Grasopbrengst goed met zes tot zeven sneden in de kuil

'Het is een prima grasjaar', vindt Leo Tjoonk, teamleider ruwvoer bij Agrifirm. 'De grasgroei is dit jaar 5 tot 10 procent hoger dan in 2022 en redelijk wat melkveehouders konden de eerste snede rond 4 mei maaien.'

Tjoonk gokt erop dat deze boeren in totaal uitkomen op zes tot zeven sneden. Dit is inclusief een laatste snede in oktober. Lukte het door de nattigheid niet om vroeg te maaien, dan is dat een snede minder. Een uitzondering hierop zijn de boeren in het zuidwesten van het land waar de droogte er flink in hakte. Sommige veehouders in West-Brabant en Zeeland kampen met een ruwvoertekort en voeren al de eerste snede van 2023.

VEM-gehalte

Agrifirm beschikt over 3.500 grasmonsters van klanten. Dat is inclusief gewonnen gras zoals natuurhooi. Uit analyses blijkt dat het gemiddelde VEM-gehalte van de graskuilen door het hele seizoen constant rond 920 VEM bleef liggen. Dat is volgens de teamleider ruwvoer opvallend. 'Normaal gesproken neemt de kwaliteit gedurende het groeiseizoen langzaam af. Dit jaar niet, waarschijnlijk door de gunstige weersomstandigheden.'

Het ruweitgehalte is ook hoog. Begin mei zit dat op gemiddeld 180 gram. Dat daalde naar 140 gram begin september. Bij late eerste sneden is het ruweiwitgehalte meestal 130 tot 140 gram, maar dit jaar schommelde het rond de 150 gram. Door de hoge grasopbrengsten wordt het ruw eiwit wel over veel kilo's uitgesmeerd.

Meer ammoniakemissie

'Landbouwminister Piet Adema maakt zich zorgen over een hoog ruweiwitgehalte in het rantsoen, want het kan leiden tot meer ammoniakemissie. Waak er dus voor dat je niet te veel eiwitrijk brok aankoopt of voer juist meer energierijke producten', adviseert Tjoonk

Daar is adviseur Gerard Abbink van Groeikracht niet bang voor. 'Per kilo gras is de hoeveelheid ruw eiwit juist opvallend laag. Dat is het verdunningseffect.'

Topjaar

Net als Tjoonk is Abbink enthousiast over het grasseizoen van 2023. De adviseur noemt het een topjaar. 'Van noord tot zuid was het een goed jaar met veel zonuren, vocht en hoge temperaturen. De verteerbaarheid van het gras is doorgaans goed, al zit het suikergehalte aan de hoge kant. Let daarom op eventuele broeiproblemen in je graskuil.'

Het koude voorjaar drukte volgens Abbink een stempel op de mineralisatie van stikstof en zwavel in de bodem. Er ontstonden zwaveltekorten. Dat ging ten koste van de eiwitkwaliteit en gehaltes van de voorjaarskuilen. In juni hielden veel boeren even de adem in, toen het regentekort aanhield. 'Maar gelukkig kwam dat goed en bleven de zoden behouden', zegt de adviseur.

Hier en daar was het een jaar van extremen. Eerst te nat, toen te droog en toen weer te nat. Abbink: 'Dit heeft de planningen wel uitdagend gemaakt.'