waar je je gerust enkele decennia terug in de tijd waant. Je hoort en ziet er geen snelweg, de dichtstbijzijnde bushalte is al gauw een half uurtje lopen. De agrarische percelen die je ziet, zijn veelal klein en onregelmatig van vorm. Noordoost-Twente met plaatsen als Tubbergen, Vasse en Mander, is een oase van rust en schoonheid.

Bekenden en onbekenden groeten er elkaar nog als ze elkaar passeren op de weg. Ook op het erf van 39-jarige Janneke Paalhaar in Mander is het rustig als Nieuwe Oogst haar bezoekt. Niet alleen omdat de drie kinderen van de boerin op school zijn, ook omdat het bedrijf dat ze samen met haar ouders runt nooit is meegegaan in de vaart der volkeren.

Hier geen grote moderne stallen, geen enorme trekkers en ook geen andere grote investeringen. Het bedrijf in stand houden en overdragen aan de volgende generatie, dat is wat hier telt. 'Mijn opa had hier een gemengd bedrijf met varkens, melkvee en kippen', begint de boerin te vertellen.

Met een combinatie van activiteiten is een goede boterham te verdienen, maar dat is niet het doel op zich

Janneke Paalhaar, boerin in Mander

'Mijn vader concludeerde al dat het in dit kleinschalige landschap lastig is om een boterham te verdienen met fulltime boeren. Hij is overgestapt op Blonde d'Aquitaine-runderen als vleesvee. We hebben 10 hectare grond en gemiddeld vijftien tot twintig runderen. Die lopen grotendeels buiten, waardoor het boeren voor hem altijd te combineren is geweest met een baan in loondienst.'


Bouwboeren

Paalhaar keerde drie jaar geleden met haar man en kinderen terug op 'oale groond'. Ook zij combineert de boerderij met een baan buiten de deur. Jarenlang werkte ze als omgevingsmanager bij drinkwaterbedrijf Vitens, sinds afgelopen winter is ze als zzp'er aan de slag bij project Twentse Bouwboeren. Daar helpt ze bij het opzetten van een regionale keten voor biobased bouwmaterialen van vezelgewassen en het verbinden van boeren en bouwers. 'We zitten hier op hoge zandgrond, waar ook drinkwater wordt gewonnen. Het grondwater zit nu minimaal 3 meter diep. Vezelgewassen als hennep, olifantsgras en vlas doen het goed onder die omstandigheden. Het zijn mooie gewassen waarmee je het landschap diverser maakt en waarmee ook CO2 wordt vastgelegd', legt de Manderse uit.

Op haar eigen grond wil ze ook aan de slag met de teelt van vezelgewassen, als alternatief voor gras. Die kan een uitkomst bieden op de plek van het bedrijf. 'Het kleinschalige landschap brengt bepaalde nadelen met zich mee. Voor kleine percelen kun je de loonwerker niet laten komen, die kan er z'n kont niet keren. Bovendien zitten we hier tegen Natura 2000-gebied aan, één van onze percelen ligt er zelfs middenin. Dat betekent dat we minder mest mogen toedienen en bepaalde middelen niet zijn toegestaan. Beregenen is moeilijk, maar voor het gras wel nodig. Anders is het volledig afhankelijk van regenwater.'


Zomerserie over agrariërs die vooruit willen

Veel boeren en tuinders willen vooruit. Maar welke volgende stap wil je zetten als ondernemer, in de maatschap, voor je bedrijf en in je omgeving? Zo eenvoudig is dat vaak nog niet. Daarom maakt Nieuwe Oogst deze zomer een serie interviews met boeren en tuinders over de vraag: wat is je volgende stap? De interviews zijn bedoeld om te inspireren en denkrichtingen te bieden voor de toekomst van de land- en tuinbouw, zonder daarin sturend te willen zijn. Bekijk de interviews die tot nu toe zijn verschenen.

Paalhaar is ervan overtuigd dat het kleinschalige landschap behalve beperkingen juist ook kansen biedt. 'Je moet gebruikmaken van de kenmerken van het gebied, door bijvoorbeeld droogteresistent gewassen te planten. Je kunt door middel van het aanleggen van houtwallen, waarvoor subsidies zijn, helpen om het landschap in stand te houden.'

Tegelijkertijd beseft de Twentse dat ze wellicht makkelijk praten heeft, in vergelijking met veel andere boeren. 'Wij hebben nooit grote investeringen gedaan en hebben dus ook geen schuld bij de bank. Ik vind het toch belangrijk dat wij als boeren kijken hoe we ons het beste kunnen uitrusten tegen de gevolgen van klimaatverandering.'


