Europese Commissie: Nederland steunt biosector onvoldoende

Nederlandse biologische boeren ontvangen als enige in de Europese Unie (EU) geen speciale subsidie voor biolandbouw. Hierdoor krijgen zij minder subsidie dan biologische boeren in de rest van de lidstaten.

Uit onderzoek van Investico blijkt ook dat de biologische boeren 10 procent minder steun ontvangen dan de rest van de landbouwsector in de periode 2017 tot 2020. Deze resultaten zijn gebaseerd op een steekproef die bestond uit de helft van de biosector, waarbij werd gekeken naar subsidie per hectare. Gegevens van subsidieverstrekker Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bevestigen deze bevindingen.

Extra hard nodig

Volgens Robert Baayen, onderzoeker aan Wageningen University & Research, hebben biologische boeren de extra steun juist hard nodig omdat ze een kleinere opbrengst hebben dan gangbare boeren. Nederland is ook een van de weinige landen in de EU die geen regeling heeft voor agrariërs die willen omschakelen naar een biologisch model. Boeren maken in een tussenperiode van twee jaar wel extra kosten, maar mogen nog geen producten verkopen onder het biologische label.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de afgelopen jaren gekozen voor een 'brede verduurzaming' in plaats van extra geld voor biologische boeren. Het ministerie is inmiddels bijgedraaid. 'Er is meer bekend over de positieve bijdragen van bio op onder meer de doelen voor het klimaat en de biodiversiteit.'

Met deze gedachte in het achterhoofd heeft het ministerie ervoor gekozen om biologische boeren vanaf dit jaar te steunen met de ecoregeling. Dit is de hoogste premie binnen de duurzaamheidssubsidies van het Europese landbouwgeld. Deze regeling is ook beschikbaar voor gangbare boeren. Een apart potje voor Nederlandse biologische boeren ontbreekt nog steeds.