Onderzaai vanggewas bij mais in trek

Een laat voorjaar zorgde ervoor dat dit jaar beduidend meer melkveehouders bij de teelt van snijmais kozen voor onderzaai van een vanggewas in plaats van nazaai. Ook de nieuwe Europese ecoregelingen hebben invloed.

Onderzaai+vanggewas+bij+mais+in+trek
© Twan Wiermans

Het is een beslissing die ondernemers op zand- en lössgrond in april of mei al moesten maken: kies ik voor gelijkzaai of onderzaai van een vanggewas – het groeit tegelijk met de mais – of voor zaai van een vanggewas na de maisoogst, komend najaar? In het eerste geval hoeft de snijmais op 1 oktober niet te zijn geoogst. In het tweede geval wel.

Toegestane vanggewassen na snijmais zijn gras, bladkool, bladrammenas, Japanse haver, triticale, gerst, rogge en tarwe. Tot dit jaar kozen melkveehouders steeds vaker voor nazaai, vertelt manager Arjan Lassche van zaadveredelaar KWS. Dat had onder meer te maken met het feit dat de jaren voorafgaand aan 2023 vaak droog en warm waren. 'Daardoor wilden gelijk- en onderzaai nog weleens mislukken.'

Bovendien kon snijmais dikwijls vroeg worden gezaaid en daarmee ook vroeg worden geoogst. Dat maakte nazaai een reële optie. Lassche: 'Bij de invoering van de verplichting tot het telen van een vanggewas koos 40 procent van de melkveehouders nog voor gelijk- of onderzaai. Dat percentage is in de loop der jaren teruggelopen tot 20.'

Onderzaai maakt onkruidbestrijding in snijmais wel lastiger

Jos Deckers, verkoopdirecteur DSV zaden

Maar dit jaar is anders. Normaal gaat mais eind april de grond in, dit keer was een deel van de mais eind mei nog steeds niet gezaaid. Dat betekent een korter groeiseizoen en een grotere kans dat op 1 oktober de mais niet oogstrijp is. Meer telers kozen daarom voor gelijk- of onderzaai waarmee de mais ook nog na 1 oktober kan worden geoogst. Lassche schat dat dit jaar het aandeel gelijk- of onderzaai op zand- en lössgrond op 40 procent ligt.

Overigens is een verplichte oogst van snijmais voor 1 oktober voor nazaai niet in beton gegoten. Demissionair landbouwminister Piet Adema liet afgelopen juli aan de Tweede Kamer weten dat een 'commissie van experts' zich daar jaarlijks over zal buigen. Die commissie komt voortaan in de eerste helft van september met een advies of 1 oktober als inzaaidatum na snijmais haalbaar is. Dat advies hangt sterk af van de weersomstandigheden in augustus en september.


Nieuwe ecoregelingen

Ook verkoopdirecteur Jos Deckers van DSV zaden ziet dit jaar een duidelijke verschuiving richting gelijk- en onderzaai. Niet alleen door het late voorjaar, ook de nieuwe ecoregelingen binnen het Europees landbouwbeleid spelen daarbij een rol. 'Gelijk- en onderzaai leveren extra punten op. Daar een exact bedrag aan hangen, is lastig. Dat hangt onder meer af van het bedrijf en bouwplan. Maar een stimulans vormen die nieuwe regels zeker.'

Bij gelijkzaai wordt volgens Deckers vrijwel altijd gekozen voor rietzwenkgras. Bij onderzaai zijn Engels raaigras en Italiaans raaigras populair. 'Onderzaai maakt onkruidbestrijding in snijmais wel lastiger. De middelenkeuze wordt kleiner.'

Nieuw is ook dat Brussel continuteelt van snijmais niet langer meer toestaat. Na drie jaar mais moet minimaal één jaar een rustgewas worden geteeld, bijvoorbeeld gras. Daarmee kiezen melkveehouders vaker voor gras of een mengsel van gras, klaver en kruiden als vanggewas, stelt Decker. 'Gras is namelijk zowel een vanggewas als een rustgewas. Je kunt dan beter meteen in het najaar kiezen voor gras. Rotatie van mais en gras geeft goede opbrengsten en is goed voor de bodem.'


Tekst gaat verder onder kader.

