Boeren van Weert investeren in insectenpopulatie en biodiversiteit

Een kwart van alle bijenvolken heeft de afgelopen winterperiode niet overleefd, blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research. Deze ontwikkeling vormt een bedreiging voor de biodiversiteit, aangezien insecten essentieel zijn voor de bestuiving van bloemen, planten en bepaalde gewassen.

De Limburgse agrarisch ondernemers Jos Mans (pluimvee, zoogkoeien en zorgboerderij), Wilbert Mans (akker- en tuinbouw) en Frank Wolters (akker- en tuinbouw) zijn leden van de Boeren van Weert. Zij willen de biodiversiteit stimuleren en dragen daarom een steentje bij om het voortbestaan van insecten te helpen.

'Het is een slecht jaar voor insecten zoals vlinders, hommels en bijen. Doordat het aantal afneemt, worden minder planten en bloemen bestoven en dat is problematisch voor de fruitteelt en veel andere gewassen', stelt Wilbert Man.

Jos Mans vult aan: 'Hiermee is onze bedrijfsvoering mede afhankelijk van een goede biodiversiteit en een gezonde populatie insecten. Daarbij werken wijzelf als agrarisch ondernemers met de natuur samen. Voor ons reden genoeg om te investeren in een betere biodiversiteit.'

De boeren hebben ieder verschillende bloemsoorten in hun akkerranden groeien. 'Elke boer heeft weer baat bij een ander type bloem', zegt Wolters. 'Onze preigrond heeft profijt van de bloem facelia, die als natuurlijke plaagbestrijder dient. Wilbert heeft Afrikaantjes geplant die op een natuurlijke wijze minuscule aaltjes bestrijden. Deze zijn onzichtbaar voor het blote oog, maar zeer schadelijk voor de wortels van de gewassen', noemt de Limburgse ondernemer als voorbeeld.

Dure landbouwgrond

De drie boeren zijn blij dat ze zelf ook nog baat hebben bij de bloemen. 'Onze akkerrand is dure landbouwgrond die door de bloemenbermen economisch niet rendabel is voor ons. Maar als Boeren van Weert vinden we het belang om een veilige haven te creëren voor de bijen, insecten en vlinders groter wegen', legt Wolters uit.

Daarbij oogt het ook nog eens mooi voor passanten, stelt de ondernemer. 'Als boeren doen we veel meer voor de natuur dan menig burger denkt. We moeten dit soort activiteiten alleen beter communiceren met de burgers.'

De agrariërs zijn het erover eens dat de Nederlandse boeren in veel opzichten een positieve bijdrage leveren aan de biodiversiteit. 'Met het verzorgen van onze gewassen maken we niet 'alles' kapot, zoals sommige mensen denken', geeft Jos Mans aan.

'Als we gewasbeschermingsmiddelen spuiten, doen we dit vaak 's nachts. Deels omdat het voor ons gemakkelijker is als de zon niet schijnt en het vaak windstil is, maar bovenal omdat er 's nachts geen bijen en vlinders vliegen', laat de agrarisch ondernemer weten. 'We willen dieren niet onnodig storen en houden daarom in onze werkwijze rekening met de natuur.'

Om de biodiversiteit op optimale wijze te stimuleren, is het volgens de agrarisch ondernemers van essentieel belang dat niet alleen zijzelf, maar ook de 'gewone' burger een actieve rol speelt. Wilbert Mans benadrukt dat zelfs kleine veranderingen in tuinen een grote impact kunnen hebben. 'Een manier om bij te dragen is bijvoorbeeld het vergroenen van je stenen tuin', legt hij uit.

'Stenen vervangen door gras, een heg planten en diverse planten in potjes toevoegen kan de biodiversiteit aanzienlijk bevorderen. Het is een gezamenlijke inspanning die vereist is. Door samen te werken, hopen we dat er in de toekomst weer een overvloed aan insecten is die rondvliegt en zo een gezond ecosysteem creëert', vervolgt Mans.

Bewustwording vergroten

Door de bewustwording te vergroten en deze praktijken te bevorderen, kan volgens Mans een positieve verandering teweeg worden gebracht en de natuurlijke balans worden hersteld. 'Het is van cruciaal belang dat we gezamenlijk stappen ondernemen om onze omgeving te beschermen en koesteren, zodat toekomstige generaties kunnen genieten van de pracht en diversiteit van de natuur.'

Volgens de boeren heeft de overheid hier ook een rol in. 'De overheid wijst vaak naar boeren voor het komen met oplossingen voor problemen', stelt Jos Mans. 'Daardoor wordt ons beroep niet aantrekkelijk gemaakt voor de jeugd.'

Minder opvolgers

Er zijn volgens Mans steeds minder jonge boeren die het bedrijf van hun ouders willen overnemen. En het aantal agrarisch ondernemers in Nederland neemt volgens hem de komende jaren af.

'Dus als de jonge boeren de bedrijven niet doorzetten, hoe ziet de overheid de toekomst van de biodiversiteit voor ogen als een groot deel van de akkers wegvalt?', vraagt Wilbert Mans zich af. 'Onze landbouw levert veel diverse gewassen die mede de biodiversiteit in stand houden. Daar moet eens grondig over worden nagedacht.'