Andere weg

Natura 2000-gebied en klimaatverandering zijn uitdagingen waar de vorige generaties Paalhaar een stuk minder mee te maken hadden. 'Mijn ouders zijn ook erg bezig met de omgeving. Mijn vader heeft bijenkasten staan en in de tuin zorgen we dat er jaarrond altijd wel iets in bloei staat. Ook hebben we uilenkasten en doen we aan aangepast maaibeheer om de biodiversiteit te bevorderen.'

Toch wil Paalhaar deels een andere weg inslaan dan haar ouders. Met de eerder genoemde vezelgewassen, maar ook met agroforestry. Inmiddels kijkt haar vader er positief tegenaan, maar dat had wel wat voeten in de aarde. 'Hij heeft altijd geboerd met 10 hectare grond voor veevoer. Vanuit het idee dat we minder vlees gaan consumeren, vind ik dat die grond ook best een andere functie kan krijgen. Het vee hoeft daarbij niet eens weg, dat kan ook prima ingezet worden voor begrazing.'

De afgelopen jaren werden met het planten van walnotenbomen al de eerste stappen op dat gebied gezet. 'Die wortelen diep en geven schaduw, wat in droge periodes zorgt dat het gewas eronder beter groeit.' Daarbij wordt vleesproductie als primaire doel van het bedrijf wel losgelaten.

'Mijn vaders eerste reactie op het integreren van bomen in bestaande bedrijfssystemen was: dat gaan boeren in Twente niet doen', geeft Paalhaar aan. 'Samen met hem ben ik op bezoek geweest bij bedrijven die al op zo'n manier werken. Hoewel we allebei de uitdagingen zien, ik ben bijvoorbeeld nog aan het broeden op manieren om de noten te vermarkten, kijkt hij er nu wel positief tegenaan.'


Verdienmodel

Paalhaar denkt met de combinatie van vezelgewassen en agroforestry een alternatief te hebben voor boeren in de omgeving van Natura 2000-gebieden. 'Daar zal extensiever geboerd moeten worden. Aan de teelt van gewassen voor biobased bouwmateriaal zit een verdienmodel, de stikstofuitstoot gaat omlaag en we gebruiken minder mest dan nu. Bovendien wil de provincie boeren met een hectarevergoeding in de eerste jaren stimuleren. Na enkele jaren, als de keten efficiënt werkt, kan de boer zichzelf bedruipen.'

Wat betreft agroforestry hoopt de Twentse boerin dat meer boeren in de omgeving ermee aan de slag willen. Op die manier kunnen bijvoorbeeld de mechanisatiekosten worden gedeeld. Begin dit jaar was zij ook één van de medeoprichters van het Agroforestry Netwerk Overijssel. Ze hoopt dat provincie Overijssel boeren gaat ondersteunen die met deze methode van landbouw aan de slag willen.

Op de vraag of de veranderende activiteiten op de boerderij een gezinsinkomen kunnen opleveren, antwoordt de boerin bevestigend. 'Met een slimme combinatie van activiteiten is er zeker een goede boterham te verdienen, maar dat is niet het doel op zich. Zoals ik het nu doe, vind ik het ook heel erg leuk.'


Overdracht

Belangrijker dan een volwaardig inkomen uit het bedrijf halen, is voor Paalhaar het in stand houden van de boerderij en deze overdragen aan de volgende generatie. De wortels van deze gedachte liggen in het Saksisch erfrecht, wat in delen van Oost-Nederland weliswaar niet juridisch maar praktisch nog altijd gebruikelijk is in veel boerenfamilies.

Dat komt erop neer dat een erfgenaam de boerderij erft en diens broers en/of zussen met een symbolisch bedrag uitkoopt. Voorwaarde daarbij is dat de boerderij blijft bestaan en er zorg wordt gedragen voor de vorige generatie. 'Nu wonen wij hier met mijn ouders. Mijn opa en oma hebben hier eerder ook tot op hoge leeftijd gewoond', legt de Manderse uit. 'Een Twentse boerenfamilie verkoopt niet zo snel haar grond.'


Bedrijfsinformatie

Naam: Janneke Paalhaar (39) Woonplaats: Mander (OV) Bedrijf: Vleesveehouderij in transitie naar agroforestry en vezelteelt Grootte: 10 hectare. In het kleinschalige coulisselandschap van Noordoost-Twente heeft Paalhaar samen met haar ouders een kleinschalige vleesveehouderij. De komende jaren wil de boerin zich meer richten op het verbouwen van vezelgewassen en ze is ook begonnen met agroforestry.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    25° / 13°
    20 %
  • Donderdag
    23° / 13°
    50 %
  • Vrijdag
    16° / 12°
    40 %
Meer weer