Rietzwenk beste keuze bij gelijkzaai

Het groeit traag, waardoor het nauwelijks concurreert met jonge mais, en het levert voor de bodem een boel organische stof op: rietzwenkgras is bij gelijkzaai met mais de beste keuze. Bovendien is rietzwenkgras enigszins bestand tegen onkruidbestrijdingsmiddelen. Na een bespuiting wordt rietzwenk geremd, maar het gaat niet dood. Dat is ook de ervaring op de Limburgse proefboerderij Vredepeel, waar enkele jaren is geëxperimenteerd met vanggewassen onder snijmais. Vredepeel geeft bij rietzwenk de voorkeur aan zaai voor de zaai van mais. Bij gelijktijdige zaai is de kans aanwezig dat mais rietzwenk wegconcurreert, zeker bij droog en warm weer. Vooraf zaaien vergt wel een extra werkgang. Na de oogst van snijmais lijkt er vaak weinig rietzwenk te staan. Dit is een gevolg van het feit dat rietzwenk zich vooral ondergronds ontwikkelt. Rietzwenkgras wist in Vredepeel de meeste biomassa vast te leggen, 4.000 kilo per hectare, waarvan 'slechts' 1.200 bovengronds. Verder is met 67 kilo per hectare de meeste stikstof te binden. Daarmee presteert rietzwenk beter dan andere vanggewassen.

Volgens onafhankelijk adviseur Gerard Abbink van Groeikracht moeten melkveehouders goed stilstaan bij de keuze tussen nazaai dan wel gelijkzaai of onderzaai. 'Onderzaai heeft de reputatie snel te mislukken. Dat is niet helemaal terecht. Bovendien loop je met nazaai het risico dat je een aantal groeidagen van mais mist. Dat kan opbrengst kosten, tot wel 1.500 kilo zetmeel per hectare. Snijmais is het hoofdgewas, dat moeten melkveehouders niet uit het oog verliezen.'

Abbink ziet de populariteit van Italiaans raaigras als vanggewas teruglopen, ook doordat melkveehouders steeds vaker samenwerken met akkerbouwers. 'Italiaans raaigras is een waardplant van onder meer aaltjes en ritnaalden. Die kunnen voor problemen zorgen bij een volgteelt met aardappelen.' Ook wanneer in het volgende jaar weer mais wordt geteeld, is Italiaans raaigras niet de beste keuze. 'Ritnaalden kunnen ook in snijmais leiden tot lagere opbrengsten.'

Tot dit jaar waren alleen maistelers op zand- en lössgrond verplicht tot het zaaien van een vanggewas. Sinds dit jaar zijn daar drie gebieden bijgekomen: op maispercelen in het werkgebied van de waterschappen Brabantse Delta (Noord-Brabant), Hollands Noorderkwartier (Noord-Holland) en Delfland (Zuid-Holland) moet voortaan ook een vanggewas worden geteeld, ongeacht grondsoort. Adema kwam afgelopen voorjaar tot dit besluit, mede vanwege het feit dat de waterkwaliteit in deze gebieden onder de maat zou zijn.


Lenterogge maakt pas op de plaats

Het is een gewas dat de afgelopen jaren rap aan populariteit won: de teelt van rogge na de oogst van snijmais. Het vanggewas wordt vervolgens in het vroege voorjaar, in april, ingekuild. Met deze teelt heeft de agrarisch ondernemer een extra eiwitrijk gewas voor het vee.Onder meer KWS brengt het product op de markt, onder de naam Snelle Lente Rogge. Het is dus zowel een vanggewas als een ruwvoerbron. De voorbije jaren groeide het rogge-areaal tot ongeveer 15.000 hectare. Maar dit jaar maakt het gewas een pas op de plaats. Dit komt door het late voorjaar, waardoor ook mais vaak laat werd gezaaid. Daarmee kozen meer maistelers voor gelijk- of onderzaai. De teelt van mais is alleen mogelijk bij nazaai, waarbij het gewas voor 1 oktober moet zijn geoogst. Snelle Lente Rogge kan bij een oogst van 70 centimeter lengte 3.500 tot 5.000 kilo droge stof per hectare opleveren, verwacht KWS-manager Arjan Lassche. Het gewas bevat daarbij een ruweiwitpercentage van 15 tot 18 procent en kan ook worden ingezet als rustgewas. De mais blijft dan staan tot eind juni en kan deegrijp worden geoogst of gedorst.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 10°
    50 %
  • Maandag
    17° / 6°
    20 %
  • Dinsdag
    21° / 10°
    60 %
Meer weer