'Pessimisten en optimisten'

Maar een optimist kan ook zien, hoe weerbarstig de praktijk ook is, dat wel degelijk de goede kant uit wordt bewogen. Mijn waarneming is dat het belang van boeren en tuinders, kwekers en telers in de samenleving toeneemt, omdat zij maatschappelijk kapitaal zijn; in economische, ecologische en sociale zin. Immers, onze voedselproductie kan met toekomstbestendige innovaties en boerenerfoplossingen klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn, bodem en waterkwaliteit verbeteren. Daar ben ik van overtuigd.

Als de Nederlandse landbouw iets nodig heeft, is het een nationaal en Europees beleid dat haalbaar en realistisch is. Essentieel is dat de politiek oog heeft voor een ondernemend inkomen en verdienvermogen, voor een goede vergoeding voor ecosysteemdiensten en niet alleen focust op stoppers, maar ook oog heeft voor blijvers en jonge boeren.

Deze inzichten zijn onmisbaar voor Nederland Landbouwland. In de nieuwe samenstelling zie ik een Tweede Kamer waarin dit besef sterker aanwezig is dan in de ‘oude’ Kamer.

De voorbije jaren heb ik dagelijks ervaren hoe belangrijk het is dat een stevige, sterke, brede en waardevolle belangenbehartiger opkomt voor agrarisch ondernemers, in alle regio’s en over alle sectoren. Dat ik daaraan mijn bijdrage mocht leveren, als voorzitter, samen met ons bestuur, directeur en medewerkers van LTO, vind ik een grote eer. Ik wens LTO toe dat zij die rol ook in de komende jaren voortvarend uit kan blijven voeren. Voor de optimisten en de pessimisten.

Dit was mijn laatste column in Nieuwe Oogst. Ik zie ernaar uit om u in een andere hoedanigheid weer te ontmoeten. Het ga u goed!